Gebrekkige samenwerking gaf vrij baan voor iPhone van Apple

De mislukte verovering van de Europese smartphonemarkt door KPN

Met de introductie van de iPhone in 2007 veroverde Steve Jobs met Apple de hegemonie in de wereld van de smartphones. Maar Europa, en met name KPN, begon vijf jaar eerder de race om samen met een Japans telecombedrijf dominant te worden in mobiel internet. Het mislukte jammerlijk.

Dat is de kern van het boek ‘De opkomst van de smartphone’ van Mark de Jong. Als directielid van KPN Mobile was hij destijds nauw betrokken bij de introductie van i-mode mobiel internet. Dat i-mode was een groot succes van het Japanse telecombedrijf NTT Docomo in eigen land, en wilde dit met KPN naar Europa exporteren. Amerika liep nog zwaar achter in mobiele communicatie.

De Japanners kochten voor 5 miljard euro een aandeel in KPN Mobile om toegang te verschaffen tot, en te helpen bij de introductie van i-mode op de Duitse, Nederlandse en Belgische markt. Het bedrag was fors voor een klein aandeel, van slechts 15 procent maar voor NTT Docomo een schijntje met 370 miljard dollar het hoogste gewaardeerde telecombedrijf. Gedurende de dotcom-hype rond 2000 waren alle internet en telecombedrijven krankzinnig hoog gewaardeerd, ook KPN.

GSM-standaard bracht laatste wereldhegemonie

Europa bouwde vanaf 1990 een leidende positie in digitale mobiele telefonie op dankzij - moeizaam bereikte – standaardisering volgens de standaard GSM. Deze leidde tot de dominantie van Europese telefoonproducenten zoals Nokia en Ericsson en in mindere mate Alcatel, Siemens en Philips.

Na de geslaagde opkomst van vast internet voor het grote publiek vanaf 1994 ondernamen telefoniebedrijven pogingen om mobiel internet van de grond te trekken: de data-uitbreiding van de infrastructuur van GSM werd GPRS genoemd, daarop draaide het WAP-protocol voor mobiele websites.

GPRS was veel te traag en WAP onhandig in gebruik. Met de komst van 3G of UMTS kwam snel internet technisch binnen bereik. Echter, er waren betaalbare toestellen noch aantrekkelijke diensten. Wat te doen?  In Japan trok i-mode, geïntroduceerd door NTT DoCoMo, een succesvolle smartphone met dienstenpalet in Japan 30 miljoen gebruikers die 50.000 i-mode sites konden bezoeken. De duurste beursgang ooit in Japan, tot dan toe, was het gevolg.

KPN, dat met de Duitse dochter E-Plus en de – veel te dure – verkregen UMTS-vergunningen in Duitsland, Nederland en België een Europese speler van formaat was, trok de stoute schoenen aan met benadering van NTT Docomo als partner. Onder leiding van het flamboyante bestuurslid Joop Drechsel lukte dat met veel overleg in Tokio en Den Haag.

Maar makkelijk was vervolgens de introductie van i-mode niet, ook door intern verzet: “Een deel van die blokkades had het karakter van obstructie door delen van de organisatie die het bestaande wilden behouden en niet gevoelig waren voor de noodzaak te innoveren. Zo lag de organisatie van KPN Mobiel in Nederland dwars.” Ook de medeaandeelhouder in E-Plus, BellSouth in de VS, zag de Japanse deal niet zitten. De beoogde joint-venture van KPN Mobile en Docomo voor i-mode mislukte en moest beperkt worden tot een licentieovereenkomst.

KPN Mobile zinspeelde direct bij de bekendmaking van de Japanse deelname op 9 mei 2000 op de beursgang van KPN Mobile twee maanden later, waar een prijskaartje van 44 miljard dollar aan gehangen werd. KPN had dat geld nodig om de veel te hoge leningen voor UMTS en E-Plus te kunnen aflossen. Ondanks die molensteen zinspeelde KPN nog op de overname van de Britse mobiele aanbieder Orange, toen eigendom van France Telecom. Bomen leken in de hemel te groeien. Echter, de beursgang werd afgeblazen en moeder KPN zelf kon maar net van een bankroet worden gered.

