Het was even schrikken: Nederlandse overheidssites gekaapt door hackers in opdracht van de Iraanse overheid. Eens te meer bleek dat de digitalisering van de werkelijkheid risico's met zich meebrengt. Het wereldwijde web maakt, in weerwil van de oorspronkelijke bedoeling, onze samenleving kwetsbaar. Privacygevoelige gegevens belanden meer dan eens op straat en allerlei nutsvoorzieningen (water, elektriciteit, telefoon) kunnen door kundige nerds, al dan niet in dienst van terreurorganisaties, zomaar in wapens veranderen.
Blind
Gevolg: datgene wat voordeel en nut zou moeten opleveren, verandert in iets nadeligs en nutteloos. Grootschalige chaos en anarchie zullen na een geslaagde cyberaanval de maatschappelijke orde ontregelen. Maar dit doemscenario versluiert de werkelijke cyberoorlog die allang gaande is: de strijd om de aandacht van onze kinderen. Dit strijdtoneel speelt zich af voor onze ogen, maar we houden ze ziende blind.
Nachtelijke persconferenties en schreeuwerige krantenkoppen rondom de DigiNotar-affaire ten spijt; de echte veldslag vindt plaats in huiskamer en klaslokaal. Daar, onder de neus van ouders en leraren, worden pubers en jongvolwassenen continu verleid om gamend, twitterend, facebookend of zappend hun tijd door te brengen.
Daarmee heeft een industrie, door winstoogmerk gedreven en gericht op ongebreidelde consumptie, zich een plaats weten te verwerven middenin het veld van de hechte betrekkingen. Precies die omgeving waarin het precaire proces van volwassenwording door zorg en aandacht plaatsvindt - of zou moeten plaatsvinden - raakt meer en meer in de ban van zorgeloosheid en verstrooiing. Er vindt hier geen hechting meer plaats, maar eerder onthechting.
Opvoeders geven namelijk hun identificatierol (waardoor een opgroeiend kind leert socialiseren) uit handen aan een industrie die er alles aan gelegen is om de geest van minderjarigen te verleiden en te exploiteren. Dit doet zij door de primaire impulsen van minderjarigen te stimuleren.
In de vermaakindustrie staat deze techniek bekend als captology; het vermogen om via beloningen, het opwekken van nieuwsgierigheid of visuele aandachttrekkers de interesse van kindconsumenten te vangen en vast te houden. Volgens de Franse techniekfilosoof Bernard Stiegler is in deze strijd om aandacht de industrie aan de winnende hand.
Volksziekte
Dat heeft gevolgen die verder reiken dan menigeen waarschijnlijk beseft. Natuurlijk is er het fenomeen van attention deficit disorder, dat op den duur wel eens tot volksziekte nummer een kan uitgroeien. Oude maar vooral nieuwe media, bestoken minderjarige consumenten met een overdaad aan stimuli. Het zijn hyperactieve werelden die al even hyperactieve gebruikers voortbrengen. Onderzoek bevestigt dat.
Jonge kinderen die veelvuldig blootgesteld worden aan massamedia, vertonen op latere leeftijd vaker aandachtsstoornissen en concentratieproblemen dan leeftijdgenootjes die beduidend minder TV kijken of internetten. Het hoeft nauwelijks betoog dat attention deficit disorder de intellectuele vermogens aantast en de kansen op het succesvol afronden van een opleiding vermindert.
Wat zich hier openbaart is een strijd om de geest tussen een industrie die vooral hyperactiviteit en een verlies aan aandacht produceert, en onderwijsinstellingen die slechts kunnen functioneren bij de gratie van concentratie en het uitstellen van primaire verlangens. Uiteindelijk is het dus een gevecht om kennis.
Volwassene
De destructie van aandacht heeft echter ook gevolgen voor de sociale cohesie van samenlevingen, waarvoor de basis in huiselijke kring gelegd wordt. Opvoeden betekent namelijk, idealiter althans, dat kinderen de kans krijgen zich met hun ouders te vereenzelvigen. In dit identificatieproces, waarin psychische en lichamelijke zorg en aandacht centraal staan, worden sociale en cognitieve vaardigheden overgedragen die het kind langzaam maar zeker voorbereidt op een leven als volwassene.
