C.V.:
1962 20 mei geboren te Amsterdam
1980-1987 Politicologie (kandidaats) en Europees Recht Universiteit Amsterdam
1988 Postdoctorale opleiding internationale relaties Clingendael
1989-1992 Onderzoeker telecom- en defensiemarkt European Research Associates
1992-1999 European Vice-President Public Policy Time Warner
1999-2011 Managing Director Public Policy & Communications UPC & Liberty Global
2012-heden Senior Vice-President & Chief Policy Officer Liberty Global (incl. UPC)
Verder
2008 Commissaris Telenet (België)
2009 Voorzitter Cable Europe
Manuel Kohnstamm, mr. UPC in Europa en voorzitter van belangenorganisatie Cable Europe, is een ‘echte’ Amsterdammer. Voor dit interview voor het boek ’25 jaar Internet en Amsterdam’ koos hij een terras op het Amstelveld in het centrum, precies gelegen tussen zijn geboortehuis aan de Prinsengracht en zijn huidige woning.
De familie Kohnstamm is bekend. Vader Dolph en moeder Rita Kohnstamm zijn bekende kinderpsychologen, maar zoon Manuel ging in zijn vak meer in de richting van de bekende medegrondlegger van de Europese Unie, oom Max Kohnstamm. Net als neef Jacob Kohnstamm, eveneens jurist, die als chef van de Nederlandse en Europese privacywaakhond ook veel met internet van doen.
Je ging geen psychologie studeren?
“Als allebei je ouders psycholoog zijn, doe je dat niet zo snel. Ik studeerde politicologie en internationaal recht toen Europese integratie een bloeiperiode doormaakte, rond 1987-1988. In dezelfde tijd werd de telecommarkt belangrijk vanwege de liberalisering. Die combinatie fascineerde me enorm.
Na Clingendael en een stage bij de Europese Commissie zat er een ambtelijke of diplomatieke loopbaan in, maar de Europese markt is mijn terrein geworden.”
Wat voor telecomonderzoek deed je in Brussel?
“Voor de Europese Commissie onderzocht ik de mogelijkheden voor de Europese defensie-industrie na het de val van de Muur in ‘89. Hoe kon de elektronica- en aeronautica-industrie overeind gehouden worden met het inzakken van de defensiebudgetten? De Europese hightech industrie was sterk afhankelijk van nationale Defensie.”
Vooral wat betreft research & development. Philips en TNO in Nederland, Alcatel in Frankrijk, Siemens in Duitsland, Racal in Engeland, Stet in Italië.
“Boeiende historische veranderingen, maar hoe moest de EU daarop inspelen? Wij onderzochten hoe die inkoopmarkten van de lidstaten, met name die van Duitsland, Frankrijk en Engeland, open zouden gaan voor elkaars apparatuur. Gericht op een Europese markt met echt Europese spelers. Daar verzetten de landen zich tegen, maar de ratio won het. Een van de beste voorbeelden van geslaagde conversie was trouwens nationaal, die van Racal tot Vodafone.”
Anno 2014 blijkt telecom nog steeds nauw verbonden met defensie.
“Je bedoelt de NSA, maar dat is een heel ander verhaal. De markt werkt nu heel anders. De civiele markt van telecom- en internetapparatuur stoelt op mondiaal opererende bedrijven als Cisco, Samsung, Sony en Alcatel-Lucent. Bedrijven die niet meer nationaal gebonden zijn.”
Had je in je jeugd iets met computers of telecom?
“Ik herinner me de komst van de tv-kabel toen ik 17 was. We konden voor het eerst MTV kijken. De hele dag muziek, een groot moment. En spoedig volgden de kabelpiraten, die op de schotels van het kabelnet instraalden om hun eigen betaaltelevisie te verspreiden, zoals Galactica TV. Die jongens hadden een 0900-nummer dat je kon bellen en daarmee bepaalde je je keuze. Hele vroege video-on-demand dus. De meeste stemmen golden.”
Porno dus…
“Ja, of westerns, crimi’s. Heel democratische in elk geval. En vernieuwend.”
Wanneer internet voor het eerst gebruikt en waarvoor? Ook qua onderzoek mee te maken gehad?
