*********************************************************************
Aanvulling per 15 november 2011:
Baljé heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het hof Den Haag, bijgestaan door de advocaten Van Oven in Den Haag en Dommering in Amsterdam. Stoelinga van Leefbaar Delft heeft in cassatie verweer gevoerd met de advocaten Van Wijk en Kingma in Den Haag. Leefbaar Delft heeft in cassatie verstek laten gaan.
Advocaat-generaal Huydecoper heeft de Hoge Raad op 12 augustus 2011 geadviseerd de uitspraak van het hof in stand te laten. De Hoge Raad heeft dit opgevolgd (uitspraak BU3917) Het hof heeft afdoende gemotiveerd dat in dit concrete geval in het openbare debat de grenzen van de aan de fractievoorzitter en Leefbaar Delft toekomende vrijheid van meningsuiting niet zijn overschreden. De uitspraak van het hof Den Haag is definitief.
**********************************************************************
Stoelinga kondigt aan de gemeente Delft, en in het bijzonder burgemeester Bas Verkerk, aansprakelijk te zullen stellen voor zijn schade die hij opliep door de strijd en censuur van de gemeente. Hij sommeert de gemeente over de brug te komen en dreigt met een civiele procedure na een gewonnen proces met Kennedy van der Laan.
De aantoonbare materiële schade beloopt volgens Stoelinga ('De Snor') 380.000 euro. De wraak moet zoet worden, alleen al omdat Baljé beslag liet leggen op de bezittingen van Stoelinga, privé en bij zijn drie bedrijven gedurende de jarenlange procedures. Baljé is overigens weg sinds 13 juli 2005 weg en Stoelinga wisselde van vestje naar Onafhankelijk Delft.
Webcolumns en Youtube
Stoelinga benutte de website van Leefbaar Delft om in 'columns' VVD-wethouder Baljé in de meest felle termen van corruptie te beschuldigen. Aanleiding vormden vier uur beeld- en geluidopnames vastgelegd met een bewakingscamera in een pizzeria en met mobiele telefoons. Een fragment staat op YouTube.
Er kan geen misverstand over bestaan dat Baljé op politiek onoirbare wijze zaken regelt voor een grondtransactie en een subsidie voor de restauranteigenaar Salvatore Daga voor 'gondels' (reden waarom dit de 'Gondelaffaire' is gaan heten). Hij vraagt de gesprekspartner om de winst van de grondtransactie over te maken.
Op de beeld- en geluidopnames, gemaakt door de restauranteigenaar, is te horen dat Baljé belt met zijn toenmalige collega-wethouder in de Gemeente Den Haag, Verkerk (de huidige burgemeester van Delft). Baljé vraagt Verkerk of de gemeente Den Haag geïnteresseerd is in een stuk grond van een kennis van hem, de Delftse vastgoedhandelaar Zegwaard. Op de beelden lijkt Verkerk dit te bevestigen (het ging om grond voor ondermeer het ADO-stadion).
Vervolgens belt Baljé met Zegwaard en adviseert hem onder meer: "Ze willen het heel graag hebben. Je moet gewoon ehh voluit gaan. Dat weet jij niet, dat heb ik jou niet verteld. En die paar ton die je daarop verdient, die stop je in mijn campagne, afgesproken? Dan gaan we dat doen."
Ook speelt Baljé in het telefoongesprek met Verkerk vertrouwelijke informatie door over de keuze van de vertrouwenscommissie met betrekking tot de aanstaande burgemeestersbenoeming in Delft, waarvoor Verkerk toen de belangrijkste kandidaat was. Een wetsovertreding, schreef Stoelinga vele malen. Het Hof bevestigt dat ook deze beschuldiging voldoende feitelijke basis heeft.
'Ik maak je helemaal kapot'
De restauranteigenaar kan met de beelden ook de wethouder chanteren. Ambtenaren zeggen onder druk te zijn gezet door de wethouder om een subsidie van ruim 30.000 euro incl. BTW te verlenen aan de restauranteigenaar. Het gaat om een 'waarderingsbijdrage' waarvoor geen wettelijke grond blijkt te bestaan. (Oorspronkelijk zegde Baljé 40.000 tot 50.000 euro toe.) Baljé ontkent dat, want hij deed aangifte tegen de man wegens chantage. Hij heeft hem dan al toegebeten: "Ik maak gehakt van je...ik maak je helemaal kapot." Ook dat is opgenomen.
