In een uitspraak vandaag heeft het Hof Den Haag vandaag geoordeeld dat de centrale opslag van vingerafdrukken onder de Paspoortwet onrechtmatig is. In een zogeheten ‘algemeen-belangactie’ had Privacy First deze rechtsvraag samen met 19 mede-eisers (burgers) aan het Hof voorgelegd.
In februari 2011 achtte de rechtbank Den Haag Privacy First niet-ontvankelijk. De rechtbank kwam daardoor niet aan een inhoudelijk oordeel over de Paspoortwet toe. Het Hof verklaart Privacy First alsnog ontvankelijk en vernietigt het vonnis van de rechtbank.
Tevens acht het Hof centrale opslag van vingerafdrukken onrechtmatig wegens strijd met het recht op privacy, zoals verwoord in het Europese Verdrag van de Rechten van de Mens, artikel 8. Centrale opslag van vingerafdrukken onder de Paspoortwet lijkt daarmee voorgoed van de baan.
Overigens had minister Donner in 2011 al vraagtekens geplaatst bij de voorziene verificatie en identificatie van vingerafdrukken. Hij meende dat de kans op fouten te groot was en stopte de ontwikkeling. Dit is een reden te maar, aldus het Hof, dat de rechtbank de vordering van privacy First had moeten toewijzen.
In mei 2010 dagvaardde Privacy First c.s. de Nederlandse Staat (ministerie van Binnenlandse Zaken) wegens de centrale opslag van vingerafdrukken onder de Paspoortwet. Dergelijke centrale opslag was met name bedoeld om kleinschalige identiteitsfraude met paspoorten (look-alike fraude) te voorkomen.
Mede onder druk van de rechtszaak van Privacy First werd de centrale opslag van vingerafdrukken in de zomer van 2011 stopgezet. Door de uitspraak van het Hof Den Haag wordt eventuele toekomstige centrale opslag van vingerafdrukken juridisch onmogelijk gemaakt, concludeert bureau Brandeis, de advocaat van Privacy First
Ook trekt Brandeis uit de ontvankelijkheid de conclusie dat Privacy First (en andere maatschappelijke organisaties) in het algemeen belang rechtszaken kunnen blijven voeren voor privacyrechten, bijvoorbeeld de zaak tegen de Nederlandse Staat naar aanleiding van de NSA-affaire.