“Mijn eerste PC kreeg in de jaren ’80, een Commodore. Mijn eerste dial-up modem volgde in 1987/88. Daarmee belde je in op zogenaamde Bulletin Board Systems, waar je allerlei spelletjes kon downloaden en contact kon maken met internetgebruikers van het eerste uur. Ik vond dat indertijd iets magisch hebben!”
Hoe opereerde Kabel Televisie Amsterdam (KTA)?
“De hele stad kreeg aanvankelijk gratis kabel. Dat duurde een paar jaar. Toen kwam er een verordening dat antennes van het dak moesten. Pas daarna kwam er een extra regeltje op de energierekening om de kabelaansluiting te verrekenen; vier, vijf gulden per maand.
Dat was een slimme manier om snel een marktaandeel te krijgen en omzet op te bouwen. Zo bekeken die jongens het niet. Het betekende ook dat de Amsterdammers geen klantrelatie hadden met het kabelbedrijf.”
US West (MediaOne) en Philips kochten elk 50 procent van Kabel Televisie Amsterdam (KTA) dat verderging als A2000. De prijs bedroeg 700 miljoen gulden – plus 300 miljoen investeringen - voor 530.000 aansluitingen. Achteraf te weinig geld.
United International Holdings (UIH) – later UPC - kocht in 1997 de 50 procent van Philips voor 800 miljoen gulden. In 1999 werd MediaOne uitgekocht voor 500 miljoen gulden, plus 250 miljoen in schulden.
“Iedereen keek naar de toekomst van A2000. De gemeente had niet in de gaten wat die zou behelzen, dus ook geen idee van de potentiële waarde. Internet hing er maar een beetje bij.
Ik onderzocht indertijd namens Time Warner nog de boeken bij A2000, die een joint-venture met telecombedrijf US West had. Time Warner trok zich terug uit het consortium, omdat de kabel in de VS een moeilijke periode doormaakte en US West ging door met Philips.”
Wat bood UPC jou voor perspectief?
“UIH/UPC (nu Liberty Global) hadden grote plannen in Europa. Schaal zou belangrijk worden. Dat boeide me. UPC vond ik een interessante, spannende jongehondenclub die mij aanbod om vanuit een nieuw kantoor in Brussel het lobbywerk ter hand te nemen.
Het aardige was dat internet en datacommunicatie nog onbelangrijk waren. Tussen 1989 en 1998 zat het grote geld in de dure belminuten. Ook toen A2000 te koop stond in 1995 was telefonie nog de belofte.
US West had grootse plannen op de Europese telefoniemarkt. Philips investeerde in kabelnetten, behalve in Amsterdam ook in Eindhoven en Wenen, vanuit de strategie om horizontaal en verticaal in markten en bedrijfsketens te expanderen. Als verlengstuk van de tv-markt dus. Philips deed toen al geen pc’s meer.”
Malle strategie die kort duurde?
“Jan Timmer begon met de verkoop van non-core bedrijven als de tv-kabel. Dat gaf nog een probleem bij onze branding. UPC was United Philips Communications. Toen Philips eruit stapte, was er al UPC-materiaal klaar. Hebben we van die P maar ‘Pan-Europe’ gemaakt.”
Werd UPC vanaf toen sterk gestuurd door de Amerikaanse bazen van moeder UnitedGlobalCom (voorheen UIH,) zoals Gene Schneider?
“Zijn zoon Mark Schneider was onze CEO in Londen. Een echte kabelvisionair. Hij kwam als één van de eersten in de wereld met het idee van triple-play; aanbod van tv, telefonie en internet. In die volgorde. Hij ging voor de grote schaal.”
Had het kabelnet een nutsbedrijf kunnen blijven? Sommige geïnterviewden vinden dat, vanwege vrije internettoegang.
“Niet in dit nieuwe tijdsgewricht met de krankzinnige snelheid van innovatie en benodigde investeringen en concurrentie. Toen met KPN en nu ook met grote spelers als Google, Netflix en anderen. Om in die snelheid mee te bewegen moet je onderdeel zijn van een grote partij.”
Hoe pakte UPC het aan na de overname van A2000?
“Het was moeilijk van een typische nutsvoorziening een commercieel bedrijf te maken en mensen zich klant te laten voelen. Die eerste jaren stond UPC voor de taak om verschillende deelnemingen in Nederland bijeen te brengen. Zoals A2000 en Telekabel. Nederland telde tenminste zeven standaarden van kabelmodems die apart werden geproduceerd. Die elk ook op een eigen manier in de factureringssytemen moesten worden opgenomen. Dat was duur.”
