Tot 1996 'deed' één persoon de registratie van Nederlandse domeinnamen, Piet Beertema. In dat jaar werd de Stichting Internet Domeinregistratie Nederland (SIDN) opgericht. Dat was een vrije club die inmiddels met een 'convenant' en activiteiten nauw met de overheid is verbonden. Ondertussen is ook het takenpakket uitgebreid, reden dat de organisatie groeide naar 60 personeelsleden en recent binnen Arnhem verhuisde. Roelof Meijer werd er begin 2005 directeur, op een moment dat het bestuur de zeggenschap overdroeg aan de directie.
Wat doet u bij SIDN?
"Een gedeelte van de tijd werk ik aan interne operationele zaken als directeur; een gedeelte besteed ik aan onze klanten zoals registrars en hostingbedrijven. Ik werk ook veel de ontwikkeling van het internet in Nederland en internationaal. Dat zijn technische zaken zoals IPv6 en DNSSEC maar ook vraagstukken zoals veiligheid van internet, netneutraliteit en Digivaardig & Digibewust.
Vanzelfsprekend is de kerntaak van SIDN het beheer van het .nl-domein. Onze klanten kunnen bij ons terecht voor de registratie en mutatie van domeinnamen en wij zorgen dat deze bereikbaar zijn op het internet. Maar naast deze rol voelt SIDN een maatschappelijke verantwoordelijkheid om ook een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van het internet in Nederland, zodat steeds meer mensen worden aangesloten en het gebruik veilig blijft en verbetert."
Is dat ook een taak van SIDN?
"Het is een taak die we onszelf opleggen. We hebben die ook in het doel van onze organisatie en in onze strategie vastgelegd. We hebben wel een positie waarmee we hier in positieve zin invloed op kunnen uitoefenen, in Nederland en ook daarbuiten."
Jullie leden staan daar ook achter?
"We zijn geen vereniging maar een stichting. De registrars zijn onze klanten en betalen voor de diensten die wij leveren. Een aantal van de genoemde rollen vinden ze uitstekend in het verlengde van onze kerntaak. Denk hierbij aan DNSSEC en IPv6, maar ook het nader specificeren van notice and take down in Nederland, de regels voor het offline halen van een website op last van een partij die schade ondervindt van de onrechtmatige inhoud ervan. De andere taken die ik noemde voor ontwikkeling en benutting, zeker buiten Nederland, vinden ze minder belangrijk."
Wie verleent jullie dan de legitimering voor de lobby en beïnvloeding buiten jullie kerntaak om? Wie bepaalt welk standpunt jullie dan innemen?
"Als private partij bepalen we uiteindelijk onze eigen strategie en nemen onze maatschappelijke verantwoordelijkheid. SIDN is een belangrijke schakel in het mondiale internet en vanuit deze positie hebben we de kennis, kunde en mogelijkheden om invloed uit te oefenen op de ontwikkeling van het internet en het gebruik ervan in Nederland en daarbuiten. En uiteindelijk profiteert de lokale en in sommige gevallen ook de mondiale internetgemeenschap daarvan.
De overheid verwacht dat ook van ons. Dat we niet strikt zeggen: we voeren alleen onze technische taken uit en bemoeien ons niet met de veiligheid van het internet of bijvoorbeeld criminele activiteiten waarbij domeinnamen worden gebruikt."
In principe zijn jullie een technisch-administratieve club, maar jullie worden ook een lobbyorgaan?
"Het is niet zozeer lobbyen. Nee, we nemen onze maatschappelijke verantwoordelijkheid. We hebben geen winstoogmerk en onze taak is van groot belang voor de Nederlandse maatschappij en economie. Vanuit deze positie en met onze expertise kunnen we, in samenwerking met andere partijen in de branche, positief verschil maken."
Is dat niet een kenmerk van het besturen van internet in Nederland, een geheel van zelfbenoemde deskundigen, individuen en organen die samen de lijnen uitzetten?
"Ja, zo functioneert het ongeveer. Veel van de organisaties die bijdragen aan de opbouw van internet zijn zelfregulerend. Ik vind niet dat dit betekent dat ze vrij zijn en geheel niet gereguleerd. Je legt jezelf wel grenzen op, op grond van advies en de belangen van de directe omgeving.
