Met de handhaving van de publicatie van de naam van een verdachte in een moordzaak ging GeenStijl in de fout, zegt de Raad voor de Journalistiek. GeenStijl reageert passend, met de middelvinger, maar ook serieus. Het woord is nu aan de rechter. Het AD handelde wel juist, vindt de Raad, maar de advocaat van de verdachten vindt dat oordeel zorgelijk.
De kwestie van het dakmoordfilmpje plus reacties daarop in publicatie van het AD en GeenStijl zoud de Raad voor de Journalistiek naar eigen verwachting wel een zomer bezighouden. Maar toch kwamen de uitspraken vrij snel. Het waren er vier in getal: van vader en zoon T., ieder tegen het AD en GeenStijl. De zoon is de 17-jarige broer van de verdachte 16-jarige die de fatale steekwonden in Scheveningen toediende aan Pascal Triep. De vader is verdacht van medeplichtigheid.
De Raad heeft zich zo te zien niet zo lang hoeven bezighouden met de vraag of GeenStijl al dan niet journalistiek gewogen moet worden. Net als in de klacht over Klokkenluider.nl heeft de Raad het bekendste weblog als een journalsitieke uitgave beschouwd, te meer daar deze naar eigen zeggen 'een redactie' voert en journalisten in dienst neemt.
Alleen de klacht van de vader tegen GeenStijl is gegrond verklaard door de Raad, vanwge de volgende artikelen met reacties:
GeenStijl publiceerde een plaatje van een brief van de voormalige advocaat van de vader waarin diens achternaam is vermeld. Ook staat in één reactie een link naar een website waarop een duidelijk herkenbare foto van de vader, plus zijn volledige naam.
De Raad weegt af of daarmee een maatschappelijk belang is gediend dat de schending van de privacy rechtvaardigt. Dat is niet het geval, vindt de Raad: de privacy van de vader is onevenredig op het spel gezet.
Bovendien bevat een deel van de reacties diffamerende uitlatingen die - gezien de herkenbaarheid van klager - moeten worden beschouwd te zijn gericht tot klager persoonlijk. Voor de publicatie van dergelijke uitlatingen is een deugdelijke grondslag vereist, maar daarvan is echter niet gebleken.
De Raad weegt hier een combinatie af: de man is herkenbaar met zijn naamen krijgt (dus) aan zijn persoon gerichte lasterende uitingen te verwerken. Een en ander leidt tot de conclusie dat verweerder met de berichtgeving grenzen heeft overschreden van hetgeen, gelet op de eisen van journalistieke verantwoordelijkheid, maatschappelijk aanvaardbaar is.
Niet herkenbaar
De tweede klacht jegens GeenStijl acht de Raad voor de Journalistiekongegrond, met dezelfde afweging: Een inbreuk op de privacy overschrijdt de grenzen van zorgvuldige journalistiek wanneer deze niet in redelijke verhouding staat tot het maatschappelijk belang van de publicatie.
De Raad vindt het dakmoordfilmpje van zodanig slechte kwaliteit dat de gezichten van vader en zoon voor het grote publiek onherkenbaar zijn. Ook is de naam van de zoon niet vermeld.
Dus nu de zoon in deze zaak niet herkenbaar is met gezicht en/of naam is ook zijn privacy niet geschaad. De kwaliteit is mogelijk wel voldoende voor gezichtsherkenning in de nabije omgeving maar dat is niet zo schadelijk volgens de Raad. Dat de jongen op de moordzaak wordt aangesproken in zijn directe omgeving is niet het gevolg van de publicatie van het filmpje, vindt de Raad.
De beledigende en lasterlijke uitingen van reaguurders op GeenStijl zijn gericht aan het adres van zijn verdachte broer en de vader en niet aan zijn adres. Dus is ook hierin de klacht af te wijzen, ook al vindt de Raad dat publicaties ook aansprakelijk zijn voor reacties op websites.
De Raad volgt een consequente lijn en veroordeelt GeenStijl dus niet in de klacht van de zoon, wat wellicht even opvallend is als het gegrond verklaren van de klacht van de vader.
De klacht van de 45-jarige vader over het AD is ongegrond verklaard. Anders dan bij GeenStijl is hij in de reacties die zijn blijven staan onder het gewraakte artikel met het dakmoordfilmpje niet (meer) herkenbaar met naam en/of link naar een foto.
