Een tijdje geleden zat ik 's avonds in de trein op weg naar huis. Schuin aan de overkant van het gangpad was een jonge vrouw druk aan het bellen. Een vriendinnengesprek - kletserig, vertrouwd. 'Moet je nou horen, die jongen tegenover me is uit zijn neus aan het eten, goor hé!', vertelde ze lacherig tegen haar vriendin. Waarop de jongeman kwaad zei: 'Ik hoor wel wat je zegt hoor!' Het meisje probeerde eroverheen te lachen, maar gezellig werd het niet meer. Deze twintigers voelden zich allebei te kijk gezet.
Het heet dat twintigers vertrouwd, haast vergroeid, zijn met communicatietechnologie. Toch besefte dat bellende meisje kennelijk niet wat ze precies uitzond, en naar wie. Dat was misschien nogal onnozel - die jongen zat recht tegenover haar - maar geeft ook een psychologisch inkijkje: als dit meisje belt, lijkt de publieke ruimte voor haar niet te bestaan. Dat de buitenwereld mee kan luisteren met haar intieme uitwisselingen, kwam als een onaangename verrassing.
Heimelijke plek
Dat zette mij aan het denken over privacy. Eeuwenlang was privacy aan een besloten ruimte gebonden. Je moest in het buurt van het lichaam van de ander zijn om tot intieme uitwisselingen te komen. De komst van de telefoon ontwrichtte dat al een beetje - je hoorde de stem van iemand die je niet zag! - maar bellen deed je binnen vier muren. Vanwege dat snoer, weet u nog. Mobiele telefoons hebben communicatie radicaal losgeweekt van de heimelijkheid van een vertrouwde plek. Dat zet oeroude, in onze biologie verankerde aannames over hoe communicatie werkt op zijn kop. En dat is flink wennen.
Onze privacy zou enorm onder druk staan vanwege digitale technologie. U kent de klachten over bedrijven en overheden die 'onze' informatie misbruiken - dat begint een saaie discussie te worden waar maar geen schot in zit. Meestal is dat een teken dat we de verkeerde concepten gebruiken.
Back to basics, is dan het devies. Wat beoogt privacy eigenlijk te beschermen? Mijn antwoord zoek ik in die eerder genoemde heimelijkheid van een vertrouwde plek. Privacy is voor mij het recht op zo'n plek. Een plek waar je dingen kunt doen waarvoor je je zou schamen als mensen toekeken; lichamelijke dingen zoals neuspeuteren, poepen, huilen, seks hebben.
Maar ook: de plek waar je dingen uitzoekt waar je zelf nog aan moet wennen. Je vertelt je ouders nog niet dat je homo bent. Je verzwijgt nog even voor je collega's dat je elders solliciteert. Privacy is het recht om met persoonlijke zaken voor de dag te komen op het moment dat jij daaraan toe bent.
Transparantie maakt behoedzaam
Die heimelijke plek is ook de plek van experimenten. Je oefent je loopjes op de piano, brengt je make-up eens anders aan. Wat je doet is totaal niet spannend of stiekem, maar simpelweg nog niet rijp voor de buitenwereld. In de iets ruimere kring van intieme vrienden kun je halfbakken ideeën testen, grappen maken die misschien smakeloos zijn - je durft risico's te nemen omdat je weet dat je welwillend bekeken wordt.
Zelfs voor professionals is heimelijk overleg soms wenselijk. Achterkamertjes hebben een slechte pers, maar een onderhandelaar die erop kan vertrouwen dat haar uitspraken voorlopig de kamer niet zullen verlaten en de ogen van het publiek niet steeds in haar rug voelt branden, kan zich kwetsbaarder tonen - met meer onverwachte raakvlakken als gevolg. Die veel bepleite transparantie heeft zo zijn nadelen; het maakt ons voorspelbaar, behoedzaam en saai.
Intimiteit is de sleutel
Ik denk dat we een oerbehoefte hebben aan een intieme ruimte. Een plek waar je je kunt afgrenzen van anderen, waar je desgewenst even alleen kunt zijn met je ervaringen. Voor mij schuilt daarin de essentie van privacy. Toegegeven, de controle over die intieme ruimte is behoorlijk opgeschud door sociale media. Maar ik geloof dat we die controle wel weer zullen verwerven; daarvoor is die oerbehoefte simpelweg te sterk.
Intimiteit is daarbij de sleutel om te beoordelen of iets al dan niet tot het privédomein hoort. Veel posts op sociale media vallen daar wat mij betreft buiten; dat zijn eerder gelikte reclamespots van de BV-ik die juist expliciet bedoeld zijn voor de buitenwereld. Dit soort posts bedreigen de privacy niet, want er was sowieso al niets intiems aan.
Dat relativeert ook de zorg dat jongeren hun privézaken zomaar op het net zouden gooien. Ze hebben het wel over zichzelf, maar niet op een intieme manier - en ze voelen dat verschil zelf vaak prima aan.
*) Marjan Slob is journalist en filosoof