Politica Arda Gerkens had een mooie slotzin van het Mediadebat over anonimiteit in Rotterdam maandagavond 2 juli 2007 in Rotterdam: "We moeten internet wat minder als een heilig huisje beschouwen."
Dat was het laatste tegengeluid dat Gerkens (ooit mede-oprichter van de 'Stichting Werken aan Verdraagzaamheid'; die niet of nauwelijks meer leeft) produceerde tegen de teneur van het debat. Die luidde samenvattend: anonimiteit is de regel voor reacties op internet. Fatsoensregels zijn, mede daardoor, flink opgerekt. En er is geen reden om daar wakker van te liggen.
In die zin was de avond leerzaam voor mensen die tegen het gesloten vizier zijn in discussies, zoals ondergetekende en gespreksleider Francisco van Jole. Vooral de ontnuchterende bijdragen van Johan Heslinga van Fok en een jonge advocate in zaal De Unie (Netkwesties kreeg haar naam niet, dat zou haar werk in de weg zitten) zetten de toon over anonimiteit van 'reaguurders'.
Recht op anonimiteit
Heslinga en Dirk Wilmink van Fok, Dick van der Meer van het AD, Henk Blanken van het Dagblad van het Noorden, SP-kamerlid Arda Gerkensen advocaat Anton Ekker discussieerden de eerste drie kwartier zinnig over anonimiteit onder de scherpe leiding van Van Jole. Daarna ging de discussie meer en meer over grenzen van fatsoen en oude versus nieuwe media in plaats van over anonimiteit.
De discussie was in de eerste helft boeiend, mede omdat het eens een keer niet over GeenStijl ging. Zo zette Ekker fraai de historische toon vanuit zijn proefschrift 'Anoniem communiceren: van drukpers tot weblog' (voor iedereen online). Hij gaf de aftrap vanuit 1525: toen verbood Karel V al boeken van Luther en diens aanhang en alle boeken zonder titel en afzender. Bij overtreding, zonder het tonen van berouw, moesten mannen met het zwaard worden omgebracht, vrouwen levend begraven. [Vroeger werd 'ga eens lekker dood' daadwerkelijk ten uitvoer gebracht.]
Tot het einde van de 18e eeuw was er een kleine oprisping van drukpersvrijheid, maar de Franse bezetter zette het verbod op anoniem publiceren voort vanaf eind 18e eeuw. De Franse bezetter zette het verbod op anoniem publiceren na enkele jaren van drukpersvrijheid vrijwel voort vanaf eind 18e eeuw. In 1789 komt in de wet: "De vrijheid der drukpers is heilig; mits de geschriften met den naam van uitgever, drukker of schrijver voorzien zijn."
Dat duurde, vertelde Ekker (die uitgesproken publicaties op zijn naam heeft staan) tot in 1886, toen op voorspraak van de Leidse professor Simons anoniem publiceren een recht werd. Hij schreef dat de uitingsvrijheid alleen optimaal kan zijn als er geen plicht is tot ondertekening. Indien een schrijver de wet overtreedt moet de schrijver de naam aan justitie verschaffen. Anders is die uitgever zelf verantwoordelijk. (Met 'notice and take down'voor providers werkt dit nog ongeveer hetzelfde 120 jaar later.)
Op internet kunnen mensen via een anonymizer anoniem communiceren, aldus Ekker. Hij noemde het voorbeeld van De toetjesterrorist. Maar in dit geval was de afperser minder anoniem dan hij had gehoopt.
Hoffelijkheid en lange tenen
Als voorbeeld voor de discussie gold met name het stoppen met het bloggen door Volkskrant-columnist Bert Wagendorp, die evenals Charles Groenhuijsen bij Planet.nl en Hanneke Groenteman dankzij GeenStijl, genoeg had van anoniem schelden, pesten en bedreigen.
Terechte terugtrekking, vond ex-collega Blanken van de stap van Wagendorp. "Dat je op internet blogt, betekent niet dat je je alles moeten laten welgevallen." Ook krantencollega Van der Meer vindt dat: "Iedereen mag zelf bepalen welke graad van hoffelijkheid je wenst in de communicatie. Bij onheus bejegenen wordt bijna iedereen boos."
Heslinga van Fok.nl vindt dat Wagendorp te lange tenen had. "De bedoeling van internet is interactie. Dat betekent natuurlijk niet dat er geen grenzen zijn. Maar soms is iets niet gemeend, of moet je gewoon accepteren dat je hard wordt aangevallen, of is het onnozel en moet je het niet direct persoonlijk nemen."
