Worden we nu slimmer of dommer van digitale media? Die discussie is zeer relevant nu steeds meer basisscholen in Nederland tablets in de les gebruiken. Zo start in Nederland dit schooljaar een aantal basisscholen met het onderwijsmodel O4NT.
Spitzer baseert zich op wetenschappelijke onderzoeken en hoe belangrijk dat is, bevestigt hij zelf ook meerdere malen in het boek. Er wordt veel onzin over digitale media verspreid zonder wetenschappelijke onderbouwing, schrijft Spitzer waarschuwend. Maar zelfs argumenten die gebaseerd zijn op wetenschap, kunnen misleiden.
Zo verwijst Spitzer naar het artikel Internet Paradox van onderzoeker Robert Kraut, uit 1998. Kraut concludeerde dat proefpersonen die vaker internet gebruikten, minder communicatie met familieleden hadden. Ook werd de sociale kring van de vaker internettende deelnemers kleiner. Maar vier jaar later schreef dezelfde wetenschapper het artikel Internet Paradox Revisited. Daaruit bleek dat de negatieve effecten die ze in 1998 nog hadden waargenomen, inmiddels bij de proefpersonen waren verdwenen. Dat tweede onderzoek noemt Spitzer in zijn boek niet.
Dit selectief citeren doet Spitzer wel vaker. In het wetenschappelijke artikel Does it Compute? schrijft Harold Wenglinsky dat computers in de klas zowel positieve als negatieve effecten kunnen hebben. Onder meer hoe die technologie wordt ingezet, is daarbij belangrijk. Maar Spitzer negeert die nuance en noteert in zijn boek alleen dat volgens Wenglinsky leren met de computer “een negatief effect op de prestaties” heeft.
Prof. dr. dr. Manfred Spitzer wordt op de achterkant van het boek geprezen als “een van Duitslands belangrijkste geheugenonderzoekers”. Dat mag zo zijn, maar iemand die meerdere keren conclusies uit wetenschappelijke onderzoeken negeert die niet in lijn liggen met zijn stelling, verliest zijn geloofwaardigheid.
Zeker niet als duidelijk wordt dat zijn tirade tegen digitale media ook een persoonlijke kant heeft. “Naar mijn mening is het een horrorshow wanneer drie generaties niets beters met hun tijd weten te doen dan voor een beeldscherm op buitenaardse wezens te zitten schieten”, schrijft Spitzer. Hij háát videogames en eigenlijk alles met een beeldscherm. Dat is zijn goed recht, maar ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat Spitzers morele afkeer van digitale media een objectieve blik in de weg staat.
En dat is jammer. Want wanneer een samenleving besluit en masse een nieuwe technologie te omarmen, dan is dat het onderzoeken waard. Vooralsnog komt uit onderzoeken een genuanceerd beeld naar voren, maar wie weet, misschien is het wel zo dat de invoering van iPads het studerend vermogen van leerlingen op de lange termijn schaadt. Maar door alleen de feiten te benoemen die passen in zijn betoog, wekt Spitzer de indruk dat zijn noodkreet – “mijd digitale media” – niet op de waarheid is gebaseerd. Daarmee bewijst hij het publieke debat, maar ook zijn medestanders, bepaald geen dienst.
Dit artikel is eerder verschenen bij DNP. Lees meer artikelen van Peter Teffer door een abonnement te nemen via de website van DNP of door de iPhone- en iPad-app van DNP te downloaden. Warm aanbevolen! (Probeer de artikelen van Peter Teffer tot eind augustus gratis. Vul de code 0004ACDNPTF in na aanmelding.)