In zijn proefschrift onderzoekt Asscher*, die op 23 mei a.s. hoopt te promoveren, of de huidige grondwet nog geschikt is om de vrijheid van meningsuiting en het communicatiegeheim te beschermen. Hij stelt ook de vraag of het mogelijk is om het communicatiegeheim zo te formuleren dat de wetstekst niet door technologische vernieuwingen wordt ingehaald.
Communicatiegrondrechten is een grondig juridisch onderzoek. Asscher, die als columnist aan Netkwesties is verbonden, begint met een begripsbepaling. Aan de hand van enkele juridische en rechtsfilosofische standaardwerken beschrijft hij wat onder vrijheid van meningsuiting en het communicatiegeheim wordt verstaan.
Deze rechten zijn veranderd, betoogt hij, omdat de techniek veranderd is. Categorieën als radio, televisie en drukpers, die de huidige grondwet 'kent', zijn veel minder relevant omdat de pc en het internet ertoe leiden dat meningsuitingen en communicatievormen op een volstrekt andere wijze plaatsgrijpen. De regulering is niet meer aan het kanaal te koppelen, aldus Asscher.
Artikel 7 van de grondwet, waarin de vrijheid van meningsuiting is vastgelegd, beschermt de verspreiding en ontvangst van meningsuitingen zoals internet die mogelijk maakt niet afdoende, meent Asscher. De grondwet zou alle uitingen en methoden om informatie te ontvangen, ongeacht het medium (radio, televisie, krant, internet) moeten beschermen.
Artikel 10 van het Europees tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM) en het Amerikaanse First Amendment zouden als voorbeeld kunnen dienen voor een nieuw grondwetsartikel omdat zij het "gehele communicatieproces" beschermen, betoogt Asscher.
Het communicatiegeheim (gesprekken, privacy) beperkt zich nu tot brieven, telefoongesprekken en telegrammen. Artikel 13 van de grondwet beschermt geen andere communicatievormen zoals e-mail, discussieforums, newsgroups of priv‚gesprekken in chat rooms en instant messengers.
Asscher stelt voor om artikel 8 van het EVRM als uitgangspunt te nemen om vertrouwelijke communicatie te beschermen in Nederland. Artikel 8 EVRM is veel ruimer dan het Nederlandse grondwetsartikel dat de communicatievrijheid nu beschermt. Het eerste lid luidt: "Een ieder heeft recht op respect voor zijn priv‚ leven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie." De bescherming van het EVRM is niet gekoppeld aan een bepaalde vorm van communicatie of techniek.
Asschers proefschrift is ook voor niet-juristen de moeite waard. Communicatiegrondrechten is een zeer informatief boek dat een uitstekend beknopt overzicht biedt van de geschiedenis van de vrijheid van meningsuiting en het communicatiegeheim. Ook de jongste discussies over deze rechten komen aan bod. Asscher schrijft helder en legt juridische begrippen duidelijk uit, zonder in jargon te vervallen.
Lodewijk Asscher: Communicatiegrondrechten. Een onderzoek naar de constitutionele bescherming van het recht op vrijheid van meningsuiting en het communicatiegeheim in de informatiesamenleving. Otto Cramwinckel Uitgever.
De openbare verdediging van het proefschrift vindt op 23 mei 2002 om 10 uur plaats in de Lutherse Kerk, Singel 411, in Amsterdam.