In september werd het initiatief van de EUR bekend en sinds kort is het zo ver: in principe zijn alle publicaties van wetenschappers van de universiteit in de 'repository' beschikbaar voor iedereen.
"Sinds 2006 moeten promovendi hun proefschrift indienen bij onze repository RePub", vertelt rector magnificus Henk Schmidt (foto 1). "We hebben toen afgesproken dat dit mettertijd ook zou gelden voor andere publicaties van medewerkers. Maar een datum was eigenlijk nooit genoemd. Nu dus wel: sinds kort is iedereen verplicht om de auteursversie van zijn boek of artikel aan te leveren."
Schmidt is een groot voorstander van Open Access: vrije beschikbaarheid van wetenschappelijke informatie. "Een paar jaar geleden was ik op de Universiteit van Kano in Noord-Nigeria. Daar is vrijwel geen geld voor tijdschriften, boeken of databanken. Veel van de medewerkers zijn opgeleid in Oxford, maar wanneer ze terugkeren, verliezen ze meteen de aansluiting met het wetenschappelijk debat. En dat terwijl ze een enorme expertise hebben op gebieden als AIDS en malaria."
Online verder verrijken
"Zo zie je", concludeert Schmidt, "dat de groei van de wetenschap wordt gehinderd als kennis onvoldoende toegankelijk is. Omgekeerd: op het moment dat je echt alles digitaliseert is the sky the limit. Dan zijn er heel veel mogelijkheden om artikelen te verrijken. Je zou je bijvoorbeeld kunnen voorstellen dat de wetenschapper de ruwe data bijvoegt, en een filmpje waarin je kunt zien hoe hij te werk is gegaan om die data te produceren. Dan worden het verrijkte publicaties.
Wat publiceren op internet volgens Schmidt ook versterken kan, is de mogelijkheid om meteen de discussie aan te gaan met collega’s. Dus niet alleen de peer reviewers worden erbij betrokken. "Dat vind ik heel belangrijk. Zo zijn er heel veel mogelijkheden om de wetenschap te doen groeien en bloeien."
Er kunnen wat problemen ontstaan volgens Schmidt: "Als er bijvoorbeeld twee versies van een artikel beschikbaar zijn, een preprint en een tijdschriftversie, dan kun je verwijzingsproblemen krijgen, zeker als die artikelen toch licht van elkaar verschillen. In Rotterdam koppelen we in ieder geval de auteursversie en de uitgeversversie in RePub."
En Schmidt oppert de mogelijkheid dat redacties wellicht minder kritisch worden in hun selectiebeleid, wanneer ze niet meer gebonden zijn aan de vaste omvang van een papieren tijdschrift.
Uitgevers niet blij
Het meest prangende onderwerp met Open Access is de relatie met de uitgevers. Dat merkte Paul Soetaert (foto 2), bibliothecaris van de Erasmus Universiteit, ook tijdens de bijeenkomst voor de aftrap van de nieuwe regeling: "Daar kwamen de meeste vragen over. Maar er was geen sprake van angst. We hebben verteld wat de feitelijke situatie is: dat tachtig procent van de uitgevers accepteert dat je na een bepaalde termijn – vaak zes maanden – je publicatie in een repository uploadt."
"Dan heeft iedereen een reden om zijn tijdschriftabonnement te behouden", vult Schmidt aan, "en wordt de informatie tegelijkertijd toch breder beschikbaar gesteld."
Desondanks schrikt het Rotterdamse initiatief veel uitgevers af. Schmidt: "Wetenschappelijke literatuur is een enorme winstmaker. De Nederlandse universiteiten betalen jaarlijks tientallen miljoenen voor elektronische toegang tot de belangrijkste tijdschriften. Maar de uitgevers zullen uiteindelijk toch een nieuw business model moeten ontwikkelen. Op termijn is dat onvermijdelijk, zowel voor de wetenschap als voor de maatschappij als geheel."
Geen punt
De Erasmus Universiteit wil niet blijven wachten. Gezien de mogelijke complicaties neemt de bibliotheek alle onderhandelingen met uitgevers voor haar rekening: de auteurs hoeven alleen hun bestanden in te leveren.
Daarvoor zijn diverse wegen. Het kan via e-mail, maar de gemakkelijkste manier is via Personal Metis, het systeem waarmee auteurs hun publicaties registreren. Soetaert: ‘Daarin zit nu ook een uploadbutton.’
Bij de start waren alle faculteiten aanwezig; inclusief de medische, die meer publiceert dan de rest bij elkaar. "Er is een collectieve bereidheid om mee te werken", constateert Soetaert tevreden.
"We hebben nog wel gesproken over het uploaden van boeken die bestaan uit meerdere afzonderlijke bijdragen: soms kunnen die deels afkomstig zijn van buiten de Erasmus Universiteit. Maar uit eigen onderzoek is gebleken dat medeauteurs er helemaal geen punt van maken als een collega de volledige publicatie in zijn via zijn eigen instelling publiceert."
*) Dit artikel is eerder gepubliceerd in Surf Magazine
Er liggen ongekende mogelijkheden in het verschiet voor een bredere en snellere kennisdeling. Ik heb het hier uiteraard over Open Access. Voor mij is dat niet wezenlijk anders dan het ‘ouderwetse’ publiceren: met peer review, een even kritische als visionaire redactie, en garanties voor de pérennité (betekenis: eeuwigheid red.).Want wetenschappelijke artikelen moeten voor iedereen beschikbaar blijven.
Wat maakt Open Access uniek? Iedereen kan Open Access-artikelen via internet gratis lezen. De kosten van het uitgeven worden namelijk betaald uit het onderzoeksbudget van de auteurs, en niet via abonnementsgelden. Zo simpel is het.
Waarom is dit op het eerste oog eenvoudige ideaal nog niet gerealiseerd? Gemakzucht en conservatisme van auteurs en uitgevers spelen een rol. Maar organisaties als NWO moeten ook de hand in eigen boezem steken. Wij beoordelen onderzoekers immers op hun wetenschappelijk verleden. Publicaties in tijdschriften met een hoge impactfactor zijn daarbij belangrijke criteria.
Dit mag de opkomst van Open Access publiceren echter niet in de weg staan. We moeten met criteria komen die Open Accesstijdschriften van hoge kwaliteit een eerlijke kans geven. Bijvoorbeeld door deze tijdschriften bij de oprichting al een redelijke ‘initiële’ impactfactor toe te kennen. Die kan gebaseerd zijn op de reputatie van de redacteuren en de kwaliteit van het peer review proces.
Daarnaast is het ook een kwestie van geld. NWO heeft dit jaar 2,5 miljoen euro beschikbaar gesteld om te zorgen dat wetenschappers meer Open Access gaan publiceren. Enkele honderden auteurs hebben daar al gebruik van gemaakt. Dit is een begin, maar het is nog lang niet genoeg.
Daarom zetten we een volgende stap: NWO stelt nog eens één miljoen euro beschikbaar voor het oprichten van Open Accesstijdschriften, dan wel het omvormen van bestaande tijdschriften naar Open Access.
We verwachten dat onze zusterorganisaties in het buitenland ons voorbeeld zullen volgen. Samen kunnen we de bakens blijvend verzetten.