Ondanks de vrijspraak voor de 'georganiseerde piraten' in het eerste Nederlandse strafproces voor p2p-beheerders schept de Rotterdamse rechtbank een opmerkelijk precedent: het beheren van linksites kan in beginsel wél strafbaar zijn. Ze zijn 'medeplichtig' aan illegaal uploaden, in principe althans.
Eindelijk een ontknoping, al is die wellicht voorlopig. Afgelopen dinsdag, 24 juli 2007, ruim 2,5 jaar na de aanhouding van de uiteindelijk vijf verdachten, kwam de meervoudige kamer van de Rotterdamse rechtbank tot haar vonnis in de eerste Nederlandse strafzaak tegen de beheerders van twee zogenaamde linksites naar het eDonkey netwerk (ook wel ed2k genoemd).
Grotendeels vrijspraak
Twee weken geleden had Officier van Justitie A. Drogt tegen alle verdachten 5.000 euro boete en zes maanden voorwaardelijke gevangenisstraf geëist. De vijf verdachten (21 tot 34 jaar) uit Amstelveen, Rotterdam, Maarssen (2) en Maastricht waren de belangrijke personen achter de eDonkey-linksites Releases4u.com en Shareconnector.com. Het betreft de beheerders Maarten van A., Jörgen van H. en Bart O. (tevens oprichter) van Releases4u.com, Adi. M, oprichter van Shareconnector.com en Z.N., eigenaar van hostingbedrijf MindLab(die bij nader inzien door het OM alleen als privé-persoon werd vervolgd in de hoedanigheid van administrator van Shareconnector).
De openbaar aanklager achtte het 'wettig en overtuigend bewezen' dat de vijf verdachten anderhalf jaar lang, van midden 2003 tot december 2004, opzettelijk inbreuk hebben gemaakt op het auteursrecht (art. 31 Auteursrecht) of hier aan medeplichtig zijn, door het plaatsen van zogenaamde hashlinks naar illegale bestanden op de websites Releases4U.com en Shareconnector.com. Ook hebben verdachten zelf illegale bestanden gedownload van- én geüpload naar het p2p eDonkey-netwerk.
Bovendien hebben zij deze inbreuk op beroeps- en bedrijfsmatige wijze gepleegd, daar zij beheerders waren van deze sites, die als doel hebben het zo snel en zoveel mogelijk verspreiden van illegale bestanden. Hierdoor zijn deze websites aan te merken als organisaties die tot oogmerk het plegen van misdrijven hebben. De beheerders hebben zodoende deelgenomen aan een criminele organisatie (art. 140 strafrecht).
Maar de Rotterdamse rechtbank ziet dat duidelijk anders. De vijf verdachte beheerders zijn van de belangrijkste ten laste gelegde feiten vrijgesproken. Zij hebben geen beroeps- of bedrijfsmatige inbreuk op het auteursrecht gepleegd. Ook medeplichtigheid aan opzettelijke inbreuk werd door de rechtbank niet bewezen verklaard. Van deelname aan een criminele organisatie met als oogmerk het plegen van opzettelijke inbreuken op auteursrechten was dientengevolge al helemaal geen sprake.
OM teleurgesteld
Wel is drie van de vijf verdachten een boete van 250 euro opgelegd omdat zij zelf auteursrechtelijk beschermde werken hebben geüpload en dus opzettelijke inbreuk hebben gemaakt op het auteursrecht van een ander. (Het vonnis van één van de verdachten, de oprichter en beheerder van Releases4u, staat inmiddels online.)
Het Openbaar Ministerie is begrijpelijkerwijs niet blij. Henry Hambeukers, persofficier van het OM: "We zijn teleurgesteld dat de rechtbank slechts één ten laste gelegd feit bewezen acht bij drie van de verdachten." Het OM studeert nog op de mogelijkheden van hoger beroep.
