Ze had een keuze, en zelfmoord om een relatie vond men geen goede reden. De publieke verontwaardiging in Groot Brittanië was groot. Hoe kon het dat niemand van haar virtuele vriendenschare te hulp was geschoten?
Sommigen woonden om de hoek! En dan het cynisme van al die reacties, onbestaanbaar! Het geval werd breed uitgemeten, zowel in de media als in het publieke debat raakte men er nauwelijks over uitgesproken. Hoe was dit in vredesnaam mogelijk? 1048 vrienden! En dan dit?
Hypocrisie of zelfverblinding? Waarschijnlijk een combinatie van beide. Geloofde men werkelijk dat een meer dan duizendkoppig netwerk van vrienden en kennissen garant zou staan voor de redding van de persoon in kwestie? Veronderstelde men echt dat iemand die online en in realtime een dergelijke mededeling doet, offline gered had moeten worden?
Alle commotie ten spijt: wat onderscheidde dit tragische geval nu wezenlijk van al die andere, niet door sociale media bemiddelde zelfdodingen waarvan de omgeving de tekenen misverstond? De mens is de mens een wolf. Was dat waarvan men schrok?
Nee, eerder lijkt het dat achter de enigszins opgeklopte ophef en beroering over dit voorval een fundamentele verwarring schuilgaat. Die verwarring wordt veroorzaakt door een vraag waarop het antwoord nog nauwelijks te geven is: wat is de waarde en plaats van de intieme leefwereld in het internettijdperk?
Het valt niet te ontkennen dat internet in het algemeen, en sociale media in het bijzonder, een duizelingwekkende uitwaaiering aan persoonlijke bekentenissen ontketenen. Bloggers, twitteraars, facebookers: men deinst er niet voor terug om de intieme leefsfeer in het schelle licht van de publieke en virtuele ruimte te plaatsen. Het doet menigeen de wenkbrauwen fronsen, omdat het intuïtief indruist tegen datgene waarmee we de persoonlijke leefwereld associëren: een innige, vertrouwelijke binnenruimte.
Maar die perceptie van intimiteit lijkt, op z’n minste deels, achterhaald. Onder gebruikers van sociale media bestaat eerder de neiging om het intieme uit te venten, het als kapitaal in te zetten in de hoop macht en aanzien te verwerven. En dat heeft natuurlijk invloed op de aard van intimiteit. Zo kan men zich afvragen wat het wezen van intimiteit is zodra het publiekelijk beleden wordt. Hoe authentiek is intimiteit wanneer het instrumenteel wordt?
En dan is er de urgente vraag over de betekenis van het klassieke onderscheid tussen het publieke en het particuliere domein. Gaat het intieme langzaam maar zeker op in het publieke, of omgekeerd: wordt het publieke domein een verlengstuk van onze huiskamer? En wat is dan nog de functie en waarde van de beslotenheid van de privé-sfeer?
Er bestaat vooralsnog veel onduidelijkheid. Intiem kapitaal, zoals filosofe Stine Jensen het treffend noemt, is een nieuwe waarde, een commodity waarvan het ongewis is wat het zal toevoegen of welke verelendung het teweeg zal brengen. Voor definitieve uitspraken of voorspellingen is het te vroeg. Speculeren op deze kapitaalmarkt kan natuurlijk al wel en iedereen mag zich inschrijven.
En dat doet men, en masse, hoe ongewis of onbevredigend de uitkomsten ook mogen zijn. De explosieve groei van het aantal gebruikers van sociale media spreekt boekdelen. Wat de maatschappelijke consequenties hiervan zullen zijn, valt moeilijk te overzien. Maar een tussenbalans is wel op te maken, een tussenbalans waarvan het resultaat zorgen baart.
Dat heeft alles te maken met het onvoorspelbare en veranderlijke karakter van de persoonlijke levenssfeer. Van oudsher associëren we dit domein met zaken als geboorte, dood, liefde en seksualiteit of, in meer algemene zin, met datgene wat we als onvervreemdbaar beschouwen: onze persoonlijke wensen en voorkeuren, eigenaardigheden en lusten.
Daarmee kenmerkt deze leefwereld zich door een zekere grilligheid. Persoonlijke wensen en voorkeuren zijn maar al te veranderlijk, en ook het biologische leven zelf is kwetsbaar en breekbaar. Hoezeer we ook proberen ons bestaan met zekerheden te omringen, niets is zo veranderlijk en onvoorspelbaar als de mens, en dat geldt evenzeer voor zijn individuele leven waar het noodlot altijd toe kan slaan.
De publieke ruimte daarentegen, ons gemeenschappelijk onderkomen, kenmerkt zich door een zekere bestendigheid. Veranderingen vinden ook hier plaats, maar zelden radicaal (natuurrampen en revoluties uitgezonderd). Kortom, het is een sfeer die de wispelturigheid van het individuele bestaan overstijgt. Maar dat zou weleens kunnen veranderen wanneer het intieme kapitaal de wereld veroverd heeft.
De gedachte dat het publieke domein meer en meer door persoonlijke wensen, voorkeuren en emoties geregeerd wordt, is niet nieuw.Richard Sennet, de invloedrijke socioloog, repte in zijn in 1974 verschenen Fall of Public Man, al over intimate society.
Maar het leidt geen twijfel dat sociale media een enorme katalysator zijn voor wat Sennet de tirannie van het intieme noemt. Zodra intiem kapitaal wordt ingezet als determinant voor maatschappelijk succes (of falen), treedt precies die wispelturigheid naar buiten die tot voor kort – en niet zonder reden – tot een bestaan achter de muren van het privédomein veroordeeld was.
Het tirannieke zit in de intrinsieke onvoorspelbaarheid van de intieme leefwereld, de relatieve willekeur ervan. En een publiek domein waar de willekeur regeert, toont verwantschap met een tirannie. Want ook daar weet men niet waar men aan toe is, overgeleverd als men is aan de persoonlijke grillen van de tiran en zijn handlangers.
Intimiteit als productiefactor is per definitie onbetrouwbaar; intiem kapitaal vermag veel, maar waardevast zal het nooit zijn. Was dat misschien het inzicht dat de 42-jarig Back opbrak? Het besef dat haar Facebook-kapitaal nauwelijks reële waarde vertegenwoordigde?
Het valt niet uit te sluiten. De vermeende onverschilligheid van haar Facebook-vrienden is wellicht een aanwijzing, maar veel verontrustender waren de reacties op de kwestie. Wat haar werkelijk bewoog om zichzelf van het leven te beroven, die vraag werd niet of nauwelijks gesteld.
De persoon Back raakte uit beeld. En dat zou weleens een voorproefje kunnen zijn van wat komen gaat. Intiem kapitaal dat in zichzelf rond gaat zingen en geen werkelijke waarde meer vertegenwoordigt, net zoals het geld dat op de kapitaalmarkt doet. En we weten maar al te goed waar dat toe leiden kan.
*) Hans Schnitzler is publicist en filosoof. In die laatste hoedanigheid is hij betrokken bij het project “No Title no End”, waarin kunstenaars de grenzen tussen het publieke en particuliere verkennen.