Maar ik vind het uitstekend te verdedigen dat alle partijen in Nederland die betalen voor hun domeinnaam voor een klein deel daarvan bijdragen aan de ontwikkeling van het internet. Dat is belangrijk voor het internet en dus van hun domeinnaam."
Een domeinnaam kost geloof ik zes euro per jaar. Zijn dat de kosten?
"Nee, nee, onze registrars betalen ons nog geen vier euro per jaar en de registratie is gratis."
Keer 4 miljoen domeinnamen tikt dat aan tot zo'n 16 miljoen euro per jaar...
"Plus de bijdrage van ruim 800 euro van 1.800 registrars."
Wat doen jullie met die 17 miljoen euro per jaar?
"In de eerste plaats bekostigen we hiermee onze technische infrastructuur en de organisatie. Daarnaast sponsoren we veel onderzoeksprojecten. We dragen ook bij aan software die nodig is om het internet op de been te houden, zoals OpenDNSSEC en BIND. We hebben internationaal inbreng, zoals de introductie van nieuwe top level domeinen voor bijvoorbeeld steden en merken; denk aan .paris en .nike.
Maar ook onderzoek naar privacy en identiteitsvraagstukken. Er gaat ook geld en expertise van SIDN naar Digivaardig & Digibewust. We betalen mee aan belangrijke seminars over internet om kennis te vergroten en te verbreiden. Daarnaast steken we geld in activiteiten van organisaties die we belangrijk vinden zoals Ican en de Internet Society (Isoc)."
Kunt u een voorbeeld geven waarom Isoc het waard is om te sponsoren?
"Ja, we steken bijvoorbeeld direct geld in het Next Generation Leadership programma voor het opleiden en begeleiden van mensen die in zich ontwikkelende landen internet mede vorm geven. Zeg maar, de internetleiders van de toekomst.
We zitten immers net in een fase dat degenen die het internet zijn begonnen dertig tot veertig jaar geleden nu beginnen terug te treden. Er moet een nieuwe groep komen om leiding te geven. En die leiders moeten niet alleen uit de Westerse wereld komen. Dit is een heel nuttig programma."
Kosten van SIDN zijn flink gestegen de afgelopen vijf jaar onder uw bewind, hoe komt dat?
"Ja, dat klopt. Dit zit ‘m bijvoorbeeld in de verbetering van onze technische infrastructuur. Deze is ondertussen zodanig over locaties verspreid, dat bij uitval van één locatie alles kan doorgaan. Daarmee is het .nl-domein betrouwbaarder geworden. Die infrastructuur is behalve uitgebreider ook complexer, dus heb je meer menskracht nodig.
De kwaliteit en de responstijd van onze dienstverlening zijn verbeterd. En het .nl-domein nog steeds snel. Dit alles leidde tot een verdubbeling van het personeelsbestand in vijf jaar, met noodzakelijke nieuwbouw tot gevolg."
Vanouds is internet beheerd door vrijwilligers, vanuit de wetenschap. Vanaf 1995 nam de zeggenschap van het bedrijfsleven snel toe en in de afgelopen jaren zijn overheden meer aan de touwtjes van het internet gaan trekken. Hoe staat u daar met de SIDN in?
"Dat is wel juist geschetst. Je ziet dat het bedrijfsleven al zeker zo sterk is als die oorspronkelijke internetgemeenschap. Bijvoorbeeld in Icann zie je de invloed van het bedrijfsleven heel groot worden, met partijen als Verisign die .com runt en de lobby van grote merkhouders.
Overheden zoeken individueel en internationaal meer invloed. Ik begrijp dat wel. Ik begrijp ook dat de Nederlandse overheid wil borgen dat de werking van het .nl-domein zo zeker en veilig mogelijk verloopt. Dat is van een groot economisch en maatschappelijk belang.
Natuurlijk verzetten oorspronkelijke beheerders van internetsystemen zich tegen toenemende overheidsbemoeienis. Ik denk dat ze dat tegen beter weten in doen. Ik zie dat bij een aantal buitenlandse beheerders van landendomeinen, die de overheid op afstand proberen te houden. Ik vind dat onverstandig. Je bereikt meer door goed te luisteren naar de overheid en daarop te reageren."
U tekende zelfs een convenant met EZ?
"Inderdaad, bijna vier jaar geleden is er op ons initiatief een convenant getekend met de erkenning van de wederzijdse inspanningen om de continuïteit te garanderen. In een bijbehorend document zijn ook de zelfopgelegde eisen waaronder wij het .nl-domein runnen vastgelegd. Dat betreft veel techniek, maar ook de onafhankelijkheid van onze Raad van Toezicht.
