Bijvoorbeeld omdat ze afkomstig zijn van twee 'witte' auteurs, die ondanks hun ontelbare 'privileges' denken dat zij toch 'agency' hebben en iets durven zeggen in een debat dat uitsluitend door raciaal, gender-, religieus, lichamelijk of anderszins uitgedaagden (en daardoor: onderdrukten) gevoerd zou mogen worden.
Onze wereld wordt namelijk bepaald door 'oppressive systems': akelige machtsstructuren die overeind worden gehouden door neokoloniale dogma's als zelfredzaamheid, eigen verantwoordelijkheid en vrije meningsuiting. Mocht u enigerlei 'oppressive speech' tegenkomen, dan raden wij u aan direct te stoppen met lezen en de dichtstbijzijnde 'safe space' op te zoeken. Daar zullen zachte kussens, knuffels en trauma-experts uw geknakte eigenwaarde helen.
Denkt u: wat is dit voor waanzin? Welnu, dit is in het kort het discours dat steeds meer Amerikaanse scholen en universiteiten in de greep krijgt, tot Yale en Harvard aan toe. Zonder overdrijving. Zelfs de 'safe space' hebben we niet verzonnen. Die is zelfs zo belangrijk dat het doel de middelen (intimidatie en intolerantie) heiligt.
Zo zag rector Tim Wolfe van de universiteit van Missouri zich gedwongen af te treden, omdat hij niet genoeg zou hebben gedaan om het 'institutioneel racisme' op de campus aan te pakken. Het footballteam weigerde nog te spelen; een promovendus ging in hongerstaking; studenten en medewerkers verschansten zich in tenten. Een (Aziatische) student-journalist die van zijn grondrecht gebruik maakte door in de openbare ruimte foto's te maken werd agressief bejegend. Dat was te billijken want dit was een 'typisch geval van witte media die zwarte 'safe spaces' niet respecteren'.
Levensovertuiging van activisten
Om vergelijkbare redenen maakte de universiteit van Ottowa in september korte metten met gratis yogalessen. Yoga komt uit India en dat is dus 'cultural appropriation'. Van een onderdrukte bevolking nog wel, die geleden heeft onder kolonialisme en 'culturele genocide', aldus het plaatselijke Center for Students with Disabilities. Exit yoga.
De campus van Yale was onlangs in rep en roer toen een professor weigerde voorschriften op te stellen voor mogelijk 'offensive' Halloweenkostuums. Zij zei erop te vertrouwen dat studenten eventuele gevoeligheden van anderen zouden respecteren. Die alleszins redelijke houding was reden haar ontslag te eisen. Haar man (ook Yale-professor) werd hysterisch toegeschreeuwd dat het hun taak was een veilige (niet een intellectuele) ruimte te creëren. Studenten die het er niet mee eens waren, werden bespuugd.
'Tja', denkt u nu, 'rare jongens, die Amerikanen'. Maar ook in Nederland zijn er activisten die zich intimidatie en intolerantie menen te kunnen veroorloven om het hogere doel te dienen, bijvoorbeeld in het debat over Zwarte Piet. Enkele activisten herkennen zich in beroemde voorvechters van burgerrechten zoals Martin Luther King en Malcolm X. Een protest tegen Zwarte Piet is inmiddels omgedoopt tot 'Freedom Ride', verwijzend naar de Amerikaanse mensenrechtenactivisten (wit én zwart) uit de jaren zestig die (vaak met medeweten van de politie) werden opgewacht, mishandeld en soms vermoord door leden van de Ku Klux Klan. Het perverse idee dat de (wellicht wat achterhaald) uitgedoste figurant in een oud Germaans volksfeest van dezelfde orde is als deze Amerikaanse rassenstrijd is de levensovertuiging geworden van sommige activisten.
Amerikaans discours
In de NRC van 7 november spraken, onder de kop 'Witte mensen moeten eens luisteren', vier (min of meer) 'zwarte' vrouwen strijdlustig over de 'witte man' die 'gebroken' moest worden. In hun vocabulaire klonk het Amerikaanse discours door. Daarin wordt doorgaans niet alleen de melaninewaarde van de huid opgemeten om iemand langs de onderdrukkingsmeetlat te leggen, maar tellen ook geslacht, gender en religie mee. Hoe minder 'privileges' hoe meer 'agency'. Recht van spreken, wordt daarmee bedoeld. Het gaat dus niet meer om gelijke rechten, maar om het invoeren van structurele discriminatie. Wie je bent bepaalt wat je mag zeggen.
Vooropgesteld: identity politics-argumenten kunnen een waardevolle bijdrage leveren aan de emancipatie van minderheden. Maar het is verontrustend hoezeer zij het vrije publieke debat beginnen te ondermijnen. Als argumenten het afleggen tegen gevoelens, als feiten moeten worden verzwegen omdat ze kwetsend kunnen zijn, als iemand zijn mond moet houden omdat hij niet de juiste 'identity' heeft - dan staat de vrijheid van meningsuiting op het spel. Niet alleen eigent men zich een portierfunctie toe in het debat ('mond houden en luisteren'), maar ook dirigeert men hoe dit debat wordt gevoerd. Zo ontstaat een linguïstisch mijnenveld met patrouilles van de woordenpolitie.
Per definitie géén 'safe space'
Niet alleen het vrije woord, ook de vrije wetenschapsbeoefening raakt zo in het geding. De excessen van dit malle discours woekeren immers juist in academische kringen. Ook Nederlandse universiteiten doen onder het mom van 'diversiteit' steeds meer concessies aan het vrije denken. Lezingen worden afgelast uit angst voor 'ophef', programma's worden aangepast aan lange tenen van studenten.
In het kader van 'decolonize the university' ging een VU-student zo ver om na één week te concluderen dat de opleiding oudheidkunde een 'racistische kijk' op de geschiedenis gaf, en er aan de VU 'ideologie, geen wetenschap' werd bedreven. De seculiere UvA besloot deze week, na eisen van dekoloniserende studenten, om gebedsruimtes in te richten.
Dit moet eigenlijk voor zich spreken: een vrij publiek debat kwetst altijd gevoelens en een universiteit is per definitie géén 'safe space'.
*) Dit artikel verscheen eerst in de Volkskrant op 25 november 2015
Dieuwertje Kuijpers is promovenda aan de Vrije Universiteit.
Geerten Waling is promovendus aan de Universiteit Leiden.