Mijn bezwaar tegen het boek van Spitzer is dat hij stelt dat je door digitale media dommer wordt en dat je dus ervoor moet zorgen dat je je kinderen daar zover mogelijk vanaf moet houden want anders worden ze daar dik, dom, agressief, eenzaam en depressief van. (Staat zo letterlijk in zijn boek, en gebaseerd op een heel fundamentalistische levensvisie, zoals ook uit het eind van dat boek blijkt). Maar als je dat advies als ouder opvolgt dan bewijs je je kinderen daar geen dienst mee, want dan zet je ze op een forse achterstand, omdat de wereld waar zij later in terecht komen een wereld is met nog een prominentere rol van digitale media dan de wereld van vandaag.
Dus ja, natuurlijk moet je je ook bewust zijn van de nadelen en daar alert op zijn, maar dat is echt iets compleet anders dan Spitzer in zijn boek zegt en ook compleet anders dan Schnitzler impliceert als hij in zijn columns met regelmaat naar Spitzer refereert.
Ik ken inderdaad het rapport van het SCP uit 2002 “van huis uit digitaal”. En het is wederom triest van Schnitzler dat hij daarheen verwijst en dat blijkbaar voor de situatie in 2013 geldig vindt (en mij dan ouderwets noemt). Wat was de situatie in 2002 en waar ging het rapport over?
De centrale vraag toen was of de school een rol moest spelen om kinderen met een computer te kunnen laten omgaan. En het antwoord was toen dat veel kinderen thuis al met een computer aan de slag waren en dat dit iets was wat je ook makkelijk kan leren. Daar sloeg ook de zin op “computervaardigheden nauwelijks marktwaarde hebben en snel genoeg geleerd zijn”.
(Even terzijde: ik denk dat tegenwoordig op scholen nogal wat niet-digitale zaken geleerd worden die nauwelijks marktwaarde hebben en snel genoeg geleerd kunnen worden. Dus waarom doen we die eigenlijk nog, indachtig dit door Schitzler omarmde rapport uit 2002?).
Heel andere vaardigheden nodig
Wat ‘computervaardigheden’ in het rapport uit 2002 waren, verschilt sterk van wat tegenwoordig vaardigheden zijn die voortkomen uit de ontwikkeling van de digitale technologie en internet. Als je die in 2013 zou definiëren als “nauwelijks marktwaarde en snel genoeg geleerd zijn” dan ben je alleen lachwekkend.
Denk aan het kunnen programmeren/bouwen van apps, of het kunnen aanleggen van complexe netwerken, of het oplossen van technische problemen of het ontwerpen van een serious game, of het goed gebruiken van CAD/CAM of het werken met augmented reality, etc.. En in mindere mate, maar toch ook nog, het kunnen maken van complexe digitale presentaties, het gebruiken van digitale mindmaps, het kunnen monteren van digitale video, het digitaal kunnen maken of bewerken van muziek.
Allemaal zaken, beste mijnheer Schnitzler, die we gewoon buiten de school moeten houden, want die hebben nauwelijks marktwaarde en zijn snel genoeg geleerd?
In mijn vorige reactie heb ik aangegeven dat er vele leervormen bestaan waar meer vanuit het kind zelf wordt gewerkt dan vanuit een van bovenaf in jaargroepen opgelegd instructiemodel. Ik noemde het Montessorionderwijs, Dalton, Jenaplan, Sterrenschool en ook specifiek de school Laterna Magica. Op die laatste school heb ik geruime tijd rondgelopen en met leerlingen en leerkrachten gesproken. Alleen al vanwege het onderwijs op deze school zou ik naar IJburg willen verhuizen. Ik heb daar gezien wat die kinderen deden. Hoe enthousiast ze bezig waren, en zonder ordeproblemen. Erg uitgaande van de nieuwsgierigheid van de kinderen zelf, terwijl de leerkrachten vooral een stimulerende en begeleidende rol speelden.
Juist omdat de wereld zo anders is dan 50 jaar geleden moet er op school meer nadruk gelegd worden op andere aspecten dan vroeger. Creativiteit, originaliteit, samenwerking (ook zeker over grenzen heen), flexibiliteit, goed gebruik maken van nieuwe technologie zijn aspecten die belangrijker zijn dan vroeger. Ken Robinson heeft daar een inmiddels legendarische fantastische TED-lezing over gegeven: Changing the paradigm of education.
Manfred Spitzer-school
De essentie is gewoon hoe je tegenover kinderen staat, of eigenlijk meer hoe je tegenover andere mensen staat. Met vertrouwen in mensen of wantrouwen. Ook daar is een prima TED-lezing van Jerry Michalski bij TEDxCopenhagen 2012: What if we trusted you?
Kinderen zijn in essentie nieuwsgierig en leergierig. Door ze te stimuleren en enthousiasmeren komen ze (vanzelfsprekend binnen bepaalde randvoorwaarden) heel ver. Door bij het onderwijs ook gebruik te maken van een stuk gereedschap waarmee zoveel kan als een tablet (met vele goedkope tools waar je allerlei zaken op verschillende manieren kan vastleggen en weer aan anderen doorgeven) versterk je dit alleen maar verder.
Ik vind het prima als Schnitzler zijn kinderen naar een heel andere school stuurt. Laten we het noemen de Manfred Spitzer-school. En school die digitale media volledig negeert en uitgaat van een soort “one size fits all”- aanpak gebaseerd op kinderen van dezelfde leeftijd. Er zullen ongetwijfeld ook andere mensen zijn die hun kind naar zo een school willen sturen.
Maar ik zal mijn dochtertje daar absoluut niet naar toe sturen. (mede trouwens gebaseerd op de ervaring die ik met scholen in het verleden had bij mijn stuk oudere kinderen). Ik weet dat er veel mensen zijn, vooral de mensen die thuis actief kunnen waarnemen hoe hun jonge kinderen al met digitale media aan de slag zijn, die hun kind naar een school willen sturen die gaat werken langs de weg die ik propageer. Omdat ze wel vinden dat op de school van hun kind digitale vaardigheden en digitale ontwikkelingen een integraal deel van het onderwijs moeten uitmaken. En die daarmee denken dat hun kind beter voorbereid wordt op de wereld van morgen dan als hij naar de school gaat die Schnitzler als zijn ideaal ziet.
En met het vormgeven van die school ben ik nu hard bezig samen met vele andere enthousiaste mensen, die iets tot stand willen brengen. Dat doe ik verder liever dan mijn tijd te verdoen met mensen die overal alleen maar het negatieve in willen zien, met een grote hang naar het verleden, zoals Schnitzler ook in zijn andere stukken voor De Volkskrant voortdurend bewijst.