Dit onderwerp wordt allengs actueler. Ook de Tweede Kamer discussieert hevig over kwesties als een downloadverbod en de thuiskopieheffing. Het is voor veel makers namelijk moeilijk hun auteursrechten te handhaven en vergoedingen te ontvangen voor het gebruik. Iedereen ziet dat er iets moet gebeuren. Maar wat is dat iets? Strengere regels of juist soepeler? Op zoek naar nieuwe verdienmodellen of juist vasthouden aan oude?
We produceren met elkaar miljoenen uitingen per dag, die officieel elk gemiddeld 150 jaar beschermd zijn onder het traditionele auteursrecht. Deze bescherming duurt immers tot 70 jaar na de dood van de maker. Dagelijks wordt er 60 uur video per minuut gepubliceerd op YouTube; is Instagram de afgelopen maanden 13 keer zo groot geworden, waardoor de uploadteller momenteel op 36.000 foto’s per uur staat.
We plaatsten samen al 220 miljard foto’s op Facebook en bekijken maandelijks 320 miljoen keer een video via dit platform zonder te betalen. Kortom, de hoeveelheid auteursrechtelijk beschermde werken neemt toe en toe, zonder dat bescherming door auteursrecht een rol speelt.
Kun je van al de professionele werken wel de rechten handhaven, voor artiesten en andere makers die ervan moeten leven? Levine vertelde dat Warner Bros een jaar geleden 800.000 take-down-notices per maand kreeg. Deze week kwam van Google de melding dat zij nu 2,5 miljoen verwijderingsverzoeken per week te verwerken hebben, voornamelijk vanwege geschonden rechten!
De rechtencontroverse is een thema in de komende documentaire Downloaded over Napster, de allereerste peer-to-peer muziekdownloadsite.
Creative Commons biedt alternatieve modellen binnen het huidige auteursrechtsysteem, vandaag precies tien jaar lang. Dit is een mooi moment om bij stil te staan, en interviews te publiceren met Lawrence Lessig, medeoprichter van Creative Commons en Robert Levine, schrijver van het boek Free Ride over de teloorgang van rechten door internet.
Zijn auteursrechten nog van deze tijd? Zo ja, hoe handhaven we die dan. Robert Levine schreef een aanklacht tegen online schendingen. Lawrence Lessig is milder.
Lessig: creatiever met soepeler rechten
Lawrence Lessig, professor in het recht aan Harvard, vindt het belangrijk dat wij zoveel mogelijk bronnen tot onze beschikking hebben om inspiratie uit te halen, te kunnen leren van anderen en onze cultuur te verdiepen. Lessig is dan ook medeoprichter van Creative Commons, waardoor hij bijdraagt aan het creëren van wat hij noemt een ‘remix-cultuur’, ofwel het voortbouwen op creatieve werken van anderen.
Remixen betekent allerminst stelen of gebruiken van andermans werk, aldus Lessig. “Het betekent dat je werk van andere mensen gebruikt om het te hergebruiken of om er een kritische noot over te uiten. Het is de bedoeling dat je je laat inspireren door anderen en daardoor tot nieuwe creaties kunt komen.”
U wordt gezien als een voorman van de copyleft-beweging, een stroming binnen copyright, waarbij aandacht gericht is op een vrijer gebruik van beschermde werken. Slaat dit voldoende aan?
"Richard Stallman is deze beweging begonnen met open source software. En wij hebben zeker een aantal van zijn ideeën gestolen, omdat we het naar een breder creatief werkgebied wilden trekken. Het was tien jaar geleden niet mijn intentie om een ‘copyleft-beweging’ op te richten.
Wij zochten simpelweg naar manieren om auteurs en creatievelingen een makkelijke manier te verschaffen om hun werk te markeren met de vrijheid die zij voorstaan. Het was zonder twijfel niet de wens van een aantal artiesten, maar wel de wens van zoveel meer mensen dan ik ooit had kunnen verwachten. Dit project is veel groter geworden dan gepland.”
Dragen Creative Commons-licenties bij aan een balans tussen mediabedrijven, technologische bedrijven en artiesten?
“Het woord ’balans’ is misleidend. De realiteit kent veel verschillende soorten artiesten met verschillende verdienmodellen. Met Creative Commons proberen we hulpmiddelen te bieden voor bepaalde verdienmodellen, maar zeker niet voor alle.
Artiesten hebben een makkelijke manier nodig om tussen twee verschillende economieën te schipperen. Aan de ene kant is er de economie van het delen – waar men van elkaar geen commercieel profiteren verwacht van werken en van hergebruik - en daarnaast de commerciële economie gebaseerd op het profiteren van werken of afgeleid werk.
Creative Commons helpt mensen te navigeren tussen deze twee economieën. Kijk, ik kan mijn foto op Flickr markeren met een Creative Commons-Naamsvermelding-NietCommercieel-licentie. Dit laat andere mensen de vrijheid om mijn foto vrijelijk voor niet-commerciële doeleinden te gebruiken. Tevens laat deze licentie ook nog de ruimte over om mijn foto commercieel te exploiteren.”
