Heeft u een Pokéstop voor de deur? Het zijn lokaties van belang in de game Pokémon Go, de game waarbij spelers met hun smartphone op straat virtuele Pokémon moeten vangen die in de reële wereld verstopt zijn. Een Pokéstop is een plek waar ze de virtuele ballen kunnen krijgen die ze daarvoor nodig hebben.
De game kan leiden tot wonderlijke, plotselinge samenscholingen als ergens een zeldzame Pokémon wordt gespot. Dat gebeurde al diverse keren in New York, en in Nederland bijvoorbeeld in Kijkduin. Pokéstops zijn een nieuw soort hangplekken aan het worden. Geregeld komen er – vaak jonge – mensen langs om ballen te halen. Niantic, de maker van het spel, heeft veel van dit soort locaties ingesteld op plaatsen met veel openbare ruimte, zoals kerken en musea.
Publiek is geld waard. Een van de eerste die wat dat betreft de mogelijkheden van Pokémon Go zag, was de manager van een New-Yorkse pizzeria, die in het spel tien dollar besteedde aan het lokken van Pokémon, en daarmee van de Pokémonjagers. Het tientje leverde een verkooptoename van 75 procent op.
De keten Gamestop had geluk met de locatie van een aantal filialen en rapporteert een aanmerkelijk hogere omzet. Inmiddels heeft McDonalds in Japan gedaan gekregen dat 3000 Japanse vestigingen tot Pokémon Gym zijn uitgeroepen – dat zijn locaties waar spelers met elkaar strijd leveren en dus langer verblijven. Hoeveel McDonalds hiervoor betaalt, is niet bekendgemaakt.
Voor de rechter
Maar de waarde van een mensenmassa kan ook een minteken hebben. Bewoners van een woonwijk kijken fronsend naar rondscharrelende onbekenden. Je zult maar net potentiële kopers voor je huis ontvangen. Niemand wil een hangplek voor zijn deur. Een Britse bewoner van een voormalige kerk klaagt in The Independent zijn nood dat zijn woning door Niantic tot Pokémon Gym is verklaard. Dat levert een hoop verkeer op waar hij niet blij mee is.
En dat is dan nog de openbare weg. Een man in New Jersey sleept Niantic voor de rechter omdat de ene gamer na de andere toegang vraagt tot zijn achtertuin, waar zich begerenswaardige Pokémon zouden ophouden. Ook bij bedrijven kan dit ongewenst zijn. Geen enkel bedrijf wenst mensen op zijn terrein die daar niets te maken hebben.
Maar het kan ook direct nadeel opleveren. Bezoekers die een café alleen betreden om hun vangst te doen en dan weer vertrekken, kunnen ervoor zorgen dat echte gasten minder besteden of niet eens naar binnen gaan. Uiteindelijk is Niantic met zijn keuzes er de oorzaak van dat een bedrijf mogelijk maatregelen moet nemen. NS heeft al gedaan gekregen dat alle Pokéstops en Gyms bij stations zijn verwijderd, in verband met de veiligheid.
Verschillende Nederlandse juristen hebben online al uitgelegd dat gamers geen privéterrein mogen betreden en dat eigenaars ze mogen wegsturen. Maar een oplossing is dat niet. Zelfs als de Pokémonspelers netjes luisteren en ophoepelen, kost het tijd en aandacht. Er komen telkens nieuwe. Niantic is er de oorzaak van dat de eigenaar van een perceel hierin moet investeren. In hoeverre is Niantic daar aansprakelijk voor?
Straks virtual reality vechtspellen
De vraag is belangrijk omdat het waarschijnlijk niet blijft bij Pokémon Go. Succesvolle games worden altijd geïmiteerd. Concurrenten zullen soortgelijke games op de markt brengen terwijl Niantic zonder twijfel nu al werkt aan een opvolger. Iemand zou een game kunnen uitbrengen waarbij spelers in de buitenomgeving op elkaar moeten jagen of schieten, in een virtuele versie van LaserQuest. Dan sjouwen ze niet meer braaf rond, maar wordt het wild sprinten, kijkend op dat schermpje, waarbij mensen en spullen omvergelopen kunnen worden.
Dat een bedrijf op deze manier zomaar andermans terrein in gebruik kan nemen is sowieso absurd. Het is gewenst dat iemand, een particulier of een bedrijf, dit juridisch test door Niantic in Nederland aansprakelijk te stellen voor overlast.
Niantic laat al merken te snappen wat ze boven het hoofd hangt. Spelers krijgen nu waarschuwingen dat ze geen privéterrein moeten betreden. Het is de vraag of dat genoeg is.
Het duidelijkst zou nieuwe wetgeving zijn, die de eigenaar van een perceel ook eigendom geeft van de corresponderende virtuele ruimte. De maker van een game, of wat voor app dan ook, is dan zonder expliciete toestemming automatisch fout.