De advocaten tonen zich in eerste instantie content met het vonnis. Robert Maanicus, raadsman van de drie vervolgde Releases4u beheerders: "Ik vind het een vrij goede uitspraak. Stichting Brein en in haar kielzog het Openbaar Ministerie hebben veel te hoog van de toren geblazen en moeten nu duidelijk bakzeil halen." Charles Spreksel, advocaat van de hosting provider van de twee websites, die dus uiteindelijk alleen als beheerder van Shareconnector is aangemerkt): "Dit zat er dik in hè, met een dossier dat zó rammelt aan alle kanten!"
Opsporingsmethoden mogen ver gaan
Maar toch is voor de verdediging een vrijspraak met een bijsmaak. Ten eerste omdat de rechtbank geen enkel oor heeft naar de door de advocaten gepresenteerde waslijst aan procedurele tekortkomingen van de kant van het OM. Vorig jaar, tijdens de pro forma zitting, bleken verschillende procedurele euvels in het onderzoek naar- en de vervolging van de verdachten reden genoeg om de zaak aan te houden en meerdere betrokkenen, waaronder FIOD-ECD rechercheurs, eerst nader te horen. Een goed jaar later vormen deze vermeende procedurefouten nog steeds een belangrijk speerpunt in de gevoerde pleidooien. Maar met weinig succes.
Zo betoogden de advocaten ter zitting keer op keer dat het OM niet ontvankelijk is in deze zaak en het verkregen bewijs onrechtmatig is, omdat de vervolgingsbeslissing en het onderzoek onzorgvuldig en in strijd met de goede procesorde waren. Het OM zou zich voor karretje van de civielrechtelijke stichting Brein hebben laten spannen, de eigenlijke initiatiefnemer van het hele proces. Brein heeft, zo menen de advocaten, niet de gebruikelijke civielrechtelijke weg bewandeld, maar meteen aangifte gedaan. Het OM heeft het aangelegde dossier van Brein klakkeloos overgenomen, en is, zonder zelf eerst onderzoek te doen, tot aanhouding van verdachten buiten heterdaad overgegaan.
De strafkamer veegde al deze bezwaren van tafel. Volgens de rechtbank bevatte de aangifte van Brein voldoende feiten en omstandigheden waaruit een redelijk vermoeden kon voortvloeien dat er sprake was van de strafbare feiten, en stond onder deze omstandigheden het OM vrij om een strafrechtelijk onderzoek te starten en tot vervolging over te gaan.
Onderzoek zonder richtlijnen
Ook de aanhoudingen zelf, het betreden van de woningen, de inbeslagname van computers, de verhoren van de verdachten en de te laat opgestelde processen-verbaal konden volgens de voorzitter van de meervoudige kamer S. van Klaveren, ondanks alle bezwaren van de verdediging, allemaal door de beugel.
En dat geldt, opmerkelijk genoeg, ook voor het onderzoek dat aan de computers zelf is verricht. Daar is volgens de raadslieden een potje van gemaakt, vooral omdat van te voren geen kopie van de harde schijven is gemaakt, maar gerechercheerd is op de bronschijf van de computer. Maar bij gebrek aan bindende richtlijnen voor digitaal onderzoek (daar wordt nog steeds aan gewerkt) vaart de rechter in deze op getuige-deskundige Raoul Bhoedjang, onderzoeker van het NFI.
Deze verklaarde ter zitting dat eerst een kopie maken van de harde schijf en op die kopie rechercheren de gebruikelijke gang van zaken is. Maar aangezien bij één verdachte de computer aanstond bij binnentreding, was een 'live-onderzoek' zonder kopie geoorloofd. Het wordt uit het online beschikbare vonnis niet duidelijk wat de rechter vindt in de andere gevallen, waarbij rechercheurs bij andere verdachten waarvan de computer uit stond, óók geen kopie van de harde schijf hebben gemaakt.
