KPNQwest Eddie Meijer en Marcel Windt van Houthoff Buruma in Amsterdam. Windt nam het stokje over van Jan van Apeldoorn van Levenbach. De curatoren brachten het volgende naar buiten:
"De curatoren van het failliete KPNQwest hebben grootaandeelhouders KPN en Qwest en twaalf Amerikaanse en Nederlandse bestuurders en topmannen van die bedrijven voor de rechter gedaagd. Zij stellen hen wegens onbehoorlijk bestuur en onrechtmatig handelen aansprakelijk voor het tekort van 4,2 miljard euro in het faillissement."
De gedaagden moeten op 19 januari 2011 voor de rechtbank in Haarlem verschijnen. Volgens de curatoren gaat het om de grootste boekhoudfraude in de Nederlandse geschiedenis. Zij stellen dat de gedaagden allen hoofdelijk aansprakelijk zijn voor het tekort in het faillissement.
KPN en het Amerikaanse Qwest voegden in 1998 hun Europese glasvezelactiviteiten samen in de joint venture KPNQwest. In 1999 ging KPNQwest naar de Nederlandse en Amerikaanse beurs. Het bedrijf bouwde voor 25.000 kilometer aan glasvezelnetwerk in achttien landen. Nog voordat dat gereed was vroeg het bedrijf plotsklaps surseance van betaling aan en op 31 mei 2002 werd het failliet verklaard.
KPNQwest liet voor 4,2 miljard euro aan onbetaalde schulden achter. Tot dan toe had het bedrijf geschermd met groeiende omzetten en gezonde winstmarges. Het faillissement zou volgens KPNQwest veroorzaakt zijn door een plotselinge daling van de marktprijzen.
Uit onderzoek van de curatoren is evenwel gebleken dat de oorzaak van het faillissement is gelegen in wanbeleid en gebrekkig toezicht daarop. Al in het oprichtingsjaar 1999 kelderden door overcapaciteit en groeiende concurrentie de marktprijzen met 40 tot 80 procent, waardoor het bedrijf zijn omzet enorm zag dalen.
KPNQwest veranderde echter niet van strategie, maar verdriedubbelde zelfs haar investeringen. Daardoor werden al haar liquide middelen opgebruikt, terwijl het bedrijf intussen grote verliezen maakte.
Naar de buitenwereld hield KPNQwest de sterk teruggelopen omzet verborgen en wekte zij de indruk alsof zij voldoende inkomsten had om haar doelstellingen zoals voorzien bij de start, te blijven realiseren. Zij deed dat door vanaf eind maart 2000 ieder kwartaaleinde steeds meer ‘papieren’ omzet te boeken die geen werkelijke omzet was.
Het bedrijf verkocht overcapaciteit op het glasvezelnetwerk aan KPN, Qwest en anderen, maar deze transacties waren schijn: de afnemers hadden die capaciteit niet nodig, betaalden daarvoor met eigen capaciteit of er werd gesteld dat iets werd gekocht terwijl het in werkelijkheid werd gehuurd.
Op die manier leek het in de boeken en kwartaalcijfers goed te gaan maar in werkelijkheid kwam op die transacties geen cent binnen. De inkomsten van KPNQwest over het jaar 2000 en 2001 bedroegen dan ook maar de helft van wat werd gerapporteerd.
Op die manier werd de buitenwereld geruime tijd een rad voor ogen gedraaid en zijn beleggers, financiers, toeleveranciers, klanten, personeel en (andere) schuldeisers ernstig en stelselmatig misleid, aldus de curatoren. Doel van het opkloppen van de omzet was volgens de curatoren om het langer vol te houden dan de concurrentie en zo marktaandeel te winnen.
Omdat het faillissement onverwacht kwam, werden ook de aandeelhouders ernstig gedupeerd. Op verzoek van de Vereniging van Effecten Bezitters (VEB) gelastte de Ondernemerskamer van het Amsterdamse Gerechtshof in december 2006 een onderzoek naar het faillissement van KPNQwest.
Dit voorjaar jaar eiste de VEB plotseling de stopzetting van het onderzoek, nadat zij in juni zelf een schikking van 19 miljoen euro had getroffen met grootaandeelhouders KPN en Qwest. De curatoren vochten de stopzetting van het onderzoek aan en de Ondernemerskamer oordeelde op 5 juli jl. dat het onderzoek door moest gaan.
Hoewel het onderzoek van de Ondernemerskamer nog niet is afgerond hebben de curatoren inmiddels zoveel bewijzen van onbehoorlijk bestuur en fraude vergaard dat zij tot dagvaarding van alle betrokkenen zijn overgegaan. Hun dossier telt inmiddels duizenden pagina’s. Ook willen de curatoren de betrokkenen en crediteuren niet langer in onzekerheid laten zitten, omdat het onderzoek tegen hen al een aantal jaren loopt."
Succesvolle managers
Het gaat dus niet enkel om 'topmannen', maar ook om een vrouw, zo bevestigt curator Windt. Anders dan links en rechts geschreven waren de gedaagden commissaris en geen lid van de raad van bestuur, op één na, de Amerikaanse bestuursvoorzitter.