Lekker dood
Heslinga leerde van de vele onheuse aantijgingen van anonieme reaguurders om er koud noch warm te worden. Volgens Gerkens heeft ook haar partijleider Jan Marijnissen op zijn weblog een 'olifantenhuid' ontwikkeld voor reacties. "Zelf kan ik er minder tegen. Toen ze Jan tijdens zijn herniaperiode op Telegraaf.nl toewensten dat hij langzaam en pijnlijk dood zou gaan, vond ik dat niet kunnen."
Anonimiteit is voor Gerkens geen beletsel om online reacties op haar beleid serieus te nemen: "Als er bijvoorbeeld op Webwereld reacties komen dan neem ik die serieus. En als ik meen dat ze me niet goed begrijpen dan leg ik het ook nader uit, onder eigen naam. Dat wordt enorm gewaardeerd."
Iedere publicatie hanteert eigen manieren om het vuil buiten de deur te houden. Doodsverwensingen probeert het AD.nl te voorkomen met filters. Het Nieuwsblad van het Noorden probeert met tips van lezers het vuil achteraf te verwijderen. Fok heeft een Crew van zo'n 200 (!) vrijwilligers die de vrijwel alle anonieme reacties helpen modereren.
Doodswensen zijn niet a priori verwerpelijk volgens Heslinga: "Het hangt van de context af. Soms is het een knipoog. Als het keihard gemeend zou zijn, krijgt diegene een waarschuwing, bij herhaling een IP-ban."
De IP-ban
Dat laatste is de zwaarste straf: blokkering. Via een ander IP-nummer kan die reaguurder de toegang ontzegd worden. Registratie met een naam is daarvoor niet nodig, meestal is er een geldig e-mail adres beschikbaar in de 180.000 registraties die Fok tot nu toe telde. Over de werking van dit massale proces om anonimiteit in het gareel te houden in de praktijk kwamen we verder helaas weinig te weten.
Wil een slachtoffer iets laten verwijderen van een anonieme reaguurder dan is het dat niet zo eenvoudig. Een brief van een advocaat versnelt dat precies, om het eufemistisch uit te drukken. Daar schrikken beheerders van sites vaak van, weet Ekker. Hij stuurt dan 'een brief'.
Maar Ekker vindt een soort van identificatieplicht door websites toch onwenselijk. Ondanks dat de Hoge Raad inmiddels bepaald dat providers de beschikbare gegevens van hun bezoekers moeten overdragen als dat nodig is om een onrechtmatige daad te kunnen aanpakken.
Behoud van bagger
Het Nieuwsblad van het Noorden hanteert nu een systeem waarbij reacties met één tot vijf sterren gewaardeerd kunnen worden, en reaguurders een bepaalde hiërarchie krijgen toebedeeld in de gemeenschap. In een volgende fase, zei Blanken, moeten sitebezoekers ook kunnen zien door hoeveel personen een oordeel is geveld, want het gebrek daaraan veroorzaakt nu onzekerheid.
"Maar wat ongewenste reacties betreft blijf je zitten met wat ik maar noem de 'Wet van het behoud van bagger': rotzooi blijf je houden. We hebben niet te middelen om al die reacties vooraf te modereren."
Van der Meer zit met AD.nl wat ruimer in de jas om ongewenste reacties machinaal en met de hand te filteren. Maar hij ziet nog een uitdaging: "Volgens mij is de toekomst voor uitgevers online het versterken van het zelfreinigend vermogen. Dat de sociale cohesie en het groepsgevoel zodanig toenemen dat er voor extreme reacties geen plaats meer is."
Anonimiteit zal dan veel minder hinderlijk zijn volgens Van der Meer. De 'groepsleden' ontwikkelen een identiteit op de site vanuit hun bijdragen aan de de discussies.
Volgens reaguurders in zaal De Unie en Heslinga van Fok kan dit 'groepsgevoel' ten koste gaan van de meningsvorming, daar de som van de meer en meer gelijkluidende meningen de - al dan niet extreme - afwijkingen van een zekere consensus gaan overheersen.
Ekker wil de 'tirannie van de meerderheid' ook voorkomen, met zo vrij mogelijke online uitwisseling. Hij meent ook dat anonimiteit, hoewel dit extreme uitingen in de hand werkt, kan bijdragen aan de vrije uitwisseling van meningen, of wat Amerikanen vanouds zien als de free marketplace of ideas: "Ze hebben daar meer vertrouwen in de ozncihtbare hand. Het is niet altijd leuk om naar te luisteren, maar het wordt niet saai."