Daarmee doen we recht aan de rol van de Nederlandse overheid. De burger mag verwachten dat ze toeziet op het goed functioneren van het internet. Als het mis zou gaan, accepteert de burger niet dat de overheid verwijst naar een particuliere organisatie waarmee niets is afgesproken.
Zie de bankencrisis. De markt wil altijd zelfregulering maar als het mis gaat wordt toch naar de overheid gekeken. De overheid wil garanties dat we het goed doen, maar hoeft niet inhoudelijk te controleren. Dat werkt goed. Natuurlijk zijn er partijen die van SIDN een staatsbedrijf willen maken, maar deze situatie vind ik beter."
Logisch in uw positie?
"Ja, maar ook als burger vind ik dat. De overheid houdt toezicht, heeft voorwaarden vastgelegd en kijkt mee over onze schouder. Maar we hebben ruimte voor ons eigen beleid en innovatie. In landen waar overheden het domein zelf beheren of strak regelen, zie je dat het vaak veel kleiner blijft en minder toegevoegde waarde heeft.
Door allerlei eisen aan domeinnamen, waarvan nut en noodzaak twijfelachtig is. Bijvoorbeeld een slogan als domeinnaam, die we hier veel tegenkomen, mag dan vaak niet. En als particulier een domeinnaam registreren evenmin. En de prijs van een domeinnaam is dan meestal hoger."
Concreet over jullie invloed, de kwestie netneutraliteit. Namen jullie een standpunt in, lieten jullie dat gelden en hoe?
"Ja, dat is zo'n onderwerp waarmee ik me intensief bezighield, vooral via standpunten in de nationale discussie. We hebben dat onderwerp hier ook behandeld in het Nederlandse Internet Governance Forum, met deelname van onder andere politici.”
U had dus ook een eigen standpunt?
"Het standpunt van SIDN komt in grote mate overeen met wat onze Europese partners vinden, want netneutraliteit is daar eerder mee besproken. Samengevat: SIDN vindt dat partijen die toegang tot internet verlenen en diensten leveren over die toegang, de mogelijkheid moet worden ontnomen om de eigen diensten aantrekkelijker te maken ten opzichte van de diensten van concurrenten.
Een telecombedrijf wil dat we haar (internet)telefonie gebruiken en betalen en niet Skype. En tegen betaling sms’en over het mobiele netwerk in plaats van via datzelfde 3G netwerk gratis 'Pingen' of 'Whatsappen'. Die diensten niet toelaten op dat netwerk vind ik niet kloppen. Ze gebruiken hun macht over de toegang tot internet.
De concurrentie is daarin beperkt. Er zijn zelfs gebieden, zoals waar ik woon in de Betuwe, waar KPN de enige is die internettoegang biedt. Dan is er niet eens keuze. Moet er dan ook niet meer een scheiding komen tussen aanbod van toegang en van diensten daarover?"
Al bij de verzelfstandiging van de PTT is voor zo'n scheiding gepleit, maar dat is niet doorgezet. Een PTT met zowel infrastructuur als diensten leverde de staat ook veel meer op bij privatisering. Nu is het toch te laat?
"Het is wellicht jammer dat het toen niet gebeurd is. Maar met toezicht van de Opta en door netneutraliteit wettelijk te regelen, komt het ook goed. Het is een redelijke oplossing. Aanbieder van toegang kunnen naar hoeveelheid data en/of snelheid laten betalen, zowel vast als mobiel.
Wat meer kost om te leveren, mag meer kosten om te krijgen. Dat moet zo transparant mogelijk zijn om valse concurrentie uit te bannen. Zeker gezien het in ons land nog geringe aantal aanbieders van vaste en mobiele internettoegang."
SIDN neemt dan een politiek standpunt in?
"Een standpunt dat volgens ons het beste is voor de ontwikkeling van internet in Nederland. We waren ook niet voor het extreme standpunt dat je als aanbieder van infrastructuur helemaal niets mag, niet filteren op verkeer om technische redenen, geen onderscheid aanbrengen in importantie van verschillende soorten verkeer, niet meer mag vragen voor intensiever gebruik of hogere snelheden etc. Van die extreme uitleg van netneutraliteit begrijp ik niets..."