Bot gevangen in de VS
Van de zijde van Qwest worden voorzitter Jo Nacchio, Robert Woodruff, Drake Tempest, Dick Liebhaber en John McMaster gedagvaard. De laatste was de baas van KPN Qwest en verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van bedrog. Verdere chefs als bijvoorbeeld directieleden als Henjo Groenewegen en Wim Ackermans en controller Anno Kamphuis, en ook KPN-baas Ad Scheepbouwer blijven buiten schot. De namen worden genoemd in Amerikaanse procedures.
De curatoren hebben eerst daar zaken aangespannen maar, zegt Marcel Windt, maar de rechtbanken achtten zich niet bevoegd en verwezen de zaak naar Nederland daar hier het hoofdkantoor van de vennootschap was gevestigd.
In de VS worden bestuurders sneller persoonlijk ter verantwoording geroepen dan in Nederland. Ze zullen de Nederlandse rechter vertellen dat ze de fraude niet ontwaarden en er totaal geen benul van hadden. De curatoren kunnen waarschijnlijk niet aantonen dat dit wel zo was. "We willen in elk geval weten hoe de commissarissen er tegenover stonden."
In de markt was breed bekend dat er gefraudeerd werd en KPN en Qwest deden er ook aan mee. Zo stuurde KPN rekeningen naar klanten voor diensten van KPNQwest die niet de verzonden facturen maar de totale som van de langjarige contracten ineens als omzet boekte.
Ruilhandel
Netkwesties schreef uitgebreid over het falen van KPNQwest en beschreef in 2004 al de wijze waarop boekhoudfraude op grote schaal tot stand kwam, iets dat ook FemdeWeek beschreef
. In Nederland was daar weinig aandacht voor, in de VS des te meer.
In de slappe houding van Nederland had beleggersclub VEB een belangrijke rol. Die schikte voor 19 miljoen euro per KPN en Qwest en probeerde een aangespannen zaak bij de Ondernemingskamer terug te trekken, want dat was een voorwaarde voor de vergoeding. Dat mislukte gelukkig.
De Volkskrant schrijft vandaag over eerdere 'geruchten' over fraude, maar dat waren geen geruchten maar harde beschuldigingen van bronnen die meededen aan de ruilhandel in lege capaciteit over de gelegde kabels. Want dat was de aard van het spel: verschillende aanbieders die op papier elkaars concurrent waren, kochten bij elkaar op grote schaal transportcapaciteit in. Ze betaalden elkaar daarvoor en de boekten dit als omzet.
Ze schermden met klanten die veel data te transporteren hadden, maar de omvang daarvan was maar een schijntje van wat er aan transportcapaciteit voorhanden was. De werkelijke transactiekosten waren veel lager dan wat de transporteurs als KPNQwest elkaar betaalden. KPNQwest was daarbij nog in de gelegenheid om met de diverse dochterbedrijven transacties op te zetten teneinde de omzet op te blazen.
Volgens curator Marcel Windt was het ineens boeken van omzet die nog behaald moest gaan worden wellicht nog groter dan de omvang van de ruilhandel of 'swap-deals'.
Daar beurskoersen louter op omzetgroei gebaseerd waren kon met dit vlas boekhouden de beurswaarde van bedrijven met miljarden euro's worden opgepompt. De beurshandel werd weer gevoed door hebzucht van beleggers. Uiteindelijk zijn die beleggers dus voor een klein deel schadeloos gesteld, in de VS met 3 miljoen euro.
Maar de beurs vormde de drijvende kracht achter de fraude. Directeuren en commissarissen hadden zelf belang bij het opblazen van beurskoersen daar ze opties en aandelen kregen. Kregen de commissarissen van KPNQwest geen aandelen in het bedrijf zelf dan hadden ze die wel in KPN of Qwest en konden ze indirect profiteren van koersstijgingen.
Het is plausibel dat Windt en Meijer namens de schuldeisers de commissarissen hoofdelijk aansprakelijk stellen voor de georganiseerde fraude die onder de naam KPNQwest door het leven ging. Windt tempert het schuldig verklaren uit eigen belang: "Onze indruk is dat de betrokken bestuurders niet op de eerste plaats zichzelf wilden verrijken, maar dat ze marktgedreven waren. Om dat op gang te houden hebben ze materieel een onjuiste voorstelling van zaken verschaft over een lange periode.
Het hele dossier aan stukken staat wat verstopt online op de site van Houthoff. Wie Netkwesties wil helpen met het ontrafelen van de 23 rapporten en vooral de financiële bijlagen waaraan duiding ontbreekt, is zeer welkom. Tot het bedrag van 4,2 miljard euro aan schulden komen de curatoren overigens na het optellen van de rente over de afgelopen jaren en na aftrek van dubbele claims van schuldeisers bij dochterbedrijven van KPNQwest, want als je de bedragen optelt kom je tot ruim 8 miljard, .