Maar deze dynamiek wordt in toenemende mate verstoord door een cultuurindustrie die de aandacht juist probeert om te leiden in de richting van meer consumptie. Want de werkelijke klanten op de digitale snelweg zijn niet de adolescenten, maar de adverteerders en marketeers op zoek naar nieuwe afzetgebieden.
Hoe meer muisklikken hoe beter. Daartoe moet het jonge brein gestimuleerd worden door het met primaire prikkels te verlokken. Prikkels die onmiddellijke behoeftebevrediging cultiveren (ze zetten feitelijk aan tot verslaving) en de ouderlijke autoriteit buiten spel zetten.
Hiermee wordt precies het tegenovergestelde bereikt van wat opvoeders voor ogen staat: in plaats van volwassenwording en verantwoordelijkheidsbesef, infantiliseert het kinderen. Het transformeert ze in overactieve, stampvoetende tirannetjes die geen uitstel dulden van hun verlangens.
Dit alles frustreert de gang van minderjarig naar meerderjarig en ondermijnt de opvoeding als voorbereiding op verantwoord burgerschap. Want een kind dat zich niet heeft leren beheersen, waarvan het concentratievermogen verstoord is en dat zich te weinig heeft kunnen identificeren met zijn ouders, ontbeert als volwassene belangrijke sociale en cognitieve vaardigheden.
In plaats van gesocialiseerd, raakt het geasocialiseerd. En daarmee komt het besef van een gemeenschappelijke wereld die duurzamer is dan het eigen bestaan, op de tocht te staan.
De werkelijke cyberoorlog, de strijd om de aandacht van de geest, is in volle hevigheid gaande maar wordt nauwelijks opgemerkt. Misschien is dat wel de ware tragedie van deze tijd.
Weet je wat slecht is voor kinderen: de hele dag boeken lezen. Zitten ze in hun eentje, de hele tijd in een verhaal van een iemand anders.
Nee, laat ze lekker via Hyves en Facebook hun vriendenkring onderhouden. Echt, het helpt bij sociale contacten.
En met gamen trainen ze ruimtelijk inzicht, problemen oplossen, reactiesnelheid trainen.
Mijn dochter heeft dyslexie en is sterk visueel ingesteld. In de virtuele wereld kan ze eindelijk dingen doen waar ze juist beter is dan anderen.
Boeken krijgt ze op school al genoeg. En als ik vraag wat ze vindt van al die reclames zegt ze: welke? Die blokt ze gewoon.
De werkelijke oorlog het gevecht om de aandacht? Dat is zeker waar, als je bedenkt dat de techniek schaalbaar is en opslag ruimte en de data die wij creëren oneindig is. Maar het menselijk brein niet, de aandacht is het schaarse goed aan het worden.
Maar of onze kinderen daarvan de dupe zijn? Ik denk eerder dat het een logisch gevolg is van de digitale revolutie waarin wij ons nu bevinden. De manier waarop wij data produceren maar ook de manier waarop wij deze consumeren verandert. Of dat goed of slecht is valt nu niet te zeggen, denk ik.
Immer, ook het lezen konden we niet opeens, dat is iets wat we ons aangeleerd hebben om informatie en kennis op een snellere manier te kunnen verspreiden. Nu, net als toen, zijn er nieuwe manieren om informatie te verspreiden en delen.
Wij, net als onze kinderen, moeten om leren gaan met deze nieuwe manieren want ze zullen deel uitmaken van onze toekomst. Onze kinderen kunnen die toekomst helpen vormen. Dat deze manieren weer visueel of van veel verschillende bronnen is hoeft niet iets heel slechts te zijn.
Sterker nog, ons brein is er op ingesteld visuele data op een razendsnelle manier te verwerken. Waar wij als ouders alert op moeten zijn is sturing, ook op het internet zijn goede en slechte invloeden. Geef ze genoeg ruimte om zich te kunnen uitten en vooral verwerken. Dat is een positieve manier van omgaan met de nieuwe mogelijkheden, oorlogsverklaringen helpen ons niet.