Is de tijd van de lang verwachte sanering in de markt eindelijk aangebroken?
Er zijn allerlei uitspraken en voorspellingen over aanbieders gedaan. Enkele jaren geleden voorspelde men dat de kleinste aanbieders niet zouden overleven. Recent kwam daarin verandering toen een gerenommeerd adviesbureau concludeerde dat juist de kleinste aanbieders het bijzonder goed deden. De kleinste aanbieders kunnen veel service en waarde toevoegen aan hun produkten, en dat wordt door de klant gewaardeerd.
Vervolgens werd voorspeld dat alleen de kleinste en grootste aanbieders zouden overleven, en dat middelgrote bedrijven zouden moeten fuseren of anders zouden verdwijnen.
Internet-aanbieders hebben een groot probleem. Ze groeien te snel. Vrijwel alle aanbieders die ik ken groeien rond de 10 procent per maand, ruim een verdubbeling per jaar. Dergelijke groei kost kapitalen:
Iedere maand moeten modems, servers en andere apparaten worden ingekocht. Vrijwel wekelijks moeten nieuwe medewerkers worden ingehuurd, en dagelijks worden nieuwe telefoonlijnen aangesloten waarvan de aansluitkosten moeten worden betaald aan PTT Telecom.
Indien aanbieders minder snel zouden groeien, zouden ze mooie winsten maken. Maar zolang de groeipercentages uitgedrukt worden in dubbele cijfers per maand heeft de gemiddelde provider een probleem; dergelijke groei kan meestal niet betaald worden uit de eigen omzet.
Hoe groter de groei-ambitie van de provider, hoe meer deze behoefte zal hebben aan extern kapitaal. Aanbieders die veel geld uitgeven aan marketing komen het eerst in de problemen. Door te investeren in marketing, is er extra groei. Doordat er veel geld is uitgegeven aan marketing, is er te weinig kapitaal over om te investeren in het opvangen van de extra groei.
Dergelijke aanbieders komen in een negatieve spiraal terecht; de groei kan slechts met veel moeite gefinancierd worden. Daardoor valt de kwaliteit terug naar onaanvaardbare niveaus. De organisatie raakt oververhit, en verliest daardoor klanten, waardoor het marketing-budget verder doet stijgen om verder te groeien. De negatieve spiraal uit zich in slechte kwaliteit van de dienstverlening.
De kwaliteitsmetingen van Multiscope en Providertest geven over het algemeen een accuraat beeld van deze situatie.
Nederland telt een aantal aanbieders met ernstige groeiproblemen, dus lage scores in kwaliteitsmetingen. Ik verwacht dat dit de eerste bedrijven zijn die zullen fuseren of te koop worden aangeboden. Het gebrek aan liquiditeit uit zich bij deze bedrijven immers in een gebrek aan kwaliteit.
De provider die geen ernstig acuut liqiditeitsprobleem heeft, doet er beter aan nog even te wachten voordat er gefuseerd wordt, of financiers worden gezocht. Door de liberalisatie van de telecommunicatiemarkt verandert er veel in de prijsniveaus van telecomdiensten.
Over het algemeen is dit voor aanbieders gunstig, en resulteert het in aanmerkelijk lagere kostprijzen. Daardoor komt voor de provider meer geld vrij om te investeren in groei en kwaliteit, en de winsten zullen ook groeien. Deze ontwikkeling zal in 1998 zichtbaar worden, zodra bedrijven als Enertel, Worldcom, en Telford hun diensten actief zullen afzetten in de markt. Keiharde concurrentie in telecomaanbod is het gevolg.
De aanbieders die ervoor kiezen om nu al te fuseren of aandelen te verkopen hebben blijkbaar geen andere keuze, en staan met de rug tegen de muur.
*) Deze column verscheen op vrijdag 23 januari 1998 bij Planet Multimedia en is geherpubliceerd op 12 oktober 2015 bij Netkwesties