Sociale media als Facebook, Hyves en Twitter worden vaak gezien als de mond waardoor het volk spreekt. Journalisten beantwoorden vragen van burgers via Twitter en bij verkiezingsuitzendingen vertelt een journalist wat burgers op sociale media bespreken. Onlangs stelde PvdA-Kamerlid Metin Çelik Kamervragen over klachten van scholieren die hij via Twitter had ontvangen.
Maar zijn twitteraars wel representatief voor de gemiddelde burger? Het antwoord is nee. Slechts een kleine groep Nederlanders gebruikt Twitter en het aantal burgers dat zelf tweets verstuurt is nog kleiner. Vermoedelijk zijn er een half miljoen Nederlanderse twitteraars. Het gebruik van Twitter is bovendien divers: sommigen informeren zich alleen over een specifiek onderwerp, anderen volgen alleen hun fysieke sociale contacten. Weer anderen twitteren zeer incidenteel.
Uit eigen onderzoek blijkt dat slechts een kleine groep politiek actief is op Twitter. De burgers die politici actief volgen, vragen stellen aan Tweede Kamerleden of suggesties doen aan gemeenteraadsleden hebben relatief veel politieke interesse, politieke kennis en politieke contacten. Zij vormen dus geen representatieve afspiegeling van de bevolking.
Als journalisten kijkersvragen via Twitter beantwoorden, maken zij politiek vooral duidelijker voor burgers die al relatief veel politieke kennis hadden. Als Kamerleden Kamervragen stellen over zaken die via Twitter binnenkomen, is de kans groot dat het om een probleem van een zeer specifieke groep burgers gaat.
In een tijd waarin veel kiezers zweven, is het begrijpelijk dat politici op zoek zijn naar de stem van burgers om te begrijpen hoe zij op hun wensen kunnen inspelen. Maar via Twitter krijgen zij wel een heel vertekend beeld van wat er 'in het land leeft'.
Chris Aalberts en Maurits Kreijveld zijn de auteurs van het boek Veel gekwetter, weinig wol. Zie ook de Toekomstverkennning Wisdom of the Crowds