Ik moet altijd een beetje lachen als politici die medeverantwoordelijk zijn voor de wetgeving van hun land er achter komen hoe de wet er eigenlijk uitziet en daar dan moord en brand over gaan schreeuwen. Is het niet logisch dat Merkel het oordeel over deze zaak overlaat aan het Duitse Openbaar Ministerie en de Duitse rechter? Er worden in Nederland en Duitsland mensen vervolgd voor heel wat minder brisante beledigingen dan deze. Bijvoorbeeld voor het zeggen van "Wat moet je nou mafkees?" tegen een politieagent.
Natuurlijk, de beledigingen van Jan Böhmermann hebben een bijzondere achtergrond. Zij zijn onmiskenbaar satirisch van aard, en bedoeld om een prangende maatschappelijke kwestie aan de orde te stellen: de wijze waarop de vrijheid van meningsuiting in Turkije de laatste jaren sterk onder druk komt te staan. Maar die omstandigheden kunnen gewoon worden meegewogen bij de beslissing om wel of niet een strafvervolging in te stellen, en bij een eventuele berechting. In een democratische rechtsstaat hoort die afweging niet door de regering te worden gemaakt. Merkel heeft dus groot gelijk, en de ophef over haar beslissing lijkt mij nogal overtrokken.
Rita Verdonk en Erdogan
Zo eenvoudig is de vraag naar de strafbaarheid van de uitlatingen van Böhmermann niet. Er wijst veel in zijn voordeel. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens staat kritisch tegenover een te vergaande bescherming van staatshoofden, of het nu om het eigen staatshoofd gaat of om staatshoofden van andere landen. En het Hof heeft meermalen benadrukt dat satire een vorm van artistieke expressie is gericht op provocatie en agitatie die in beginsel bescherming verdient.
Er zijn dan ook heel wat landen op de vingers getikt door het Europees Hof wegens strafvervolgingen of toegewezen schadevergoedingen voor satirische uitingen. Illustratief is de veroordeling door het Hof van Turkije in 2012 omdat het niet een schadeclaim tegen een journalist had mogen toewijzen die President Erdogan in een column geestelijk ziek noemde, omdat dat een vorm van satire was. In Nederland bleef de maker van een poster waarin minister Rita Verdonk in verband werd gebracht met deportatie en crematie straffeloos, onder meer vanwege het satirische karakter van de poster. Wie satire bedrijft, mag heel veel zeggen, zeker als dat ook nog ten doel heeft bij te dragen aan het maatschappelijk debat. En er is alle reden een maatschappelijk debat te voeren over de vrijheid van meningsuiting in Turkije.
Toch lijkt het mij geen zekerheid dat Böhmermann straffeloos blijft. Hij heeft gekozen voor bewoordingen die niet alleen veel grover zijn dan het soort (kunst)uitingen dat doorgaans in bescherming wordt genomen door het Hof, maar op onderdelen ook een discriminerende ondertoon hebben. Geitenneuker is een belediging die nogal eens gericht wordt tegen moslims. En voor discriminatie heeft het Europees Hof niet veel begrip, ook niet als het om satire gaat. Zo vond de Franse komiek Dieudonné M’Bala M’Bala geen gehoor toen hij in Straatsburg klaagde over zijn veroordeling in Frankrijk voor antisemitische opmerkingen in een theatershow. Dat het volgens hemzelf om een humoristische provocatie ging, bedoeld om maatschappelijke misstanden aan de kaak te stellen, overtuigde het Hof niet.
Grillige rechtspraak
Daar komt bij dat het internationaal recht van oudsher staten verplicht de waardigheid van buitenlandse staatshoofden te beschermen. Er wordt verschillend gedacht over de vraag welke verplichtingen het internationaal recht op dit gebied tegenwoordig nog oplegt, maar het is in ieder geval een aspect waarmee rekening gehouden moet worden. Dat is nog wel een klein aandachtspuntje voor de Nederlandse Tweede Kamerleden die nu over elkaar heen buitelen om ook de Nederlandse wet te wijzigen naar aanleiding van de zaak Böhmermann.
Hoe het afloopt in deze zaak valt dus te bezien. De jurisprudentie op het gebied van de uitingsdelicten is soms wat grillig, ook in Nederland. Zo oordeelde het Hof Amsterdam recent dat de stelling dat Arabieren ‘fervent kontenbonkers’ zijn en het in hun cultuur heel normaal is om kleine jongetjes te neuken ‘dienstig kan zijn aan het maatschappelijk debat’ en daarom straffeloos moet blijven. Dat verbaasde mij, want datzelfde Hof Amsterdam vond in 2010 nog dat de tegen moslims gerichte aansporing “Blijf in uw woestijn en ga nog eens fijn van bil met een van uw kamelen" onnodig grievend was, niet dienstig kon zijn aan het maatschappelijk debat en bestraft moest worden. Het strafrecht is niet altijd zo voorspelbaar als we zouden willen (en het debat niet altijd zo maatschappelijk).
*) Een versie van deze opinie verscheen op 19 april in NRC