Wat is de status van DNSSEC, de beveiliging om te voorkomen dat domeinen worden gehackt, zeg maar?
"Met een selecte groep klanten testen we dit nu in de praktijk. Een klein aantal domeinnamen zoals surfnet.nl en sidn.nl is over. Maar het breed uitrollen van de laatste fase laat nog wel even op zich wachten. Rondom DNSSEC is technisch nog niet alles uitgekristalliseerd. Hoe houdt je bijvoorbeeld beveiliging in stand en draag je die over bij verhuizingen van domeinnamen naar andere providers? Dat is moeilijk als je de websites in de lucht en gesigneerd wilt houden.
Bovendien is de markt terughoudend in het oppakken van DNSSEC, deels verklaarbaar. DNSSEC is kostbaar, en in hoeverre wordt dit terugverdiend? Het lijkt soms een politiek ingegeven besluit: wij hebben braaf DNSSEC ingevoerd. Maar als niemand het vervolgens gebruikt, wat heb je er dan aan? Uiteindelijk moet er wel een business case zijn.
En het is complex om in te voeren, met nieuwe risico’s. Als gevolg van de invoering van DNSSEC kwam zelfs de continuïteit van andere TLD’s, zoals die van Duitsland, Frankrijk, Engeland en ook .org even in gevaar."
Banken en grote websites doen toch sowieso mee en dan volgt na een paar jaar de rest wel?
"Nou, dat dacht men in Zweden ook en dat is niet opgepakt. Er is één land waar het al wel loopt: in Tsjechië is een domein mét een DNSSEC-beveiliging goedkoper dan zonder.
Wij denken ook aan promotie om het kip-ei probleem op te lossen en zo een aantal partijen over de drempel te trekken. Extra beveiliging moet relevant zijn. Voor banken en overheden lijkt me dat wel het geval, maar wellicht minder voor een privé domein."
Je ziet open internetgebruik verplaatsen naar grote domeinen als Facebook, die min of meer het internet deels overnemen. Wat vindt u daarvan?
"Ik verbaas me wel over het gemak waarmee dat gebeurt. Burgers, maar ook bedrijven die hun marketing verplaatsen, beseffen misschien niet hoe ontzettend afhankelijk ze worden van die ene commerciële partij. We laten onderzoek uitvoeren naar veranderingen met internet en het effect op het gebruik van domeinnamen. Daar komen dit soort aspecten aan de orde."
Moet niet elk individu zijn eigen domein krijgen, ook om een e-mailadres te behouden? Is daar campagne voor te voeren?
"We hadden zo'n campagne, vooral gericht op zzp'ers. Zelfstandigen hebben baat bij een eigen plek op internet. Dat geldt in wezen ook voor individuen al is het maar om je hele leven één en hetzelfde e-mailadres te hebben. Dat heeft vele voordelen. Vrienden en relaties weten altijd je e-mailadres.
Het is nu ook lastig. Als je een wachtwoord bent vergeten en je bent nu van e-mailadres veranderd, krijg je een wachtwoord niet meer toegestuurd. Mensen voelen zich gebonden aan hun provider: overstappen betekent ook een nieuw e-mailadres als je niet je eigen domeinnaam hebt.
Toch is er geen eensgezindheid bij onze klanten, en moeten wij sowieso voorzichtig zijn met eigen marketing. Registrars vinden dan soms dat we ons in hun vaarwater begeven."
Is die campagne in het kader van het 25-jarig jubileum van .nl geslaagd of is SIDN in de publieke opinie te onbetekenend?
"We zijn inderdaad niet zo bekend, maar we hebben flink aan de weg getimmerd. We hebben nu zo'n 450 verhalen met .nl-ervaringen op de jubileumsite De25jaarvan.nl ontvangen. Dat is nog wat beneden de doelstelling. Op het jubileummagazine, een echte glossy, is heel positief gereageerd. Daar zijn we erg tevreden mee.
Maar eerlijk gezegd had ik wel meer media-aandacht verwacht. Het internet is erg belangrijk geworden in Nederland en journalisten zouden aandacht mogen besteden aan de achtergrond en aan de positie van Nederland internationaal. Piet Beertema als grondlegger van het .nl-domein is wel een aantal malen geïnterviewd.