De video en audio gingen vervolgens naar de pers en de raadsleden. De opnames zijn van mei 2004 en april 2005. In mei 2005 schreef Stoelinga erover op Leefbaar-Delft.nl: " Hij doet dermate verdachte uitspraken dat ik de indruk krijg dat wethouder Baljé corrupt is...De hele setting van drank en bravoure zijn een stadsbestuur onwaardig. Ik vermoed dat wethouder Baljé misbruik heeft gemaakt van zijn positie als wethouder."
Er volgt een reeks aan publicaties en beschuldigingen, ook met grote advertenties van Stoelinga in lokale kranten. De vendetta houdt aan.
Er komt in Delft geen extern maar een intern onderzoek van de gemeentesecretaris van Delft. Die gaat te rade bij de ambtenaren maar betrekt de opnames niet in zijn onderzoek. Op 3 mei 2005 begint het onderzoek en het is 10 dagen later al klaar. De gemeente pleit Baljé vrij. Baljé loopt niettemin een nieuwe functie als directeur mis, volgens hem als gevolg van de beschuldigingen.
Meer meningsvrijheid voor politicus
Baljé daagt Stoelinga, Leefbaar Delft en degene die de opnamen maakte, met een forse schadevergoeding. Wat volgde was een reeks aan procedures met tot nu toe in totaal tien vonnissen. Baljé won de kort geding procedures vanaf 2005 In een kort geding vonnis van september 2007 werd Stoelinga op straffe van een forse dwangsom verboden te suggereren dat Baljé corrupt was.
In de bodemprocedure vond de rechtbank dat Stoelinga terecht een misstand aan de kaak had gesteld, maar hij had zijn mond moeten houden na het uitkomen van het interne rapport en nadat vrijwel de gehele gemeenteraad zich tegen hem had gekeerd. Louter de eerste webcolumn mocht nog, alle daarna waren onrechtmatig.
Op 16 maart 2010 stelde het Hof Den Haag Stoelinga in de bodemprocedure alsnog geheel in het gelijk. Het arrest van het Hof is gestoeld op de vrijheid van meningsuiting.
De rechters Verbeek, Roos en Bruning van het Haagse Hof benadrukken het bijzondere van de zaak als volgt: “In een democratisch systeem moet het openbaar bestuur immers nauwlettend kunnen worden gevolgd door de legislatieve of de rechtsprekende macht, alsmede door de pers en de publieke opinie. Dit betekent dat een openbaar bestuurder zich heftiger kritiek moet laten welgevallen dan een burger. Het politieke debat moet in beginsel op het scherpst van de snede gevoerd kunnen worden...“
De gewraakte uitlatingen van Stoelinga over Baljé behoren bij uitstek tot het gebied van het politieke forum, waar in beginsel behoefte bestaat aan een ruime uitingsvrijheid, en waar de beoordelingsmarge voor beperking van die vrijheid van meningsuiting ...dus (zeer) smal is."
Van Stoelinga naar Wilders?
De vrijheid van meningsuiting voert de boventoon. Maar in hoeverre houdt die verband met de inhoud van de beschuldigingen. Zijn die nu waar of niet waar? En betreft het dan strafbare feiten? Volgens Baljé heeft het Hof een vrijbrief verstrekt voor onbegrensd beschuldigen van politieke tegenstanders.
Baljé legt het vonnis hiermee verkeerd uit. Het Hof oordeelt immers dat de door Stoelinga geuite verdenking van corruptie voldoende steun vindt in de feiten: "Niettemin is het hof, anders dan Baljé, met de rechtbank van oordeel dat niet kan worden volgehouden dat deze uitlating op het moment van de publicatie geen enkele steun zou vinden in de videobeelden van 28 mei 2004 en de geluidsopnamen van het telefoongesprek van 27 april 2005, in onderlinge samenhang beschouwd..."
Anders dan de rechtbank vindt het Hof alle daarna volgende uitingen van Stoelinga (en/of Leefbaar Delft) ook niet onrechtmatig. Het arrest bevat ook een passage die een rol kan spelen in het proces tegen Geert Wilders: "Het taalgebruik van Stoelinga in deze column kan als grievend of zelfs als provocerend worden ervaren, maar daarmee overschrijdt (de inhoud van) deze column...niet de (zeer) ruime grenzen van hetgeen Stoelinga als volksvertegenwoordiger bij de uitoefening van zijn vrijheid van meningsuiting in het kader van een politiek debat (en daarbuiten) was geoorloofd."
