Blokzijl was in 1989 oprichter van Ripe, de belangrijkste organisatie voor internetcoördinatie, en bleef 25 jaar lang een gewaardeerde voorzitter. In die rol bracht hij internet naar vele landen, ondermeer in de voormalige Sovjet-Unie. Ripe eert hem met een mooi stuk.
Rob was ook één van de oprichters van de Amsterdam Internet Exchange, vanuit natuurkunde-instituut Nikhef van de Universiteit van Amsterdam op het Amsterdam Science Park. Ripe gaf hij een kantoor op een mooie plek in Amsterdam-Centrum, waarheen hij reisde vanuit zijn latere woonplaats in Limburg.
Voor het boek 25 jaar internetgeschiedenis liet Rob Blokzijl zich een paar jaar geleden interviewen. Het werd een gedenkwaardig gesprek, want Blokzijl schepte er genoegen in om de zwakheden van de journalistiek in dit geval en in het algemeen aan te stippen. Bepaald overgoten met humor.
Vraag over de prille jaren van internet: Vond u het ook opwindend?
Blokzijl: “Hier spreekt de Twittergeneratie mij toe. Ik heb het nooit als opwindend ervaren. Het was al heel wat als iemand ’s ochtends bij de koffieautomaat meldde dat er met Usenet wel drie artikelen waren binnengekomen .”
Dit vraaggesprek is apart online gezet. Daaruit twee kenmerkende meningen, over zichzelf en het internet:
“De mensen die ertoe doen, weten wat m’n verdiensten zijn. Nederland aan het internet te helpen en hier een belangrijk Europees centrum van het net te maken. En wie zich daar niet in wil verdiepen, ook goed.”
“Het internet berust op 20.000 onafhankelijk internetproviders, die zich schikken naar technische standaarden en afspraken. Dat is een prachtig model, maar de druk van regeringen neemt helaas wel toe.”
En goed, nog één grap uit dat vraaggesprek, om Rob Blokzijl te eren voor de wijze waarop hij met nimmer aflatende problemen in het pionieren met internet omging:
“PTT had als monopolist een leverplicht voor huurlijnen…
maar helaas vermeldde de wet de levertermijnen niet.”