We willen een jaarlijks onderzoek naar internetgebruik in hele brede zin in gang zetten. Daar hopen we meer aandacht mee te genereren, ook over een langere periode. In november organiseerden we een jubileumcongres rond de uitkomsten. Die zijn ook in de landelijke media opgepakt"
Hoe doet SIDN het dan internationaal?
"SIDN participeert actief in internationale organisaties die het technische internetbeleid bepalen, zoals Icann, IGF, Centr, Ripe en de IETF. Daarnaast onderhouden we contact met de Europese Commissie en Parlementariërs. Het is een mix van kennisuitwisseling en beïnvloeding. We proberen voorop te blijven lopen als Nederland."
U noemde Icann een paar maal. Daar hoor je vaak problemen over. Is het een moeizame club?
"Dat wordt wat overtrokken. Je moet onderscheid maken tussen de Icann gemeenschap en Icann, de organisatie. De gemeenschap functioneert best goed. Ik mis wel wat politieke en diplomatieke ervaring bij de leiding, waardoor er dingen naar buiten komen die verkeerd vallen.
De structuur van Icann maakt het soms onmogelijk om goede besluiten te nemen. Neem het .xxx-domein. Dat is een heel beladen onderwerp en de belangen en meningen verschillen heel sterk. Er zijn liberalen die pleiten voor porno als onderdeel van de vrijheid van meningsuiting zoals vastgelegd in de Amerikaanse grondwet, tot landen met wetten die pornografie tot criminaliteit maken.
Die zijn dus tegen. Onmogelijk om een besluit te nemen waar iedereen het mee eens is. Nog even los van de vraag of iedereen die er wat van vindt, ook weet waar het over gaat.
Maar goed: je ziet dus partijen binnen Icann hun hakken in het zand zetten, dat er een patstelling ontstaat en Icann dan maar strikt de regels en procedures naleeft."
Wel weer leuk om mee te spelen. Kan ik dan Jezusaanhetkruis.xxx registreren. AllahAkbar.xxx en daar iets leuks op doen?
"Ik denk niet dat dat toegestaan zal worden. Dat is dus precies het probleem. Het wordt een domein met een doelgerichte inhoud. Er moet een methode bedacht worden om dat domein te handhaven. Datzelfde probleem krijgt we met TLD's als bijvoorbeeld .bank. Welke partijen je wel of niet accepteert als bank heeft invloed op de betrouwbaarheid van het TLD. Wie laat je wel en niet toe? Hoe houdt je de boeven met 'nepbanken buiten de deur?"
Er was ook kritiek op SIDN dat jullie meer moeten doen tegen domeinhandel. Er kwamen zelfs Kamervragen over. Terecht?
"Nee, wij 'treden bewust niet daartegen op. Dit is de marktwerking, het terrein van de NMa. Wij bepalen niet wie er wel of niet recht heeft op een domeinnaam.
Grote partijen nemen met zo veel domeinnamen ook een economisch risico. Het gebeurt wereldwijd, met uitzondering van sommige landen als de Scandinavische.
Als je bewust inbreuk pleegt op rechten van derden dan kunnen we dat wel signaleren. Ook als partijen op het randje gaan zitten, bijvoorbeeld met typosquatting (domeinnamen die erg veel op merken lijken, met het oog op tikfouten), overleggen we wel of het goed is om die te vergeven. Maar we houden het niet tegen."
Slapjes?
"Nee, we zouden ons een rol toe-eigenen die ons niet past. Wij gaan zelf niet over rechtmatigheid van registratie en gebruik van domeinen. Wij bieden een geschillenregeling aan via Wipo en men kan naar de rechter stappen. Maar SIDN speelt zelf geen rol in de toetsing."
Jullie kunnen wel een oplopend tarief invoeren, net als met de hondenbelasting? Hoe meer domeinen, des te meer betalen?
"De hondenbelasting gaat over overlast en particulieren. De domeinnamen worden vooral door zakelijke gebruikers geregistreerd. Dat zou de overheid dan moeten invoeren voor zoveel dingen. Ik zie het verband niet."
Dat is een ander verhaal, handel is handel?
"Dat is er altijd geweest, dat houd je niet tegen. Het heeft voordelen en het is gewoon marktwerking. Hoge prijzen worden vaak voor één uniek domein betaald, zoals voetbal.nl. Maar heel veel domeinnamen leveren niet veel op. Ze houden voorraad, dat kost geld. Het is de praktijk van een vrije markt. We treden daar niet in, het moet zichzelf oplossen."