Advocaat Maanicus in reactie hierop: "Tja, erg jammer dat de rechtbank al onze steekhoudende procedurele bezwaren van tafel veegt. Dit vonnis laat eens te meer zien dat het OM het tegenwoordig van de rechter heel erg bont mag maken waar het de beginselen van de procesorde betreft."
Via-via-via wetsovertreding
Ten tweede is het voor de verdediging een enigszins zure overwinning omdat de rechtbank in haar vonnis inhoudelijk een heel eind meegaat met de redeneringen van de Officier van Justitie over de strafbaarheid van dergelijke sites. De in stelling gebrachte argumenten van de raadslieden zijn in het vonnis goeddeels genegeerd of verworpen.
eDonkey-linksites zijn net als Google of Marktplaats.nl in de zin dat ze slechts informatie van anderen indexeren en rubriceren, zo betoogden eerder de advocaten. De beheerders runnen deze sites als hobby en kunnen nooit alle postings van de tienduizenden leden controleren. Deze postings bestaan uit gechat en gebabbel, al dan niet voorzien van een zogenaamde hashlink. Deze hashlink is bovendien helemaal geen link in de zin van een hyperlink die de locatie aangeeft van een bestand op internet. Een hashcode is slechts een identificatiecode van een bestand, zoals het ISBN nummer van een boek of de streepjescode van een product.
Door op de site op een hashcode te klikken wordt in een aparte softwareapplicatie, de eDonkeyclient, in de meeste gevallen eMule, een zoekactie gestart met de hashcode als zoekterm. Pas als het bestand op het eDonkey netwerk is getraceerd, kan het eventueel worden gedownload. Websites als Releases4u en Shareconnector staan dus geheel los van het daadwerkelijke downloaden van bestanden, zo benadrukte de verdediging.
Daar komt nog bij dat het downloaden van bestanden, zelfs auteursrechtelijk beschermde, voor eigen gebruik is toegestaan. Nu is downloaden met eMule juridisch enigszins gecompliceerd, omdat het in programma standaard gedownloade bestanden meteen ook weer worden geüpload. En uploaden van auteursrechtelijke bestanden zonder toestemming is wel expliciet verboden.
Geen nood, zo meldden de verdachten, want de uploadfunctie van eMule kan worden gemanipuleerd. Ten eerste kunnen in de map 'shared files' van de eMule-client verschillende bestanden worden geprioriteerd voor upload. Door rechtenvrije of openbron bestanden een hoge uploadprioriteit te geven, kan worden voorkomen dat auteursrechtelijk beschermde bestanden worden geüpload. Daarnaast kan met het aparte programaatje NetLimiter de uploadstroom van eMule helemaal worden afgeknepen.
Nuchtere vaststelling
De Rotterdamse rechtbank gaat maar mondjesmaat mee in bovenstaande beschrijving. Ja, Releases4u en Shareconnector zijn indexeringssites waarbij de beheerders zeer beperkte controle hebben over de postings van de leden; en ja, downloaden is in principe toegestaan.
Maar de geposte hashlinks zijn in de ogen van rechtbank wel degelijk links naar bestanden. Sterker nog, de rechtbank constateert dat "wanneer bezoekers van de website klikken op een hashcode, wordt het bestand waarop de hashcode betrekking heeft door middel van het programma eMule automatisch, zonder nader te verrichten handelingen, gedownload van (andere) gebruikers van het eDonkey netwerk die het bestand op hun computer aanwezig hebben en die dat beschikbaar stellen voor verspreiding (uploaden) binnen het eDonkey netwerk."
Bovendien is voor de rechter duidelijk dat in een p2p netwerk downloaden samengaat met uploaden. Gezien de intentie van gebruikers van P2P netwerken en software als eMule, namelijk het snel en in zo groot mogelijk aantal verkrijgen en verspreiden van (veelal auteursrechtelijk beschermde) bestanden, acht de rechtbank het niet aannemelijk dat die automatische uploadfunctie in eMule wordt uitgeschakeld middels door verdachten beschreven mogelijke manipulatie.
