Een bekende Twitterverslaafde had het licht ineens gezien in juli. Ik zat in het andere kamp, dat van degenen die liever geen iPad ziet in het onderwijs.
Immers, ik noemde een column van Hans Schnitzler ‘magistraal’. Niet dat die column over onderwijs ging, maar alleen al dat ik een column van hem - ik geloof met een aanklacht tegen de quantify self beweging gericht - prachtig geformuleerd vond was verdacht.
Zou het niet kunnen dat je voortreffelijk onderwijs kunt geven met intensief gebruik van computers? Maar ook zonder dat er een computers aan te pas komt kinderen uitstekend op hun toekomst kunt voorbereiden. En het tegendeel ook? Ik probeer een middenweg te vinden en dat valt niet mee
Ik vind in elk geval dat veel mensen momenteel te veel naar schermen kijken en te weinig onderling communiceren. Dat zal wel weer bijtrekken, mag ik hopen.
Signalen zijn soms zorgelijk, bijvoorbeeld dat intensief schermgebruik gezinsleven kan ondermijnen. Aan de andere kant hebben gezinsleden die fysiek niet bijeen zijn dankzij de schermen weer meer contact. Al is dat killer, vermoed ik.
Crimineel
De Volkskrant schreef zaterdag over het Eurocollege naar aanleiding van de banvloek van directeur Edu van de Walle die eerder aandacht kreeg in het Financieele Dagblad:
“Ook ons instituut heeft computerlokalen gehad waar studenten zichzelf moesten redden. De onderwijsinspectie moedigde die ontwikkeling aan. Maar de concentratie liet te wensen over, de taalvaardigheid werd minder en de studieresultaten bleven achter.
Toen heb ik besloten om de computers de deur uit te doen. In de klas werken we met pen en papier en echte boeken. De laptop blijft in de tas. Dat is hier een strikte regel tijdens de lessen.”
Dat pakt goed uit volgens de directeur. Leerlingen en vooral ouders zijn enthousiast. Net zo enthouasist, vermoed ik, als de ouders die weglopen met de nieuwe Steve Jobsscholen die mede door Maurice de Hond zijn opgericht. De Wallee daarover:
“Ik kan een vloek maar amper onderdrukken als ik de plannen zie van Maurice de Hond voor de Steve Jobsscholen. Daar neemt de iPad taken over van de leraar en kunnen leerlingen zelf bepalen hoe laat ze binnenkomen. Geen vast lokaal meer, geen vaste leerkracht en geen vaste lesuren. Dat gaat niet werken.
… De Steve Jobsscholen komen uit de koker van babyboomers die hun verlangen naar vrijheid in het onderwijs projecteren op de volgende generaties. Ze passen het Darwinistische model van overleven toe op studenten op mbo-niveau. Dat is niet fair. Zelfs studenten aan de universiteit hebben daar nog moeite mee.
Wie beroepsonderwijs volgt, moet eerst zijn denkvermogen ontwikkelen. Een studieboek helpt daarbij. Dat biedt structuur. Internet geeft alleen maar ontzaglijke hoeveelheden hits. Dan blijf je steken in de rol van consument die gaat downloaden. En dan maar denken dat je digitaal bent ontwikkeld.”
De Walle geeft nog mee dat hij zelf een enthousiast gebruiker is van digitale apparatuur en internet.
Voorlopig positief
Maurice de Hond zelf vroeg me om aandacht te besteden aan deze blog over het al dan niet goed zijn van de Steve Jobsscholen. Het antwoord is uiteraard positief, anders zou Maurice er niet naar verwijzen. Maar er is ook ruimte voor nuance:
“De wetenschappelijke werkelijkheid van nu is dat het inzicht in de manier waarop dat op langere termijn doorwerkt in het leerproces en ontwikkelingsproces van kinderen nog maar heel beperkt is.
Uit onderzoeken die er wereldwijd worden gedaan, zien we dat de effecten van de omgang met digitale media door kinderen tot nu toe nog niet erg positief zijn. We hebben het effect onderschat (of overschat) en het in elk geval niet goed aangepakt, is de conclusie.