Onkiese vergelijking mag ook
Het Hof gaat hierin heel ver: Stoelinga vergeleek in een column de moorden van Auschwitz-Birkenau met de politieke moord op zichzelf in Delft. "Hoewel de inhoud van deze publicatie wegens de daarin getrokken vergelijking tussen het lot van de oorlogsslachtoffers en de Delftse politiek ... als ongepast, smakeloos en zelfs als schokkend kan worden ervaren, heeft Stoelinga als politicus, alle feiten en omstandigheden in aanmerking genomen, met die publicatie ten opzichte van Baljé niet onrechtmatig gehandeld, aangezien in het licht van de volledige tekst van deze publicatie de gewraakte passage over Baljé niet als ontoelaatbaar kan worden beschouwd."
Wellicht heeft het Haagse Hof de zaak-Wilders in het achterhoofd gehad. Als deze Auschwitz-vergelijking al te ver ging dan was deze column op zich niet zo schadelijk voor Baljé gezien alle andere uitingen en beschuldigingen. Kortom, het Hof vindt ook dat een politicus wel eens over de schreef kan gaan. Nu gaat het bij Wilders om een bevolkingsgroep en generieke beschuldigingen en in Delft om specifieke beschuldigingen ten aanzien van één persoon. Dat is een aanmerkelijk verschil, maar de vrijheid van meningsuiting voor een politicus is heel ver opgerekt.
Overigens wordt de restauranteigenaar wel weer veroordeeld wegens het openbaar maken van de video-opnames van de beveiligingscamera. De beelden kwamen bij RTL op televisie. Deze veroordeling betekent ook dat in de (niet voorgekomen zaak) van beelden van een beveiligingscamera van RTL Boulevard van een zoenende voetballer en aan zangeres in een parkeergarage er onrechtmatig is gehandeld.
Delft veroordeelt boodschapper
Boeiend is ook dat het Hof dwars ingaat tegen de uitspaken van B&W van Delft en van de meerderheid van de gemeenteraad die Stoelinga hebben veroordeeld vanwege zijn beschuldigingen die 'onverantwoord en onfatsoenlijk' geweest zouden zijn.
De meerderheid van de gemeenteraad, PvdA voorop, veroordeelde Stoelinga hard omdat hij de mediacratie gebruikte voor de aanklachten en niet de democratie, dat wil zeggen de gemeenteraad. Baljé is "...publiekelijk veroordeeld voor mogelijke corruptie, zonder onderzoek, zonder bewijs en zonder proces." Overigens had Stoelinga de opnames aangeboden bij de politie en bij burgmeester Verkerk, die geen belangstelling toonde. Pas ruim een week na de publicatie op de website deed hij ook aangifte.
Dit zegt het CDA, waarvan raadslid Aad van Tongeren ook een verklaring aflegde bij de politie op grond van de geziene beelden. CDA : "De hele affaire begint natuurlijk wel bij een wethouder die, voor zover mijn fractie dat heeft waargenomen op enkele fragmenten van een videoband, een bestuursstijl hanteert die mijn fractie ten zeerste afkeurt. Er werden zaken gedaan vanuit een restaurant op een wijze die geen respect meer afdwingt, aanleiding kan geven tot misverstanden en twijfels doen rijzen aan integer besturen."
Maar vervolgens komt de van de Koninklijke familie bekende milde veroordeling 'dom' als etiket op het handelen van Baljé. Een motie gericht tegen Leefbaar Delft, die 'onverantwoorde en onfatsoenlijke' omgang met de opnames wordt verweten, krijgt wel steun van alle andere partijen: PvdA, CDA, VVD, GroenLinks, Stip, Stadsbelangen, SP, ChristenUnie/SGP en D66.
'Onderhandeld over de onderzoeksuitkomst'
Partijen in Delft hebben 'geen zin' meer om erop terug te komen. De woordvoerders in het debat zijn grotendeels vertrokken. Van Tongeren (CDA) is opnieuw raadslid. Hij verschuilt zich niet: "De boodschapper moest het ontgelden want zijn wijze van optreden met vaak veel sensatie viel bij de meeste raadsleden al langer in verkeerde aarde. Ze hebben toen de zijde van wethouder Baljé gekozen."
Maar Van Tongeren toog naar de politie en leek aanvankelijk wel inhoudelijk te willen debatteren: "Toen ik de opname zag was ik geschokt. Uit eigen beweging ban ik naar de rijksrecherche gegaan voor een getuigenverklaring. Maar de meeste raadsleden wilden de beelden niet eens zien. Ze zeiden: als ik het in de bus krijg stuur ik ze ongezien terug. Terwijl er ook een transcript naar de raadsleden ging."