Heeft UPC daar veel hinder van ondervonden?
“Dat is heel lang zo gebleven, zeker in de beginjaren van internet over de kabel. Om in één keer 550.000 huishoudens van een regio als Amsterdam van een nieuw kastje te voorzien, was een enorme klus.
Bovendien vertoonden de netwerken, die we overnamen, vaak onverwachte verrassingen. In Amsterdam hadden we een extreem hoog percentage cross connects; de kabeltjes in de wijkkasten waren meestal met het verkeerde nummer verbonden. Zeker 65 procent van de kabeltjes van A2000 had niet de goede aansluiting.”
Nooit gehoord, intrigerend. Kwamen jullie daar na de overname pas achter?
“Daar kwamen we laat achter. Zolang we iedereen dezelfde televisiezenders éénweg boden, maakte het niet uit. Toen we mensen echter wilden afsluiten wegens wanbetaling zat nummer 56 zonder tv, terwijl nummer 10 de rekening niet betaalde. Dus hebben we heel lang afsluiting nagelaten om dat risico te ontlopen. Langer dan in andere steden gold dit ‘hot drop systeem’.
Het was niet goed gedocumenteerd en geregeld. Met name bij de introductie van internet, met tweeweg verkeer, moesten de stekkers in de juiste slotjes zitten.”
Ik herinner me een sterke technische afdeling van UPC.
“Absoluut mee eens. Dat is nog steeds de grote kracht van de onderneming. Het lukt goed om slimme jongens en meisjes te binden aan Amsterdam. Storingsvrij internet en tv aanbieden was een kunst.
MediaOne begon in 1997 met internet via de kabel in Nederland, maar moeder US West was een telefoniebedrijf dat internet erbij deed. Ze kregen dat niet goed in de vingers en trokken zich langzaam terug uit Europa.
Wij zagen spoedig dat we dat beter moesten aanpakken en waren vroeg in de overgang van de oude technici, geschoold in analoog frequentiespectrum management en golflengtes - de essentie van een kabeltv-netwerk -, naar technici voor internet, telefonie en betaaltelevisie.”
Zoveel diensten tegelijk introduceren?
“UPC was nog klein. We zaten met weinig mensen die heel veel moesten doen. Je had nog aparte grote analoge modems voor telefonie. Met de kastjes voor internet en de decoder voor betaaltelevisie stapelden we jarenlang bij triple-play abonnees drie kasten op elkaar. Het leek wel de tijd van de radioamateurs. Dat kostte ook veel geld. Met telefonie werd dus ook niet zo veel verdiend als KPN of Deutsche Telekom, die ISDN-centrales goedkoper leverden. Wij waren meer afhankelijk van kleine innovatieve leveranciers, maar bereikten vaak de schaal niet in productie.
Pas in 2004 is Voice over IP op de kabel geïntroduceerd. De vervanging van alle aansluitingen en modems vergde nog vele jaren en veel geld.”
Jarenlang enorme technische problemen in combinatie een ongeëvenaard slechte helpdesk. UPC was wel de eerste partij, die in kritische online forums antwoorden ging posten. De slag naar klantvriendelijkheid is pas in de afgelopen jaren gemaakt. Hoe ging dat?
“Het was niet leuk om voortdurend met al die klantproblemen te worden geconfronteerd. Vroeger ging je een helpdesk zo snel mogelijk uitbesteden, nu is het een kerncompetentie. Veel opleiding, veel bijscholing, ook technisch.
We zijn geduldig en stug door blijven werken aan verbeteringen. We hebben er van alles en nog wat gedaan; zoals destijds de garantieplannen in Amsterdam.
Nu zien we de klant als ons kostbaarste bezit. Ook ik persoonlijk. Als ik word aangeklampt in de buurt, zeg ik: ‘Stuur maar een mailtje en ik zorg dat het snel goed komt’. Dat doet iedere UPC’er nu, het is een tweede natuur geworden. Collectief en op alle niveaus staan we voor betere klantrelaties.
