Ik probeer het wel eens, op de zondag. Overdag met van alles en vooral niets op en rond het huis bezig zijn, ’s-avonds schrijven en dan aan het eind van de avond, rond een uur of elf, maagdelijk van kennis het opgenomen NOS-sport te bekijken.
Ik weet het, het is een ouderwetse manier van leven, tegelijkertijd is het ook weer modern want ik bepaal zelf het consumptietijdstip van een uitgezonden programma. Maar het valt niet mee om dit tijdstip vrij van informatie te bereiken.
Een fragment radio kan dodelijk zijn, je moet vooral het internet niet opgaan, niet twitteren, geen facebook-pagina’s, en ook iGoogle is gevaarlijk. Voor je het weet lees je dat ADO-supporters triomfantelijk jodenliederen zongen en dan weet je ook al hoe laat het is.
Reinbert de Leeuw dirigeerde in december vorig jaar een concert van 4 minuten en 33 seconden in De Wereld Draait Door. Hij zat achter een vleugel. Stil, sloeg af en toe een blad om en zat weer stil.
De vier-en-een-halve minuut leken een eeuwigheid in het format van DWDD, maar het was niet meer dan een zucht in die week. Tijd is een relatief begrip, stilte is absoluut. De vraag is vervolgens of een dove stilte ervaart, of hoort een dove niets? Is stilte hetzelfde als niets?
Ik moest denken aan een filmfragment in Wintergasten. Te zien was een vrouw die vanaf haar geboorte blind was en zich had laten opereren aan haar beide ogen. Na haar operatie haalde ze het verband zelf van haar hoofd. Het is een dramatisch moment. Dan ziet ze licht, haar ogen knipperen.
Een paar seconden later ziet ze niets meer, en gaat er van uit dat het succes van de operatie kortstondig is geweest. Ze waant zich weer blind. Wat ze niet weet is dat de stroom in de kamer waarin ze zich bevindt is uitgevallen. Haar zichtvermogen is wel degelijk hersteld, maar ze ziet het donker. En aangezien ze dat niet kent denkt ze dat ze weer blind is.
Er is een verschil tussen blind zijn en niets zien. En het kenmerk van deze tijd is dat het moeilijk is om iets niet te zien.
Als een bank-top verrast is over de verontwaardiging die er ontstaat als ze zichzelf de maximale bonus uitkeert kun je zeggen dat er sprake is van een groot communicatief onvermogen van het bestuur en de instemmende commissarissen.
Leg een toeter op het internet en binnen een paar uur heb je het sentiment over bancaire bonussen te pakken, lang voordat je besluit ze aan jezelf toe te kennen. Dat is nu eenmaal het kenmerk van het internet, het is een grote lichtzee van meningen.
Je hebt geen wichelroede of onderzoeksbureau nodig, gewoon luisteren. Het is een fluit van een cent. Dat is veel goedkoper dan een wrikkende bonus.
*) Deze column is eveneens gepubliceerd in Het Financieele Dagblad.