Een chef van Standpunt NL, het radioprogramma van de NCRV, vertelde vanuit de zaal, dat de extreme rotzooi juist gemist kan worden om goed te discussiëren. De NCRV zoekt nu vrijwilligers om 750 tot 1.000 reacties aan de discussies per dag te modereren. Opheffen van anonimiteit met registraties van namen is geen alternatief: "Dan zouden we in plaats van nu 25.000 registraties er misschien 300 hebben."
Doe normaal Fok heeft jaren lang, aldus Heslinga, 'lange lappen tekst' aan gedragsregels gehanteerd om bezoekers te leren wat er niet mag in de forums. "Dat is teruggeschroefd tot een beperkte tekst. Het uitgangspunt is nu 'doe normaal'. Als je probeert expliciete normen te stellen, gaan mensen toch naar gaatjes zoeken."
Die regels zijn de moeite waard als het gaat om anoniem reageren in de hand te houden. Maar hoe handhaaf je ze? En wat is dan 'normaal' is de vraag als je vanuit 'normen' redeneert. En Fok bepaalt die in de praktijk met de genoemde crew. "Veel mensen vinden het toch leuk om de grens op te zoeken. De hele scherpe kantjes halen we er wel vanaf", aldus Heslinga.
En Fok permitteert zich tolerantie: "Er zijn natuurlijk een heleboel argumenten te verzinnen om een reactie eraf te halen, maar we gaan niet uit van allerlei gevoeligheden."
Gerkens vindt dat onprettig: "Te gemakkelijk heerst het principe 'schelden doet geen zeer'. Maar dat is niet zo. "Ga eens lekker dood" zijn we wel aan gewend, maar als je naam en adres met bedreigingen wordt gepubliceerd en je wordt bedreigd is dat niet prettig."
Ze noemde de naam van Christenunie-jongere Rogier Havelaar die in reacties van GeenStijl daar het slechtoffer van was, en terecht aangifte deed. Neslinga, ineens resoluut over het publiceren van adressen en mobiele nummers, met bedreigingen toegevoegd : "Dat zie je bij ons niet gebeuren."
Oude media-zeer
Meer en meer begon het publiek zich in de discussie te mengen. "De gevestigde media lijken internet vooral te zien als hoofdpijndossier. Vinden ze het wel leuk?" Reden voor Blanken om zijn internetgeloofsbelijdenis te uiten. "al vijftien jaar werk ik met veel plezier met internet. Maar ik vind niet alles leuk". Volgens de vrouwelijke advocate in de zaal overheersen wel de zere tenen: "Jullie zijn zo snel gekrenkt. Waar is het gevoel voor humor? Virtueel is niet reëel, leer dat eens."
Dat kreeg bijval van Fok. "Je kunt wel van alles vinden bij het modereren van reacties, maar je wordt links en rechts ingehaald." Gedistribueerde media, ook meer en meer met mobieltjes, maakt centrale controle onmogelijk. Schrap je rechts, verschijnt het links. De oude media blijven uitgaan van een centraal punt. Dat is weg. De realiteit is dat je alleen met interactie kunt bereiken dat het goed blijft gaan", aldus Heslinga. Niet zijn persoonlijke principes regeren Fok, maar de praktijk.
Blanken nu: "Dat ben ik grondig eens met Fok. Er is veel hypocrisie als we bijvoorbeeld namen van slachtoffers van onze sites weghalen. Maar in de krant zijn we het verplicht aan onze doelgroep om van verdachten alleen met initialen te vermelden. Natuurlijk is dat online een achterhoedegevecht."
Respect voor 230 euro
De kranten hebben te maken met abonnees die ook hun 230 euro ophoesten om verschoond te blijven van bloederige beelden en grofgebektheid. Van der Meer van het AD: "Op de site staan we dus veel toe wat we in de krant absoluut weren. Een ingezonden brief in de krant kent andere voorwaarden dan een bijdrage aan een online discussie." Om het bondig samen te vatten: "Het publiek is anders, de verwachtingen zijn anders en de normen zijn dus anders."
Maar ook online wil het AD zich onderscheiden van GeenStijl waarmee het AD voor de Raad van de Journalistiek stond. GeenStijl had volgens Van der Meer met de reacties bij het moordfilmpje van Pascal Triep- dat volgens hem ook nog gestolen was van de AD-site - aangezet tot haat door het publiceren van de namen van verdachten plus bedreigingen uit te lokken.