Daarnaast is de technologie zelf veel beter te behappen. De nieuwe Horizonboxen zijn op afstand in te lezen en in te stellen. Ter vergelijking: we hadden in het begin meer dan 20 factuursystemen. Eén medewerker moest dus veel systemen opstarten om je rekeninggeschiedenis te achterhalen. Dat was heel frustrerend.”
UPC begon ondertussen, in een strijd met Casema dat een tijd lang van KPN en toen van France Telecom was, aan een enorme overnamereeks. Spannende tijd?
“We boden steeds hoger tegen elkaar. Er zijn ook overnames gedaan van bedrijven die achteraf niet zo winstgevend bleken te zijn als beloofd. Bovendien waren overgenomen bedrijven vaak grote schulden aangegaan onder slechte voorwaarden. Vooral in Oost-Europa waren overnames moeizaam.”
De markt klapte na 2000 in en UPC moest een doorstart maken. Beroerde periode?
“Toen UPC geherstructureerd moest worden, was ik er intensiever bij betrokken dan voorheen. Voordeel was dat met het klappen van de telecom- en internetbubbel in 2000, wij in 2001 als één van de eerste getroffen werden. Dat hielp in de onderhandelingen met schuldeisers, waardoor UPC als geheel kon doorgaan.
Veel andere bedrijven werden in stukjes opgeknipt of verdwenen van het firmament. Zoals KPNQwest en vele andere aanbieders van internationale glasverbindingen. De buit werd verdeeld.
UPC had als voordeel dat het infrastructuur had en aantoonbare waarde die nog verzilverd zou kunnen worden. Natuurlijk waren de factureringssystemen nog niet goed, en moesten de klantrelaties, helpdesk en technologie beter. Maar als je dat op orde kon krijgen, zou die waarde alsnog geëffectueerd kunnen worden.
Qua management was er continuïteit. Veel mensen van toen werken nog steeds bij UPC Nederland, bij internationale vestigingen of bij Liberty Global.”
Obligatiehouders betaalden toch het gelag? Met een aantal financiële transacties wisten Liberty van John Malone en UnitedGlobalCom van Gene Schneider hun belangen te bundelen. Ze werden voor 2 miljard dollar eigenaar van de kabelbedrijven van UPC die twee jaar later 13 miljard waard waren.
“Dat is een periode waar niet graag aan herinnerd worden. Het was de consequentie van onze herstructurering via een Chapter 11-proces [de Amerikaanse Uitstel van Betaling-regeling]. Obligatiehouders werden via herkapitalisatie de nieuwe aandeelhouders.”
Daarna te zuinig geweest? Je suggereerde in 2006 hevig teleurgesteld te zijn dat Liberty Global zich hield aan de limietprijs toen Essent Kabelcom te koop stond. Dat ging toen naar investeringbedrijven Cinven en Warburg voor 2,6 miljard euro. Ze kochten ook Casema voor 2,1 miljard en Multikabel voor 500 miljoen. Je hebt acht jaar moeten wachten, en nu kost Ziggo bij de overname door UPC het dubbele, 10 miljard euro?
“Voor Amsterdam was het afketsen gunstig. Als UPC toen Essent Kabelcom had overgenomen, was het hoofdkantoor naar Groningen gegaan. Dat had Essent bedongen.”
UPC werd de ‘cowboys uit Denver’ genoemd in de markt. Speelde dat negatieve imago je ook bij de lobby in Brussel parten?
“Juist in Brussel viel dat wel mee. We werden misschien gezien als cowboys, maar we waren wel de enigen die de PTT’s van Europa serieus tegenwicht konden bieden. In Brussel werd UPC, zeker in de beginjaren, hartelijk ontvangen en gesteund.
Temeer daar we in de lidstaten te maken hadden met enorme tegenstand, zoals in Duitsland. Nu we het toch over cowboys hebben; op Malta hadden we te maken met tegenstrevers die er wildwest methoden op na hielden. De PTT die onze kabels doorknipte toen we internet gingen aanbieden.
UPC is op het schandalige af tegengewerkt door nationale PTT’s, vaak gesteund door ministeries en regelgevers. Wij hadden de Europese Commissie dus hard nodig om dat weer recht te trekken.”
Je hield ongeveer in je eentje de tv-kabel gesloten voor providers en andere tv-aanbieders.
