*) Onderstaand artikel komt uit Surf Magazine. Hier kunt u een gratis abonnement op nemen.
Voor wie werkt Surf? Voor universiteiten en hogescholen, zullen de meeste mensen antwoorden – als ze überhaupt weten wat Surf is. Maar Maarten Hillenaar, directeur Informatiseringsbeleid van de rijksoverheid, denkt daar anders over:
“De Surf-infrastructuur is niet alleen voor het hoger onderwijs en onderzoek van groot belang, de hele kenniseconomie van Nederland heeft er groot belang bij. Door Surfnet ontstond de Amsterdam Internet Exchange, die nu het grootste publieke internetknooppunt van Europa is en waardoor een opmerkelijk groot aantal ICT-bedrijven in Amsterdam is gevestigd.”
Een ander voorbeeld is volgens Hillenaar de introductie van lichtpaden naast het ‘traditionele’ internet. Hierdoor kon Surf onlangs de eerste 100 GB-verbinding over de oceaan naar de Verenigde Staten realiseren. Hillenaar: “Deze hoogwaardige infrastructuur is een belangrijke factor voor grote kennisintensieve bedrijven om Nederland als vestigingsplaats te overwegen.”
Top-5 van de wereld
Hillenaars oordeel wordt ondersteund door Ronald Verbeek, die als directeur van het CIO Platform Nederland de Chief Information Officers (CIO’s) bij grote bedrijven en overheidsorganisaties vertegenwoordigt.
Verbeek: “Kijk naar de ranglijsten voor Networked Readiness en Global Competitiveness: daar staat Nederland in de top-5 van de wereld. Dat is voor een belangrijk deel te danken aan het werk van Surf. Het is namelijk niet voldoende om de state of the art in netwerken en diensten te hebben, want die heeft elk land dat mee wil doen. Het gaat erom dat je met de state of tomorrow’s art aan de slag gaat. Dat heeft Surf tot nu toe altijd heel succesvol gedaan.”
“Nu snap ik best”, vervolgt hij, “dat de overheid momenteel wat moeilijker in haar geld zit. Maar dan moet je juist dáár gaan investeren waar je kans hebt op vernieuwing, waar je voorop kunt lopen in de wereld. Want dáár zit straks de toegevoegde waarde – en de extra revenuen.”
Te gelde maken
Wat Verbeek ook zorgen baart zijn de gevolgen voor het onderwijs als de Surf-innovatie stokt. “Het bedrijfsleven en de overheid hebben een grote en groeiende behoefte aan nieuwe soorten ICT-medewerkers. Die moeten als student leren om te gaan met grote datahoeveelheden, met technologieën die het samenwerken op afstand verbeteren, en met de hogere netwerksnelheden die andersoortig onderzoek mogelijk maken.”
“Dus de toekomstgerichte fundamenten die Surf onder het onderwijs legt, zijn volgens mij cruciaal. De opgedane kennis en ervaring kunnen studenten vervolgens in het bedrijfsleven weer te gelde maken.”
Aanpassingsvermogen
De conclusie lijkt duidelijk: korten op innovatie door Surf is een bijzonder dure vorm van zuinigheid. En juist in een tijd van bezuinigingen wordt het werk van Surf alleen maar belangrijker. Dat benadrukt Richard Oerlemans, voorzitter van het CIO-beraad van de universiteiten en hogescholen:
“Ons collectieve aanpassingsvermogen moet omhoog. Dat zou een essentieel onderdeel van onze samenwerkingsstrategie moeten zijn. Welnu, Surf is een verbond van het hoger onderwijs en onderzoek om een gezamenlijk strategisch perspectief na te jagen op ICT-gebied – én om dat perspectief te vertalen naar de praktijk.”
De uitgangspositie is goed, zo oordeelt Oerlemans. “Kijk naar het geavanceerde Surfnet, naar de krachtige rekenclusters van Surfsara, en naar de collectieve afspraken met leveranciers door Surfmarket. Al die zaken komen nu samen in de cloudstrategie die centraal moet staan in de komende jaren.”
Met de collectieve dienst Surfconext kunnen studenten, docenten en onderzoekers op een eenvoudige manier, met hun eigen instellingswachtwoord, toegang krijgen tot een enorm aantal diensten in de cloud. “Ik denk dat daar een hoop winst te behalen is – als je het samen in de sector goed aanpakt.”
Optimale faciliteiten
“Laten we wel wezen”, benadrukt Oerlemans, “de echte concurrentie in het hoger onderwijs en onderzoek is niet op nationaal, maar op Europees en wereldniveau. Instellingsbestuurders zouden dus gezamenlijk moeten inzetten op optimale faciliteiten.”
Is Surf daarbij het aangewezen middel? “Ja, ik denk dat dít de missie is voor de Surf-organisatie: innoveren om bij succes op te schalen naar zo groot mogelijke delen van de sector. En in de kortst mogelijke tijd. Zo maakt Surf het geheel meer dan de som der delen.”
Drastische bezuinigingen
Het leek in Nederland zo goed geregeld: door een stabiele overheidsbijdrage voor Surf waren baanbrekende innovaties mogelijk en kon ons hoger onderwijs en onderzoek zijn digitale infrastructuur collectief blijven vernieuwen. In andere landen was die vernieuwing meer lokaal of projectmatig, en dus haperend en kwetsbaar. Dit gaf Nederland niet alleen een voorsprong op ICT-gebied, maar het versterkte tegelijkertijd de kwaliteit van het Nederlandse onderzoek en onderwijs.
Maar dit voorjaar kondigde het ministerie van OCW een drastische korting aan op het Surf-budget voor innovatie van de technische infrastructuur. Eerder was de overheid gestopt met het investeren van aardgasbaten, waarvan steeds een deel via Surf naar de digitale infrastructuur ging. Voorlopig resultaat: een tekort van bijna dertig procent op het minimaal noodzakelijke budget.