Dat een nieuw initiatief als dat van de Steve Jobsscholen nauwgezet gevolgd gaat worden op zijn effecten, lijkt me dus goed. Maar ik zie geen reden om dit onderwijsinitiatief meteen negatief te benaderen.
Het is namelijk één van de eerste serieuze pogingen, waar wél is nagedacht over goede integratie van digitale middelen in het onderwijs en sturing en begeleiding van leerlingen, die met die digitale middelen gaan werken, en dat met de kennis en wetenschappelijke inzichten van vandaag. Dat moet een kans krijgen.
Vooral als de afkeer voor dit soort onderwijsvormen bij een aantal Volkskrant-columnisten gebaseerd lijkt te zijn op a-sociaal gedrag van sms-ende en twitterende tieners en gamende basisschoolleerlingen, haak ik helemaal af.
Dat heeft niks te maken met de vraag of ons onderwijs gebaat is met volledig benutten van nieuwe digitale mogelijkheden. Misschien is dit a-sociale gedrag juist wel een gevolg van het feit dat we te weinig over de effecten van die digitalisering hebben nagedacht en er dus te weinig met de digitale opvoeding van de jeugd is gedaan.
Die digitale maatschappij is gewoon een feit voor onze kinderen. We staan als volwassenen voor de keuze om kinderen verantwoord te leren omgaan met die nieuwe mogelijkheden of ze daarin aan hun lot over te laten (wat in de afgelopen jaren op grote schaal is gebeurd, zo tonen recente onderzoeken dus wel aan).”
KNAW-advies
Helaas kreeg dit advies van de KNAW Digitale geletterdheid in het voortgezet onderwijs weinig aandacht. Het pleit voor het leren programmeren op de middelbare school.
De KNAW bestaat uit wetenschappers die wat dieper en langer nadenken over kwesties dan de gemiddelde deelnemer aan de discussie over al dan niet iPads op scholen. Het advies gaat overigens over middelbaar onderwijs en niet over basisscholen.
Alleen al de titel is krachtig en geeft de essentie weer. Je moet kinderen qua vaardigheden goed voorbereiden op de toekomst: ze niet opleiden voor bepaalde apparatuur, maar inzicht bieden in de werking ervan. Dat betekent bijvoorbeeld leren programmeren om te doorgronden hoe we gecodeerd worden in gedrag met die apparatuur . (zie daarvoor ook Voorgeprogrammeerd van Rathenau). De aanbevelingen:
1. Voer een nieuw verplicht vak Informatie & communicatie voor de onderbouw van havo en vwo in. Dit dient een breed en compact inleidend vak te zijn, dat de essentiële aspecten van digitale geletterdheid tot onderwerp heeft.
2 Voer een grondige vernieuwing van het keuzevak Informatica voor de bovenbouw van havo en vwo door. Het vak dient door een flexibele en modulaire opzet actueel te blijven en leerlingen van alle profielen aan te spreken
3. Stimuleer de interactie tussen deze vakken en de andere schoolvakken.
4. Geef prioriteit aan de opleiding van een nieuwe generatie docenten met nieuwe vaardigheden en attitudes. Draag het hbo en de universiteiten op hierbij samen te werken.
5. (voor de Minister van Economische Zaken) Bevorder het onderwijs in de digitale geletterdheid, in samenhang met de initiatieven die de Minister van OCW neemt. U brengt daarmee de realisatie van Uw Digitale Agenda.nl dichterbij.
Advies over lager onderwijs volgt nog. Maar het is wel urgent: “De huidige vakken Informatiekunde en Informatica op havo en vwo hebben een marginale positie, schieten kwalitatief tekort en zijn inhoudelijk uit de tijd. Het is urgent daar iets aan te doen. Nederland heeft de plicht excellent onderwijs te blijven bieden.
Daartoe moet het dit onderwijs voortdurend aanpassen aan de eisen van de tijd. Dat is geen ideële zaak maar dient de kracht van onze maatschappij en economie. Een innoverend land is digitaal geletterd…”