“Daar hebben we heel veel discussie over gevoerd met de Europese Commissie en de nationale toezichthouders, zoals de Opta. Moest dat kleine kabelnet zich meteen gaan openstellen voor andere aanbieders van tv en internet, terwijl het net was begonnen zich te verweren tegen het grote KPN.
Ook technisch zou het extreem lastig zijn geweest om de kabelaansluiting te ontbundelen. We hadden alleen resellers van onze pakketten kunnen toelaten. Wij vinden openstelling van de tv-kabel niet te rechtvaardigen in de concurrentieverhoudingen.”
Nederland wilde openstelling al beperkt doorvoeren, maar vond de Commissie op zijn weg. Je argumenten werden goed gehoord?
“Eigenlijk is men verkeerd om begonnen met Europese liberalisering. Brussel en de nationale overheden hadden in de jaren negentig in één keer de markt kunnen openen voor aanbod van infrastructuur en diensten. Toen waren het juist de telecombedrijven, Deutsche Telekom en France Telecom voorop, die dat wisten tegen te houden.
Dus begon het voorzichtig met een vrije markt voor telefoontoestellen. Je kon behalve een grijze telefoon van de PTT ook een oranje telefoon van Sony kopen. Daarna volgde de vrijmaking van huurlijnen en uiteindelijk pas de diensten.
In 1998 kwam de infrastructuurrichtlijn, vooral gericht op de openstelling van dominante infrastructuren van de PTT’s voor andere providers. De kabelnetten werden niet als dominant gezien.”
Waarom maakte UPC geen gebruik van infrastructuren van derden voor aanbod van telefonie, internet en mobiele telefonie?
“Wij beperkten ons tot de kabel en dat was al moeilijk. In landen als Oostenrijk, Hongarije en Israël hadden we toestemming van de PTT nodig om internet te mogen aanbieden. Ik ben in al die landen geweest om met toezichthouders en politici te praten over die vreemde gang van zaken. ”
In feite heb jij alle slagen gewonnen, ook in Nederland van toezichthouders als Jens Arnbak van de Opta. De frustratie dat de kabel niet openging bleef bij concurrentie en politiek?
“Die frustratie nam af, want ondertussen veranderde de markt aanzienlijk. De telecomaanbieders in grote landen waren al zeer dominant en ze kochten ook de meeste internetproviders op. Ook in Nederland, door KPN.
De noodzaak om de kabel zwakker te maken met regulering nam dus af. Vervolgens hielden we twee partijen over die veel investeerden in vaste infrastructuur, de PTT’s en de kabelaars.
Bovendien worden op de infrastructuur niet de hoogste winsten gescoord. Die behalen nu de leveranciers van diensten en applicaties over IP, die in de Europese landen heel weinig investeren.”
Je bedoelt Google, Facebook , Apple, WhatsApp, Amazon, Netflix?
“Exact, die maken gebruik van de goede Europese infrastructuren. Ik denk dat Brussel en de meeste toezichthouders, ook de Nederlandse, tot dat inzicht zijn gekomen waarna de regelzucht is afgenomen. Dat is dus nog een reden om de Europese aanbieders van infrastructuur niet verder te verzwakken met regelgeving.”
Niettemin blijft het een ongelijkheid dat de KPN-infrastructuur vroeg openging en die van UPC en Ziggo al vijftien jaar niet?
“Het aantal providers zonder eigen infrastructuur die toegang willen tot de kabel of de PTT-netten dan wel op de mobiele netten van KPN, vodafone of T-Mobile wordt toch minder.
De PTT’s ondervinden bovendien ook steeds minder hinder van regulering. Ze mogen hun dominantie meer dan voorheen exploiteren, ten koste van derden die op hun netwerk diensten willen aanbieden. Een direct gevolg van de concurrentie van een kabelnetwerk en de winsten die ze behalen met internet. De meeste internetdiensten in Nederland lopen over ongereguleerde verbindingen. Telecom wordt meer een gewone markt.”
UPC voerde, met jou aan het hoofd, een felle strijd om Citynet oftwewel Glasvezelnet Amsterdam (GNA) te dwarsbomen, met verzet tegen overheidssteun. Een lange strijd. Jullie delfden het onderspit, maar wisten de aanleg flink te vertragen.