Faciliteren van uploads
Deze zienswijze van de rechtbank heeft een aantal consequenties. Het zijn dus in principe niet de beheerders, maar de gebruikers van het eDonkey netwerk die via de hashcodes op de eDonkey linksites bestanden down- én uploaden, en dus de opzettelijke inbreuk op het auteursrecht van anderen plegen. Daar van nauwe samenwerking met of controle op deze gebruikers geen sprake is, worden de sitebeheerders vrijgesproken van het (mede)plegen van opzettelijke inbreuk.
Maar dan volgens rechter Van Klaveren cs.: "Wel kan het handelen van de bij de website betrokken personen, onder wie verdachte als administrator, in beginsel beschouwd worden als medeplichtigheid aan de door de gebruikers van de website gepleegde inbreuken op auteursrechten door middel van het uploaden, doordat met de website de gelegenheid wordt geboden tot snelle verspreiding van de bestanden.
De op de website vermelde en naar onderwerp gerubriceerde hashcodes stellen de gebruiker van de website immers feitelijk in de gelegenheid het betreffende auteursrechtelijk beschermde werk via eMule te downloaden en uploaden. Weliswaar zal dit bestand al eerder, door gebruikers (peers) van eMule, ter beschikking zijn gesteld en derhalve openbaar gemaakt op het eDonkey2000 netwerk, echter de door de website gefaciliteerde upload betekent een verveelvoudiging van het bestand en derhalve nieuwe, afzonderlijke inbreuken op het auteursrecht."
Hypothetische jurisprudentie
Echter, in onderhavige zaak kan deze medeplichtigheid evenmin worden bewezen, omdat "het dossier onvoldoende concreet en gespecificeerd bewijs bevat dat door de gebruikers van de website - andere personen dan verdachte - daadwerkelijk auteursrechtelijk beschermde werken zijn geüpload."
Desalniettemin schept de rechtbank met deze 'medeplichtigheid door het faciliteren van uploads' formulering opmerkelijke jurisprudentie omtrent de strafbaarheid van eDonkey linksites. Het is dan ook in eerste instantie deze alinea waarop het OM momenteel studeert in haar afweging tot hoger beroep, zo erkent persofficier Hambeukers.
En het is, niet verbazend, ook deze zelfde redenering die de Stichting Brein enigszins doet juichen in haar persbericht over de afloop van deze zaak. Alhoewel het strafrechtelijk aanpakken van Releases4u en ShareConnector dus totnogtoe grotendeels is mislukt, overweegt de stichting om de betrokkenen alsnóg civielrechtelijk aan te klagen. Want daar heeft Brein recentelijk wel enkele successen kunnen boeken. Per e-mail laat directeur Tim Kuik weten: "Buiten dat het OM nog moet besluiten of zij in beroep gaan, is Brein in elk geval civielrechtelijk nog niet klaar met deze sites en de verantwoordelijken. 'Wordt vervolgd'."
Rest de relevante vraag hoe hypothetisch deze jurisprudentie zal blijven. Want als in onderhavige zaak, bij wat Brein en het OM hebben betiteld als 'de grootste piraterijsites die ooit in Nederland zijn ontmanteld' de maximaal haalbare 'medeplichtigheid aan opzettelijke inbreuk' al niet kan worden bewezen, waar en wanneer dan wel? Hoger beroep of nieuwe strafzaken zullen dat moeten uitwijzen.
Netkwesties is een webuitgave over internet, ict, media en samenleving met achtergrondartikelen, beschouwingen, columns en commentaren van een panel van deskundigen.
De Netkwesties nieuwsbrief bevat boeiende achtergrondartikelen, beschouwingen, columns en commentaren van een panel van deskundigen o.g.v. internet, ict, media en samenleving.
De nieuwsbrief is gratis. We gaan zorgvuldig met je gegevens om, we sturen nooit spam.