De enige lezersreactie waarin de achternaam van klager is vermeld, is inmiddels door verweerder van de website verwijderd. In de overige reacties worden weliswaar harde woorden gebruikt, maar die kunnen niet worden beschouwd te zijn gericht tot klager persoonlijk, nu hij in de publicatie niet voor het grote publiek herkenbaar is.
Dezelfde argumentatie geldt voor de ongegrond verklaarde klacht van de zoon tegen het AD. De redactie van de website heeft zorgvuldig gehandeld en geen grenzen overschreden.
De eis van de klagers om het filmpje te verwijderen vindt de Raad onjuist. Publicatie en archivering zijn journalistieke belangen. Het filmpje is naar de achtergrond verdwenen en treedt weer met een link naar voren zodra dat opportuun is in verband met andere berichtgeving.
Wel herkenbaar
De uitspraken impliceren dat de klachten wellicht alle gegrond verklaard zouden zijn indien de gezichten van de mannen op het filmpje wel goed herkenbaar geweest zouden zijn. Met andere woorden: heeft het toeval (?) dat dit een vaag filmpje was een rol gespeeld bij met name het AD om dit te publiceren? Het staat buiten kijf dat GeenStijl het filmpje ook gepubliceerd zou hebben met goed herkenbare gezichten.
Job Knoester en Floris Holthuis van Nolet Advocaten stelden dat vader en zoon op het dak in het gewraakte filmpje 'mogelijk herkenbaar' in beeld zijn gebracht: Postuur en lichaamshouding zijn immers bij uitstek zaken waardoor personen kunnen worden geïdentificeerd, met name wanneer dat waarneembaar is op bewegende beelden.
Knoester heeft kritiek op de uitspraken van de Raad: Hij stelt dat vader en zoon niet herkenbaar zijn voor het grote publiek maar erkent dat ze herkenbaar zijn in de eigen sociale omgeving. Dat lijkt me nog erger, en daarmee ook de combinatie met de lasterlijke reacties. De inbreuk op de privacy is juist nog ernstiger daar die in de eigen sociale omgeving plaatsgrijpt.
Het filmpje, zegt Knoester, heeft er bovendien toe bijgedragen dat de mannen op het dak als moordenaars zijn beschouwd terwijl juist degene die wordt verdacht van het toedienen van de messtreken er niet op staat.
Knoester vindt het ook opvallend dat de Raad de reacties op GeenStijl 'diffamerend' noemt en op AD.nl slechts 'hard. Knoester ziet dat onderscheid niet zo. Hij vindt dat op beide reactiepanelen een aantal uitingen buitengewoon grievend zijn en daar niet thuis horen.
De advocaat bezint zich nog op een civielrechtelijke procedure met mogelijk een eis tot schadevergoeding: Dat is mijn terrein niet dus daarover moet ik met collega's overleggen. Tegen GeenStijl deed hij namens de vader eerder al aangifte bij de officier van Justitie.
Het AD berichtte dat ze de zaken voor de Raad voor de Journalistiek'wint'. GeenStijl publiceerde eerst iets van een nieuwsbericht waarin ze triomfantelijk vermeldde van drie van de vier klachten te zijn vrijgesproken. Dus dat de site de Raad voor de Journalistiek niet erkent is daarmee niet zo hard.
Ook gaat GeenStijl in een commentaarserieus in op de uitspraken ofschoon ze er geen gevolgen uit trekt. Een dag later volgde nog een reactie die GeenStijl-waardig was.
In het eerste stukje spreekt GeenStijl overigens over de klagers als de vader en 'de dakmoordenaar'. Maar dat is onjuist, het ging om de broer van de verdachte als tweede klager. Daarmee nog eens bevestigend wat Knoester zei: dat het filmpje, waarvan de Raad publicatie (terecht) goedkeurt, tot verwarring leidt.
Netkwesties is een webuitgave over internet, ict, media en samenleving met achtergrondartikelen, beschouwingen, columns en commentaren van een panel van deskundigen.
De Netkwesties nieuwsbrief bevat boeiende achtergrondartikelen, beschouwingen, columns en commentaren van een panel van deskundigen o.g.v. internet, ict, media en samenleving.
De nieuwsbrief is gratis. We gaan zorgvuldig met je gegevens om, we sturen nooit spam.