Maar daar was Gerkens weer met een soepel oordeel: "Dat moordfilmpje was toch wel op internet gekomen en uiteindelijk ook de namen van verdachten. Er zijn nu eenmaal heel veel smaken op internet en daar verandert de fatsoensdiscussie niet veel aan."
Rotjoden en rotreaguurders
Van Jole vond bij een korte blik op Fok direct een reactie met een link naar een pagina waar aap Bokito met een zwarte medemens werd vergeleken. Mag dit zomaar op Fok, luidde de vraag met een ondertoon van verontwaardiging. Heslinga bleef opnieuw koel: wellicht was het kwetsend en moest het eraf, maar dat hing af van de context. Is het een (domme) grap? Of halen andere reaguurders deze racist onderuit? Gezien de context was hij geneigd het van Fok af te halen, maar zonder heftige emotie.
Toen, de discussie trad qua tijd al ruim buiten haar oevers, brak de verwachte aanval van Francisco van Jole op GeenStijl los, als vervolg op de vete met GeenStijl. Waarmee GeenStijl ook het 'gelijk' kreeg om weg te blijven van een debat met een partijdige gespreksleider.
Maar die aanval paste qua vorm wel bij de avond. Hij was gericht tegen een strofe van GeenStijl over bescherming van de identiteit van haar reaguurders in een artikel dat er niet om loog. Het gewraakte citaat: "Iedereen moet met zijn rotpoten van onze rotreaguurders afblijven."
En dat kon toch eigenlijk niet volgens Van Jole, want het was respectloos om je reaguurders te vergelijken met joden uit een legendarisch opschrift van de Februaristaking van 1941 op een Amsterdamse muur: "Rotmoffen, blijf met je rotpoten van onze rotjoden af."
Bij 47-jarigen veroorzaakt dit anonieme verzet nog een brok in de keel, bij het reaguurdersvolk niet meer. Dat heeft andere problemen. Maar zo uniek is dat geenszins. Men leze de Diësrede van 2005 van de Universiteit Leiden: Maken en breken; Over taal, identiteit en minderheden van professor Ineke Sluiter. Niet alleen brengt ze in twijfel of die zin met 'rotpoten' en 'rotjoden' er in 1941 wel heeft gestaan, maar kent ook het hergebruik van de 'rotpoten'-zin in vele variaties afgelopen jaren; ook bij de moord op Van Gogh, bijvoorbeeld in enkele variaties.
Repliek kreeg van Jole van de jonge advocate in zaal De Unie, van wie je wellicht zou verwachten dat ze het GeenStijl met zijn seksistische 'breezersletjes' zou afwijzen. Maar nee. Ze vindt dat GeenStijl met dit soort aversie onbegrepen is. De uitgave wordt veel te letterlijk en met de normen en waarden van gevestigde media en haar zelfbenoemde ridders beoordeeld. "Hoewel ik ook niet alles tolereer wat daar staat."
Verborgen agenda
Van Jole schreef in zijn woede het pseudoniem Piet Paaltjes toe aan Multatuli om vervolgens weer tot rust te komen. Volgens de gespreksleider is het grote probleem van anonimiteit de 'verborgen agenda's': je weet niet meer wie, en dus niet welk belang ,achter een reactie zit. Hij illustreerde dat wel weer met GeenStijl.
De forumleden konden hier wel mee instemmen, maar de zaal - met bloggers etc. -sputterde tegen: je krijgt gewoon anoniem een rijk palet aan meningen bij zinnige discussies. Wie er vanuit welk belang wat zegt, deert niet zozeer. Je kunt ook een mening neerzetten zomaar om reacties te ontlokken.
En zo werd het tijd voor het genoemde positief slotakkoord van Gerkens, en daarvóór eentje van Henk Blanken - ofschoon hij net op zijn blog devrees voor de anonieme meute had aangehaald: "Het gaat hier veel over excessen, maar bij Fok gaat ook 99 procent goed. Je haalt de uitzonderingen naar voren."
En daarmee werd duidelijk: het net heeft de mores veranderd, en voorgoed. Daarmee zijn de vragen niet allemaal beantwoord, zo vond Gerkens. Want komt er toch geen diepgaande persoonlijke ellende van anonieme hordes? Of is de verwachting van Paul Molenaar, twee jaar geleden uitgesproken, van de eerste zelfmoord als gevolg van een rabiaat weblog te angstig geweest?
De komende maanden zullen we met Netkwesties proberen om dit onderwerp anonimiteit in de praktijk en theorie nader te onderzoeken, te beginnen bij de 'crew' van Fok.