Over commerciële exploitatie gesproken, veel exploitanten pleiten voor zwaardere vervolging en wettelijke inperkingen. Wat vindt u daarvan?
“We moeten mensen niet voor het gerecht willen dagen, dat is een misvatting. We zouden een systeem moeten hebben van collectieve of van rechtswege vastgestelde licenties, die het down- en uploadgedrag legaliseren en toch compensatie bieden aan de artiesten. Bestempel vervolgens alleen als illegaal wat illegaal zou moeten zijn. En er is geen reden om dit gedrag als illegaal te bestempelen.
Technologie heeft ons de geweldige mogelijkheden geboden om samen te creëren, crowdsourcing. Om dit te kunnen bereiken is groei van vertrouwen en respect belangrijk. De licenties van Creative Commons dragen hieraan bij.
We willen dat het Creative Commons-project gedecentraliseerd wordt, beheerd en gebruikt door veel verschillende zielen. Als we erin slagen dat licentieafnemers hun werk goed markeren dan zijn de werken ook goed te herkennen voor zoekmachines en kunnen er aan de hand van die markeringen databases worden aangelegd.”
Dat klinkt als een mooie toekomstvisie. Binnenkort komen er nieuwe licenties, de versies 4.0. Wat heeft Creative Commons voor ons in petto?
"Er zijn nog steeds vele misverstanden te corrigeren en er is nog veel te ontdekken. Maar ik heb er alle vertrouwen in dat dit ook goed gebeurt. Verder kan ik er niet veel over kwijt, omdat het buiten mijn bevoegdheid valt. Tegenwoordig ben ik wel onderdeel van het bestuur, maar niet van de organisatie.
Ik wil dat mijn kinderen kunnen remixen. Ik wil dat mijn kinderen actieve burgers worden. Voor beide is vrijheid vereist. Ik ben blij dat ik kan bijdragen in de strijd om vrijheid."
Levine: waar is die hoogstaande remix dan?
Zie hier de video van het interview.
Robert Levine komt op voor betere handhaving van het auteursrecht. Levine schrijft in zijn boek Free Ride: How the internet is destroying the culture business and how the culture business can fight back hoe online distributeurs zoals YouTube of The Huffington Post parasieten zijn van de mediabedrijven die substantieel investeren in journalisten, fotografen, muzikanten etc.
Levine zegt dat het niet betalen voor content, content van anderen hergebruiken voor eigen doeleinden of onder de marktprijs verkopen, de creatieve industrie ernstige schade berokkent. Levine beschrijft de markt vanuit een commerciële invalshoek en als artiest.
Uw boek beschrijft de rol van het internet voor de culturele sector. Hoe is het online gesteld met de creatieve industrie?
"Veel mensen zeggen dat het internet ons toebehoort. Maar wat houdt dat in vredesnaam in? Ik bedoel, als ik zeg dat de telefoonlijn aan de mensen toebehoort, dan kijkt iedereen je aan alsof je gek bent. Maar als je zegt dat het internet aan de mensen toebehoort, kan dat je ineens professor maken.
Als dingen snel veranderen, vergeten mensen ook eenvoudig de geschiedenis. Het is altijd de gewoonte geweest dat wij betaald krijgen voor ons werk. Maar dan ineens is er Creative Commons. En Creative Commons zegt: kom op, geef je werk gratis weg.
Nieuwe verdienmodellen voor online. Nou, het is niet bepaald verdienen voor de schrijver, het is evenmin verdienen voor de componist. Het is een goed model voor Google, het is een goed model voor Soundcloud. Ik zie dit zeker niet als progressie voor de artiest. Hiermee schaadt je de mensen die moeten leven van hun creativiteit.”
Vindt u Creative Commons zinloos?
“Er wordt wel eens gezegd: mijn werk is uitgebracht onder een Creative Commons-licentie en ik heb ook platen verkocht. Het verkopen van platen, dat is verdienen! Maar wat heeft dat met Creative Commons te maken? Je kan toch ook platen verkopen zonder al je rechten weg te geven?
Nu krijg je misschien nog veel publiciteit, doordat je je werk gratis weggeeft. Zodra deze wijze helemaal ingeburgerd is, krijg je al die publiciteit dan nog steeds? Het is al moeilijk genoeg voor een artiest om een bestaan op te bouwen. Gratis weggeven kan voor aandacht zorgen, maar je kan er je carrière niet op bouwen.
Ik vind Creative Commons trouwens niet slecht. Ik vind het idee erg goed, maar de uitvoering niet. Ik mis de artiesten. Er zit niet één artiest in het hele bestuur. Hoe kan een organisatie voor artiesten nou geen artiesten in hun midden hebben?