“Onze actie heeft voor wat vertraging gezorgd hoewel we uiteindelijk de rechtszaak en de zaak bij de Europese Commissie verloren. Het positieve effect was de formulering van de voorwaarden aan subsidie door de Commissie. Die bleken later nuttig te zijn bij andere projecten voor glasvezelaanleg. Staatssteun mocht niet langer marktverstorend zijn, dus investeringen tegen marktconforme voorwaarden mochten wel, maar de exploitatie helpen niet.”
Neelie Kroes propageerde Europese glasvezelinvesteringen, maar dat leek vooral lippendienst. Blijven daadwerkelijke hulp en investeringen achter? Gunstig voor UPC?
“In Nederland is behoorlijk in glas geïnvesteerd. KPN heeft de netten van Reggefiber overgenomen. In landen waar de kabel niet sterk is, zoals in Duitsland, wordt veel minder in glasvezel geïnvesteerd. Daar moest Deutsche Telekom weliswaar de kabel verkopen, maar hakte die eerst even in stukjes. Die lappendeken werd niet een landelijk sterke netwerk en een stevige concurrent.
De kabel loopt daar zes, zeven jaar achter op Nederland. We houden nog steeds vast aan de theorie dat een landelijke dekkende concurrentie op infrastructuur het beste werkt.”
Qua capaciteit wint de kabel van Adsl, maar verliest van glas. Toch worden er nog weinig glasabonnementen verkocht.
“In belangrijke delen van Nederland hebben glasvezelgemeenschappen met hun netwerken in dorpen en stadswijken ons flinke concurrentie aangedaan. KPN kon met de overname van Reggefiber schaalvoordelen behalen met inkoop. Op allerhande terreinen, van internationaal internet tot en met Spotify en tv-zenders.”
UPC is bedreven in het overhalen van klanten met aanbiedingen om kabelabonnee te blijven en niet naar glas over te gaan.
“In het voordeel van de consument en zijn portemonnee. Die is blij met concurrentie en met de keuze tussen kabel, Adsl en glasvezel en de providers op glas.”
Bij de glasvezelclubs van gemeenten waren ze niet blij met jullie verzet?
“We hebben altijd met open vizier met veel wethouders gestreden. In Amsterdam met Mark van der Horst in Amsterdam en eerder met Hannah Beliot. UPC en moeder Liberty Global dragen bij flink bij aan de Amsterdamse en Nederlandse economie. We hebben de stad ook heel veel opgeleverd; neem alleen al de aanzuigende werking van toeleveranciers. Daar komt men nu achter als er een sigarettenfabriek wordt gesloten…. maar Nog heel lang is ook bijvoorbeeld het kabelgeld gebruikt om AT5 in de lucht te houden. Dat was een meerjarige contractuele verplichting als gevolg van de overname van A2000.”
Jullie TV-tarieven stegen toch flink?
“We zijn zware verplichtingen aangegaan bij de overname van A2000. Die hebben we ter discussie gesteld in heel veel gemeenten, omdat we tegen of onder de kostprijs moesten leveren.
Bovendien kon UPC geen marketing in Nederland doen met 169 verschillende tarieven voor hetzelfde pakketje van 30 kanalen.
In 2004 begonnen we met heronderhandelen. Voor het grootste deel nam ik daar zelf aan deel en heb zo grote delen van Nederland leren kennen, van Smallingerland tot Helmond.. In Amsterdam ontstond er een probleem, ging een bijna-akkoord niet door en stonden we even voor de rechter. Toen is de tariefsverhoging teruggedraaid en later is er geharmoniseerd met een schikking.”
Dus meestal kregen UPC en jij uiteindelijk hun zin en stegen de tarieven. En recent won je de jarenlange zaak tegen Hilversum om tarieven bij het Europese Hof?
“De TV-tarieven zijn gestegen, alhoewel de laatste jaren minder dan de consumentenprijsindex. Internettarieven zijn enorm gedaald, van 22 euro per megabit per maand in 2000 tot nu een kwartje per megabit nu. Bijna een factor 100 minder geworden.”
Hebben Amsterdam en Nederland geprofiteerd van innovatie door UPC?
“Nederland staat in de wereld inmiddels in de top drie voor breedband. En het operationele centrum van het internationale moederbedrijf - met totaal 35.000 medewerkers in Europa en Latijns-Amerika - is in Amsterdam. Heel veel producten worden eerst hier uitgerold, zoals alle nieuwe kabelmodems en nu ook de Horizonbox.
