Internet zet de wereld op z'n kop, want het maakt alles transparant en doet hele industrieën op de grondvesten schudden. Door internet verschuift ook de macht van politieke organisaties naar individuen en groepen die ze onderling smeden.
Een hand vol moderne filosofen, psychologen, antropologen en sociologen heeft door hoe deze technologie het menselijk gedrag beïnvloedt. Internet haalt zowel het beste als het slechtste in mensen naar boven.
Maar we hebben eigenlijk nog weinig gezien. De stofwolken van de internetrevolutie trekken langzaam op en we kunnen de invloed vaak nog maar nauwelijks bevatten. Laat staan overzien welke trends en verschuivingen er nog zullen volgen.
Het grote probleem is niet technologie, maar ons menselijk vermogen om de invloed van technologie juist in te schatten en ons gedrag in goede banen te leiden. Mensen deinzen er ook voor terug, want ze vinden veranderingen lastig en eng. We verkrampen, starend in het felle licht van de koplampen.
Spam, privacy en NSA-schandalen? Al in de film Enemy of the State van Tony Scott uit 1998 (met Will Smith en Gene Hackman) probeert een corrupte politicus een advocaat te laten vermoorden door de NSA. Destijds nog sciencefiction, nu realiteit.
Veel bekender is Minority Report van Steven Spielberg uit 2002 (met Tom Cruise), met ook al een voorspelling en het voorkomen van criminaliteit op basis van big data. Tien jaar later is ook dit realiteit en zullen we steeds meer kunnen voorspellen met behulp van big data inzichten.
Als trendwatcher heb ik meer met deze culturele voorlopers dan met wetenschappelijke beschouwingen. Deze lopen vaak hopeloos achter. Ik spreek veel futuristen, die ingezet worden door Hollywood bij het schrijven van filmscripts en TV-formats.
En zo kan ik nog wel tien voorbeelden noemen. Steve Austin, de man (cyborg) van 6 miljoen, de inmiddels 40 jaar oude tv-serie waarin al bio- en nanotechnologie wordt toegepast met de implicatie dat de mensheid in 2045 onsterfelijk zal zijn. Nu blaas ik liever op mijn 85e mijn laatste adem uit, Deo Volente. Maar qua technologie kunnen we nu al veel wat eerder louter als fictie is gepresenteerd.
Zitten je kinderen twaalf uur per dag achter hun PS4 om FIFA 2014 te spelen? Tja, dan kun je als ouder klagen over technologie, maar ook je opvoedende rol ter hand nemen: hup kinderen, nu naar buiten en anders gooi ik ‘m twee weken achter slot en grendel. En ja, we vertonen soms wat Asperger-achtig en soms zelfs verschrikkelijk asociaal gedrag met het intensieve gebruik van sociale media en smartphones. Maar ligt dat aan de technologie of aan de mensen achter de knoppen?
Dus we moeten stoppen met wijzen naar technologie als kwalijke factor als we kritiek hebben op de omgang ermee. Technologie is geweldig en faciliteert ons om meer goed te doen. We transformeren bijvoorbeeld dankzij deze nieuwe technologie ook naar een ‘networked economy’ en we betreden het tijdperk van collaborative ecosystems. Meer samen doen, minder najagen van eigen belang. De internetrevolutie zet de wereld op z’n kop, maar mensen kunnen het moordende tempo niet meer bijbenen.
Dat wreekt zich in de praktijk. Als voorzitter van de IAB ben ik in vijf jaar tijd 17 keer bij de Europese Commissie geweest om telkens in Jip & Janneke taal aan ambtenaren en bewindslieden uit te leggen wat cookies precies zijn en wat er precies mee wordt gedaan. Als gevolg van compromispolitiek en partijpopulisme is wetgeving voor cookies in twaalf jaar al vijf keer aangepast. Besluiten worden genomen door politici en bestuurders die e-mails door hun secretaresse laten printen en deze in een map meenemen op reis. Om die map vervolgens in het vliegtuig of de trein te laten liggen. De wetgeving loopt hopeloos achter de feiten aan.
Nog een: tot mijn frustratie zie ik dat België en Frankrijk tech-taxiservice Uber willen verbieden. De Fransen gaan nog een stap verder door de woorden e-mail en hashtag uit het woordenboek te schrappen. What’s next? Een Chinees-achtige firewall om Franse internetgebruikers ook Amazon en Airbnb te onthouden? Of misschien een hek om Frankrijk, niemand erin en niemand eruit? Zijn we zo doodsbang voor de internetrevolutie?
Google en Facebook zijn mediabedrijven, vermomd als technologiebedrijven. Ze maken miljarden winst met advertenties en de aandelenkoersen gaan door het plafond. Helaas is Google een monopolistische ‘zoekterrorist’ en Facebook lapt werkelijk alle regels van privacy aan de laars, natuurlijk puur en alleen uit winstbejag. En wat doen de regelgevers met deze Wolves of Wall Street? Die wijzen naar technologie en proberen die aan te pakken. Fout. Het gaat om gedrag, ethiek en sociologie, niet technologie.
Maar wat verwacht je van een Obama-regering die verantwoordelijk is voor NSA- schandalen? Een regering die online gokken in de VS oogluikend toestaat tegen een afkoopsom van 1 miljard dollar. Met gokhuizen die jaarlijks 14 miljard dollar winst maken. Wie pakt monopolist Google aan? Wie pakt notoire privacyschender Facebook aan? Wie let er op Larry, Sergey, Mark en de rest van de San Francisco ‘gang’?
Geef mij maar mannen als Bill Gates. Groot geworden door technologie. Rijp, volwassen en hij geeft terug aan de maatschappij met zijn Bill & Melinda Gates Foundation. Geen egosysteem maar collaborative ecosysteem.
Wat mij betreft kunnen we dus beter stoppen met het wijzen naar technologie als kwade bron. Technologie kan alles, maar het gaat in de essentie om menselijk gedrag. Hoe we met veranderingen om willen gaan. Hoe we ethiek willen bewaken.
Een pessimist ziet gevaar in iedere mogelijkheid maar een optimist ziet kansen in iedere bedreiging. In de afgelopen eeuwen heeft maar een paar generaties de kans gehad om maatschappij en economie opnieuw vorm te geven. Wees een optimist. Gefeliciteerd klas van 2014: omarm technologie en doe er samen iets goeds mee.