Hoe kunnen zij nou goed de belangen van artiesten behartigen? Ik wil dat een artiest kan bepalen wat er met zijn werk gebeurt. Creative Commons wil dat iedereen kan bepalen wat er met een artistiek werk gebeurt.”
Wat gaat er verkeerd?
“Als een artiest de licentie had ontworpen dan zou er geen sprake zijn van onherroepelijkheid, maar dan zou er een tijdslimiet aan de licentie gekoppeld zijn. Ik begrijp niet waarom artiesten niet opstaan tegen dit beleid. Ik zou zeggen, ga je eigen licentiesysteem ontwikkelen. Een die wel goed voor je is.”
Aan wat voor een soort licenties zouden we dan kunnen denken?
“In ieder geval licenties met een tijdslimiet. Daarnaast zou ik ook graag zien dat het mogelijk is om meer dan één auteur aan een licentie te koppelen: cocreatie-licenties. De definitie van commercieel gebruik kan beter. Want wat is nu commercieel en wat niet? De definitie is behoorlijk vaag.
En in alle Creative Commons-licenties, ook in de “NietCommerciële”, is een bepaling opgenomen dat zij ook gebruikt mogen worden voor file-sharing. Dus als ik aangeef dat mijn werk voor niet-commerciële doeleinden gebruikt mag worden, dan is een organisatie als The Pirate Bay nog steeds bevoegd mijn werk te verspreiden. Een commerciële organisatie! Dus dat slaat nergens op.”
Lawrence Lessig beweert dat de creativiteit gediend is met vrijere rechten, door hergebruik en remix ontstaat een veel rijkere cultuur. Of niet?
“Wat is dan het beste boek geschreven door een community? Waar is dat grote meesterwerk? Je zult nergens een geweldig boek treffen door een groep geschreven. Voor een goed boek heb je een goede schrijver nodig.
Als je naar Lessig luistert dan krijg je het gevoel dat we midden in een revolutie zitten. Maar als je kijkt naar wat mensen online doen, dan is dat toch vooral professionele creativiteit consumeren. Amateurkunst vind ik heel belangrijk, maar het is niet heel populair. En hetzelfde geldt voor werken die via crowdsourcing tot stand komen.
Begrijp me niet verkeerd, ik ben een voorstander van groepscreaties. Het probleem vind ik dat de bedrijven die daar een creatief platform omheen willen creëren ook degenen zijn die geen auteursrechthandhaving online willen. En zonder auteursrechthandhaving is het toch echt lastig voor artiesten om hun geld te verdienen.”
Wat zou dan de oplossing zijn onder het huidige auteursrechtbeleid?
"De termijn van het auteursrecht is absoluut te lang en het auteursrecht is te beperkt. Er moet meer vrijheid zijn voor cocreatie en remix. In de VS zouden we zeggen: de definitie van fair use moet ruimer worden uitgelegd. Als ik kijk naar Lawrence Lessigs visie op dit punt, dan ben ik het met hem eens.
Ik ben het er alleen niet mee eens dat hij het oorspronkelijke auteursrecht niet wil handhaven. Maar ik vind zijn idee van een kortere bescherming zeer goed. Ik denk niet dat we naar een volledig registratiesysteem terugmoeten, maar wel een systeem waarbij het auteursrecht automatisch een grens kent na een korte periode. Degenen die langer bescherming willen, kunnen dan hun werk laten registreren voor een nieuwe termijn. Eventueel tegen betaling van wat belasting.”
Is hierbij een rol weggelegd voor van rechtswege vastgestelde licenties?
“Kunnen we van rechtswege vastgestelde licenties hanteren voor muziek? Misschien. Voor film? Absoluut niet. Deze industrie is te complex en te gevarieerd. Zelfs voor muziek zullen er nog extra wetten nodig zijn, en rechtszaken te gaan.
Kijk bijvoorbeeld naar GEMA (Buma/Stemra in Nederland). Dit is een collectieve beheersorganisatie om artiesten te compenseren. En zij hebben veel internetsites aangeklaagd die niet aan hen betalen. Dit is de manier waarop GEMA soms de vergoedingen moet verkrijgen.
Ook al zou je een wijdverspreid licentiesysteem hebben, dan nog zullen er altijd mensen en bedrijven zijn die weigeren om te betalen. En wat moet een artiest dan doen? In Lessigs wereld zouden zij waarschijnlijk moeten lijden. In de echte wereld moeten ze een zaak beginnen.”
Handhaving blijft hoe dan ook een probleem?
“Het systeem kan alleen goed werken als handhaving goedkoper wordt. Empower individuele artiesten, in plaats van bedrijven. We moeten ervoor zorgen dat er snel-lokketen zijn, waarbij de kosten van de rechtszaken in verhouding komen te staan tot de geleden schade. Nu zijn de kosten niet te overzien en veruit overdreven. Dit komt de artiest niet ten goede.
Niemand houdt van rechtszaken. Maar soms zijn ze de enige manier om je rechten te behartigen.”