Op de eerste 10 megabit verbinding in het Huis van de Toekomst op IJburg in 2003 waren we maar wat trots. We stonden met z’n allen rond dat metertje, een enorme mijlpaal. Voor Amsterdam was het een mooie Europese primeur.
Dat tekent ook de relatie met de stad. Soms gefoeter over en weer, maar ondertussen is Amsterdam gelukkig met de innovatie, investeringen, werkgelegenheid en wij met het feit dat we hier 3.000 hooggeschoolde, voor een groot deel buitenlandse, werknemers in een leuke stad kunnen laten wonen.”
Cisco zou in Amsterdam de grootste buitenlandse ICT-speler worden, maar stilaan is UPC dat geworden, samen met moederbedrijf Liberty Global op Schiphol-Rijk. Wat maakt Amsterdam aantrekkelijk?
“Liberty Global telt hier nu zo’n 1.300 werknemers, verdeeld over meer dan 50 nationaliteiten. Slechts 30 procent is Nederlands. Daarnaast heeft UPC Nederland zo’n 1.700 medewerkers waarvan de meeste in Amsterdam werkzaam zijn. We zijn nu zes tot zeven keer zo groot als na de overname van A2000.
Kwaliteit van leven staat hier op een hoog niveau; wonen, mobiliteit, scholing. Allemaal tegen redelijke prijzen. Zeker als je het vergelijkt met Londen. Voor buitenlanders is het ook aantrekkelijk dat iedereen Engels spreekt. Weinig buitenlanders vinden het een straf om hier te moeten leven. Behalve het weer, daar wordt het meest over geklaagd.”
Stemadvies voor de Europese verkiezingen?
“Ik ben absoluut Europeaan. Dat heb ik natuurlijk ook voor een deel van m’n oudoom [Max, EU-grondlegger] meegekregen. Voor Nederland is het Europese Hof het constitutionele Hof geworden. Daar wordt het laatste oordeel geveld.
Ik denk dat Europa zwaar nodig is om de toekomst veilig te stellen. UPC en Liberty zouden niet in de huidige vorm hebben bestaan zonder de Europese markt.”
Wat waren in de afgelopen vijftien jaar doorbraken voor UPC en de kabelsector?
“Docsis en de Europese versie Eurodocsis vormde de grootste internetdoorbraak die de tv-kabel meemaakte. Ineens waren er mondiale standaarden voor modems, leidend tot steeds hogere snelheden van internetaansluitingen. Dat heeft de internetmarkt fundamenteel veranderd.
Ook ons Horizonplatform is een mijlpaal, ofschoon sommigen er twijfels bij hebben. Het is het begin van een nieuw soort gebruikersinterface van multimedia in huis. Als we die niet hadden gebouwd, waren we nu slachtoffer geweest in de strijd met Netflix, Amazon, Apple, Google en alle ander over-the-top aanbieders van video.
De consolidatieslag die is gemaakt, was uiteraard ook heel belangrijk. Met de aangekondigde overname van Ziggo als climax.”
Als video allemaal over IP zal gaan, wat betekent dat voor de inkomsten per tv-kanaal en de tv-pakketten? Kan het oligopolie van vaste infrastructuuraanbieders - jullie met KPN - het blijven winnen van deze over-the-top aanbieders?
“Ik maak echt bezwaar tegen de term oligopolie, want die marktstructuur zien wij niet. Wij concurreren heel heftig met vele partijen, niet alleen KPN maar ook Vodafone en T-Mobile voor telefonie. De jongere generatie tot 20, 25 jaar kijkt geen video meer via de kabel, maar op de laptop, tablet of mobiel via het internet. De marktstructuur is fundamenteel aan het veranderen en aan het convergeren.
Natuurlijk heeft UPChier een sterke marktpositie, maar nog steeds veel minder dan KPN, als je ook mobiel en de zakelijke markt meeneemt.”
Is het onze UPC met onze werkgelegenheid, die strijdt tegen Amerikaanse over-the-top aanbieders, zoals Netflix, die zonder hinder van toezichthouders eenvoudigweg de markt veroveren?