Maar met de stemmingen tegen Stoelinga en vóór de bijdrage van 15.000 euro van de gemeente aan Baljé stemde het CDA toch vóór. Dat vindt Van Tongeren met terugwerkende kracht beschamend: "Dat was de fractiediscipline waar ik aan voldeed. Ik feite wist iedereen dat dit niet kon. Baljé moest snel en zonder kleerscheuren worden afgevoerd."
Terwijl het 'bewijsmateriaal' voor de gemeenteraad niet deugde. Van Tongeren: "Over de eindtekst is onderhandeld door de gemeentesecretaris en de advocaat van de wethouder, want anders kwam de wethouder nooit meer ergens aan het werk. Het arrest van het Hof geeft een ander oordeel over de feiten en daar kan ik me voor een groot deel in vinden."
De gemeente Delft heeft er niets meer aan toe te voegen volgens de woordvoerder: "Wij waren geen partij in de rechtszaken. We hebben wel acht geslagen over het oordeel omtrent de vrijheid van meningsuiting voor politici."
Schadevergoeding voor democratisch falen?
Stoelinga en zijn advocaat Jens van den Brink menen dat er sprake is van een grove schending van democratische principes; jegens Stoelinga, maar nog veel meer vanwege de inhoud. Het lijkt zonneklaar dat Baljé over de schreef ging, al blijft hij het zelf ontkennen.
De vraag is voor Stoelinga en zijn raadsman is ook: wat kan de reden zijn dat Verkerk zijn wethouder door dik en dun steunde? En dat de gemeenteraad zo laks was en Stoelinga en niet Baljé hard veroordeelde? In het besluit van de raad om Baljé met 15.000 euro financieel te ondersteunen in de procedures staat letterlijk dat dit soort aanvallen op bestuursleden moet stoppen.
De rol van burgemeester Verkerk? Van Tongeren (CDA): "Hij kreeg informatie van Baljé over zijn benoeming, maar op zijn beurt is hij weer misbruikt door Baljé. Die speelde informatie over de Haagse grondtransactie door aan de projectontwikkelaar. Vervolgens heeft Verkerk als burgemeester te weinig inhoudelijk gedaan aan die zaak. Ik was erbij toen hij van Stoelinga die beelden kreeg aangeboden. Had geen interesse."
Van den Brink: "Het mooie is dat het Hof heeft benadrukt dat het door de oppositie aan de kaak stellen van misstanden in het bestuur nu juist de kern van een democratie is, en dat dat ook mag via internet en andere media. De gemeente maakt een grove fout door oppositieleden aan te pakken die wijzen op wangedrag van het college, kennelijk om de reputratie van de gemeente te redden.
"
Nu heeft het Hof niet uitgesproken dat de gemeenteraad Leefbaar Delft onterecht heeft veroordeeld. Wel impliceert het arrest dat de raad fout zat door de beschuldigingen niet goed te onderzoeken. Echter, ook de rijksrecherche en het Openbaar Ministerie zagen geen gronden om tot vervolging over te gaan.
De recherche is overgegaan tot sepot wegens het ontbreken van voldoende aanwijzing van schuld c.q. het ontbreken van wettig bewijs. Er is uitgebreid onderzoek gedaan door professor Elzinga van RU Groningen. Hij meent dat er op zijn minst sprake is van politiek laakbaar handelen en dat de integriteit van Baljé in het geding is. Daar had de gemeenteraad op moeten reageren, maar die heeft louter Stoelinga veroordeeld. Elzinga vindt ook dat ‘een sepot niet voert tot de onweerlegbare conclusie dat er geen sprake is van een strafbaar feit’.
Ging de gemeente Delft (burgemeester en raad) ver over de schreef met het gebrekkig handelen in deze Siciliaans aandoende toestanden? Rechtvaardigt dit de claim van Stoelinga en Kennedy van der Laan? En wat betekent dit voor de Nederlandse politiek?
Feit is dat via de rechter de mediacratie het alsnog wint van de democratie. Moet de democratie daarvoor boeten? Van Tongeren laat zich niet uit over een eventuele schadevergoeding voor Stoelinga: "Je moet hier als politici en bestuurders in elk geval lering uit trekken. Of dat ook zal gebeuren, betwijfel ik..."