De vraag die wordt opgeworpen verwart verschillende zaken. Er wordt getwist over de eigendom over een virtuele ruimte. Aanleiding daartoe is het gegeven dat Pokémon Go een spel is die een virtual reality creëert. (Overigens is het ook mogelijk om het natuurlijke landschap te bekijken, maar dat terzijde.)
Maar betekent een virtual reality applicatie hier meteen dat ook over virtuele ruimte gesproken moet worden? Ik denk het niet. Het is vrij eenvoudig te beargumenteren dat de VR-omgeving voor de game is ontwikkeld en auteursrechtelijk eigendom van de makers is. De ruimte bestaat alleen op het scherm.
Datzelfde geldt voor Google Maps of TomTom, waar op een scherm een virtuele weergave wordt gegeven van de bestaande fysieke ruimte. Of die weergave realistisch is (een navigatiesysteem met wegen) of niet (een willekeurige andere invulling met allerlei landschappen die middels GPS geplot zijn) doet niet ter zake.
Overlast
Waar het wel om draait is de overlast in de fysieke ruimte. In dit geval wordt die veroorzaakt naar aanleiding van een spel op het scherm en niet door het spel zelf. Het is aan de gebruikers van het spel om zich behoorlijk te gedragen. In die zin gaat de eerdergenoemde vergelijking met de tuinkabouters prima op. Het gedrag van individuele personen of groepen veroorzaakt overlast en wellicht in bepaalde gevallen schade in de fysieke ruimte. Iedereen kan bedenken dat het niet behoorlijk is om zomaar iemands tuin in te stappen, ongeacht of dat nu uitdrukkelijk verboden is op grond van art. 461 WvSr of niet.
En iedereen kan bedenken dat midden op een drukke weg balletjes over je scherm vegen gevaar kan opleveren. Huidige regels volstaan daarom prima. Natuurlijk is er sprake van overlast, maar nieuwe regelgeving gaat dat niet oplossen.
Het is waarschijnlijk een kwestie van (weinig) tijd voordat het probleem zichzelf oplost. De hype waait een beetje over en mensen gaan zelf inzien dat ze hun gedrag niet volledig van het spel moeten laten afhangen. Gewoonweg sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen. En dan maar zien wat de volgende hype wordt...
“Eigendom is het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben.”, aldus artikel 5:1 lid 1 BW. Door Pokémon Go wordt eigendom in zekere zin minder omvattend, althans virtuele objecten, Pokémons, de Stops en Gyms, kunnen zich op of nabij eigendom van personen, bedrijven of overheden bevinden waardoor het genot van eigendom kan afnemen.
Herbert Blankesteijn stelt voor eigendom uit te breiden tot de virtuele ruimte. Ik begrijp zijn voorstel, maar denk dat het niet werkt. Zo zouden ook Google Maps en Street view onder eigendom gaan vallen.
Je zou dit nog kunnen ondervangen door de virtuele ruimte zo te definiëren dat deze virtuele ruimte enkel relevant wordt op het moment dat er een fysieke link is. Zoals bij Pokémon Go. Maar dat geldt ook voor TomTom en veel meer in dit licht onschuldige toepassingen.
De situatie doet denken aan de Harense verjaardag, waar door een viraal gegane per ongeluk publiek gedane uitnodiging op Facebook het Groningse Haren fysiek volstroomde. Flash mob is vergelijkbaar, zouden die ook verboden moeten worden (voor zover ze nog bestaan)?
Het door Pokémon Go zo duidelijk in elkaar overlopen van fysiek en virtueel kan pragmatisch met bestaande regels benaderd worden. Als er excessen zijn hangt het van de aard van het exces af of de makers van Pokémon Go kunnen worden aangesproken.
Een procedure waarbij aangegeven kan worden dat op bepaalde plekken Pokémon Go virtueel niet gewenst is zou vermoed ik in de meeste gevallen kunnen volstaan.
De zoveelste videogame wordt niet meer binnenshuis gespeeld, maar buiten. Eindelijk gaan kinderen eens buiten spelen. Geweldig, toch?
Het leek even alsof het Pokémon-virus heel Nederland in beslag had genomen. Zijn die fietsers nou aan het whatsappen of is het een Pokémon Go spelletje wat de ogen niet gericht houdt op het overige verkeer? Wat mij betreft leidt het onderzoek naar gebruik van mobiel op de fiets echt tot een verbod. Levensgevaarlijk!
Maar het is de virtual reality waarbij blijkbaar gedacht wordt dat de echte ruimte, de reële werkelijkheid, niet meer bestaat. Bevangen door het whatsappen tijdens de autorit, vliegt weer een auto in de vangrail, of de sloot. Zwierend en zwetend op de fiets terwijl naarstig gezocht wordt naar het Pókemonnetje, wordt die stoeprand niet gezien en ligt men eventjes later in het ziekenhuis met een hersenschudding.