‘Voor Europa is het noodzakelijk dat er Europese ondernemingen ontstaan die ook waarde creëren met bijvoorbeeld nieuwe videodiensten. Europese Netflixen moeten gewoon ontstaan.”
UPC zelf, RTL en Sanoma/SBS?
“Wij zullen een rol in spelen in nieuwe vormen van muziek- en videodistributie, maar we willen vooral stimuleren dat ook andere partijen dat gaan doen.”
RTL wist al hogere prijzen te bedingen voor haar zenders in de afgelopen jaren. Wordt de strijd heftiger als RTL ook meer direct via internet gaat distribueren?
“RTL zie ik meer als zakenpartner, in alle opzichten. We verdienen samen geld doordat zij aantrekkelijke programma’s maken die wij mooier verpakken en naar de klanten distribueren. Juist intensieve samenwerking bepaalt het succes.
En naar de toekomst: we focussen op video en muziek, maar binnen vier, vijf jaar is meer dan de helft van het internetverkeer machine to machine. Dan gaat een hele nieuwe golf van applicaties de boventoon voeren. Waarvan we nog niet weten hoe die eruit gaat zien.”
UPC zal net als Google ook in domotica investeren?
“Hopelijk wel, maar we zijn nooit de enige die diensten voor het beheer van energievoorziening en het huishouden zullen aanbieden. De grootste doorbraak van de afgelopen decennia internet is volgens mij dat de IP-laag een hele grote gelijkmaker is geworden. De marktentree voor nieuwe leveranciers van apps en diensten is veel lager geworden.”
Moeten jullie ook meer diensten en apps gaan aanbieden, in concurrentie met de partijen die via jullie infrastructuur hun klanten bereiken?
“Ik denk dat wij daar voor een deel aan mee willen doen. We kunnen niet achterblijven.”
Waarom zo dralen om fors in 4G mobiel te gaan?
“Daar moet je een geschikt bedrijfsmodel voor hebben. We zijn nu liever een virtual mobile operator; op het netwerk van een ander mobiele diensten aanbieden.”
Je staat bekend als de beste lobbyist in de telecommarkt.
“Dat is te veel eer. Veel bedrijven kennen in Brussel goed de weg, vooral de Amerikaanse, Duitse, Franse en Engelse. Deutsche Telekom en British Telecom hebben kantoren met honderden mensen.”
Maar het gaat om persoonlijke contacten op hoog niveau. Je kent Neelie Kroes goed en kon voor zover bekend zo bij haar binnenlopen? Ook wordt verteld dat je relaties met de Koninklijke familie – die veel met internet in de weer was - warm zijn, voorheen met Friso met wie je in de Raad van Commissarissen van Telenet zat en nu Constantijn, die lid was van het kabinet van Neelie Kroes op Digitale Zaken en nu in Amsterdam met haar komt werken.
“Over de Koninklijke familie spreek ik niet. Met Neelie heb ik een zakelijke relatie. Heb veel met haar gesproken, als Mededingingscommissaris en daarna nog meer met Digitale Zaken. Ook met haar voorgangers: Likkanen, de Fin die veel van technologie wist, en Viviane Reding.
Ook meer en meer met Europarlementsleden. De totstandkoming van telecomwetgeving is in de loop der jaren meer verschoven naar het parlement en er vindt veel overleg plaats tussen rapporteurs van het parlement, de betrokken commissarissen en ambtenaren en de nationale delegaties. Het speelveld is alsmaar groter geworden, ook door de uitbreiding van het aantal lidstaten.”
Is het een Nederlands, of zelfs Amsterdams, belang dat Neelie Kroes Digitale Zaken deed?
“Neelie zal dat niet beamen, want zij voelt zich echt Europeaan en legt de nadruk erg op het communautaire. Dat is haar rol ook. Het nationaal belang moet je niet op de voorgrond stellen als Europees minister.
Voor Nederland, en ook voor Amsterdam, is het wel belangrijk om mensen op cruciale posten in Brussel te hebben. Daar is een tijdje veel werk van gemaakt, nu wat minder actief. Momenteel is het belangrijker dat hier de stroom investeringen op gang blijft om een vooraanstaande rol in ICT te blijven vervullen. Dat Nederland voor de Cisco’s en uiteraard UPC een aantrekkelijk klimaat blijft bieden.”