Wat feiten over SIDN
:* SIDN had in 2010 een netto omzet van 16 miljoen euro, 12 miljoen aan onkosten en 4 miljoen bedrijfsresultaat met ruim 3 miljoen nettowinst. Het eigen vermogen steeg daardoor tot een kleine 18 miljoen euro
* De Raad van Toezicht staat onder leiding van Eddy Schuyer (1940), ex-politicus (D66) en journalist en bestaat verder uit Fred Eisner, Erik Huizer, Rob Matthijssen, Hanneke Slager, Christiaan van der Valk en Michiel Westermann
* Er zijn ruim 4,5 miljoen .nl-domeinen actief en er komen er elke dag 2700 bij. Na aftrek van de opheffingen is dit een groei van zo’n half miljoen per jaar.
38% van de .nl-domeinen is in handen van particulieren, en dat percentage neemt toe.
Het .nl-domein is in omvang het derde landendomein met ruim 4 miljoen, na .de (Duitsland) met 14 miljoen en .uk (Verenigd Koninkrijk) met 9 miljoen, maar nog voor .cn (China) dat gek genoeg van 6 naar 4 miljoen registraties daalde;
Nederland heeft 35 domeinen per 100 inwoners en staat daarmee na Montenegro (.me) op de tweede plaats van alle landendomeinen.
Ook de lengte van .nl-domeinnamen is gemiddeld wat langer dan die van andere landen. Dat komt doordat in Nederland vaak een slogan of pay-off in een domeinnaam wordt verwerkt.
De .nl-domeinnamen worden geregistreerd via zo’n 1.850 registrars die daarnaast diensten als webhosting en e-mail aanbieden.
Van de domeinen is 9 % onbereikbaar, vanwege het ontbreken van een webserver (tweederde) of technische fouten.
De langste .nl-domeinnamen bevatten 63 tekens, zoals de decimalen van het getal pi: 41592653589793238462643383279502884197169399375105820974944592.nl.
Alle 2-tekens-lange .nl-domeinnamen zijn geregistreerd (het zijn er 1.296). Ongeveer de helft van de 3-tekens-lange .nl-domeinnamen zijn geregistreerd (25.151 van de 47.952 mogelijke combinaties).
Er zijn qua beschikbare combinaties van letters, cijfers en tekens 260.575.434.512.486.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000 (dat zijn 99 tekens) mogelijke .nl-domeinnamen, hiervan is 0.000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000002% geregistreerd
.Nl-historie in verhalen vervat
Op 25 april 2011 was het 25 jaar geleden dat het .nl-domein in gebruik werd genomen. In 1986 verkreeg het Centrum Wiskunde & Informatica (CWI) het beheer over het .nl-domein en werd het .nl-domein een van de eerste actieve landendomein buiten de Verenigde Staten. Het duurde tot de komst van publiek internet in 1994 alvorens de belangstelling voor domeinnamen echt op gang kwam, zodat in 1996 SIDN werd opgericht voor de officiële uitgifte.
De activiteiten:
* Een tentoonstelling van SIDN en NEMO, als onderdeel van ‘Scientific 2011’;
* Website De25jaarvan.nl met verhalen van bekenden als Raymond Spanjar (Hyves), Francisco van Jole en Alexander Klöpping, waarop iedereen zijn of haar verhaal kan vertellen. De juryleden Kluun, (schrijver) Evert-Jan Daniëls (fotojournalist) en Ernst-Jan Pfauth (NRC), kozen als winnaars:
1. “Eindelijk, ik besta” van Ted Daamen
2. “Lieve Papa” van Rebecca van Norde;
3. “Lekker belangrijk” van Anne Siebers.
* Het eenmalig magazine ’25 jaar .nl’ met ondermeer de dromen van internetmiljonairs, Nico Dijkshoorn, makers van belangrijke en kleine websites, veel cijfers en ervaringen, geschiedenis uiteraard
* Een onderzoek en evenement over verschillende actuele internetthema’s.
*) In deze serie komt na een algemene inleiding een aantal belangrijke Nederlandse steunpilaren van het internet aan het woord. De serie is gesponsord door SIDN, de organisatie achter .nl. De selectie van geïnterviewden alsmede de inhoud van de artikelen zijn onafhankelijk tot stand gekomen.