Natuurlijk worden Pókemonnetjes ook weleens onrechtmatig in privétuinen geplaatst; voor de grap of om de eigenaren te pesten. Natuurlijk is dat allemaal vervelend, maar zijn wij ouderen onze studententijd vergeten? Om heel eerlijk te zijn, hebben wij wel ergere dingen gedaan dan niet bestaande poppetjes op privéterrein te plaatsen. En volgens mij hebben we weleens in een dronken en jolige bui tuinkabouters, of andere losstaande objecten, van de ene tuin naar de andere tuin verplaatst.
Volgens mij is het Pokémon-virus een rage; wellicht ondertussen weer op z’n retour.
Is er kans van slagen voor de gedupeerde eigenaar van een perceel om met de huidige of nieuwe wetgeving de maker of gebruiker van de game aansprakelijk te stellen voor de overlast of de (im)materiële schade?
Binnen ons tolerante rechtsstelsel waarbij je iemands tuin zonder toestemming mag betreden, lijkt mij de kans tot een schadeveroordeling nihil. Indien Pókemonjagers zich in je tuin bevinden, moet je hen eerst verzoeken de tuin te verlaten. Over het algemeen zullen ze dat doen. Doen ze het niet moet je de politie bellen. Tegen de tijd dat de politie er is – ervan uitgaande dat de politie überhaupt komt – zijn de overlastgevers allang weer vertrokken.
Via wetgeving de eigenaar van een perceel de corresponderende virtuele ruimte in eigendom te geven, zoals Herbert Blankesteijn voorstelt, is wellicht een sympathieke oplossing, maar wetstechnisch lastig uitvoerbaar.
Het is volgens mij ook helemaal niet nodig, want willens en wetens – dus welbewust - een Pókemonnetje op iemands privégrond plaatsen, zou een onrechtmatige daad op kunnen leveren. Uiteraard alleen indien aan alle vereisten van de wet voldaan wordt.
Laten wij, die leven in de reële wereld, gewoon genieten van onze tastbare werkelijkheid en genieten van het zonnetje. Ondertussen kunnen – wat mij betreft - de Pokémon-adepten ook hun eigen virtuele pleziertjes najagen.
De vraag die Herbert Blankesteijn in feite stelt, is of de huidige wetgeving eigenaren van woningen (en bedrijven) ook bescherming biedt tegen gebruik ervan in een virtuele ruimte. En dan vooral met betrekking tot privacy door het betreden of te dicht in de buurt komen van privéterrein. Dan wel tot het wellicht virtueel namaken van de woningen.
Dan kom je ook weer bij de probleemstelling terecht van Google Maps in relatie tot privacy en andere rechten. Ik ga ervanuit dat de wet al voldoende bescherming biedt qua regelgeving, zoals eigendom en privacy. Echter, er is een probleem qua handhaving, kosten, snelheid en het vinden van de weg naar de rechter.
Het zou het overwegen waard kunnen zijn om een onafhankelijke instantie in het leven te roepen die überhaupt algemene voorwaarden etc. van social media en social games controleert of als belangenbehartiger optreedt met een kort lijntje tussen makers van een spel en belanghebbende.
Een spel zou zijn aansprakelijkheid kunnen beperken door zich te verzekeren van plekken waar zij toestemming voor hebben of door introductie van een opt-out system: een makkelijk toegankelijk register waar je jezelf kunt afmelden. Hoe dat vorm te geven? Daar moet ik even over nadenken.
Augmented Reality applicaties zoals Pokémon Go roepen allerlei interessante juridische vragen op rondom privacy en eigendom. Er ontstaat dan al snel een roep op nieuwe wetgeving.
Maar waarschijnlijk kunnen we het in het geval van Pokémon Go goed uit de voeten met het aloude leerstuk van de ‘onrechtmatige daad’ en de ‘maatschappelijk betamelijke zorgvuldigheid'. Wanneer iemand een onrechtmatige daad pleegt en die ander leidt daardoor schade, dan moet de pleger deze schade vergoeden.
In casu is het de vraag of de schade die Pokémon Go spelers aanrichten bij derden Niantic kan worden aangerekend. Ik denk het wel. Er is een causaal verband tussen het plaatsen van een Gym of Pokéstop door Niantic op of nabij privéterrein en hordes spelers die naar deze plekken komen en daar schade aanrichten (platgetrapte perkjes, personeel dat alleen maar bezig is met mensen wegsturen).
Wanneer Niantic de Pokéstop of Gym niet verwijdert, dan gedraagt Niantic zich in strijd met de ‘maatschappelijk betamelijke zorgvuldigheid’. De Hoge Raad bepaalde in 1919 dat je in dergelijke gevallen aansprakelijk bent voor geleden schade. Een bijna 100 jaar oud leerstuk komt hier dus nog prima van pas.