Tragische zelfoverschatting

Daarop volgde de introductie van i-mode in maart 2002, eerst in Nederland en vervolgens in Duitsland en België. Er was maar één i-mode toestel beschikbaar, van het Japanse NEC. De Jong tekende een contract voor inkoop van 100.000 toestellen voor 50 miljoen euro, 500 euro per toestel. Nokia en Ericsson hadden geen zin in investeringen in i-mode.

Het netwerk was nog steeds te traag en er waren wat softwareproblemen. KPN deed de uiterste best om aanbieders van diensten over de streep te trekken. Ze mochten geld vragen voor een dienst – KPN zou zelf maar 14 procent inhouden- en kregen alle hulp. Er kwamen 500 i-mode diensten (AH, ANWB, Telegraaf, Radio 538, CNN en Eurosport etc.) en nog eens 7.000 vrije diensten in een browser. Echt nieuwe diensten waren schaars, wel Mysnap, een soort vroege Instagram. Voor consumenten kostte een kaal i-mode abonnement 3 euro per maand bovenop het mobiele abonnement. Het toestel werd gesubsidieerd en kostte 370 euro.                                                                                                                                                                                                             

KPN wilde in de drie landen samen binnen een jaar 1 miljoen abonnees binnenhalen, maar haalde dat niet en spoedig stagneerde de afzet. Dus i-mode bloedde dood. Al in 2002 waardeerde NTT Docomo haar investering in KPN Mobile helemaal af, evenals in het Amerikaanse AT&T Wireless en in het Britse Hutchinson 3g. In 2005 betaalde KPN de Japanners nog slechts 5 miljoen euro om het – tot 2 procent gedaalde - belang van NTT DoCoMo in KPN Mobiel terug te kopen.

Probleem was ondermeer dat in de zakelijke markt de Blackberry dominant bleef voor dataverkeer. De iPhone, gelanceerd door Steve Jobs met Apple in 2007, bracht wel een revolutie teweeg in de mobiele markt met zijn touchscreen, gebruiksvriendelijke bediening en de introductie van de App Store. Dat leidde tot het succes van smartphones wereldwijd.

Na de introductie van de iPhone reageerden andere bedrijven zoals Google snel met de lancering van Android, waarmee Aziatische fabrikanten zoals Samsung, Huawei en Xiaomi een sterke positie in de smartphonemarkt wisten te veroveren. Nokia en andere Europese leveranciers hadden moeite om bij te blijven en verloren uiteindelijk hun marktpositie.

Europa moet samenwerken

De Jong wijt het slot van zijn boek aan behartenswaardige adviezen voor de toekomst van de Europese telecomindustrie: zoek veel meer samenwerking in innovatie en markten, vooral met de ontwikkeling van 6G en de productie van geavanceerde chips. Bij dat laatste kan ASML een cruciale rol spelen.

Het is te prijzen dat Mark de Jong deze geschiedenis voor het nageslacht heeft willen boekstaven. Dat doen veel te weinig topmensen uit het bedrijfsleven. ‘De opkomst van de smartphone’ is een belangrijke bijdrage aan de geschiedschrijving van de telecommarkt. Met heel veel details legt De Jong vast hoe Europa de dominantie in de mobiele datamarkt uit de vingers liet glippen, mede als gevolg van het succes met de mobiele spraak of GSM.

Wat ontbreekt in het boek is het menselijke aspect. De anekdotes, citaten, emoties, dramatiek, het spitsroeden lopen en vooral de enorme zelfoverschatting die bedrijven en hun topmensen gedurende de internet-hype parten speelden. Dat is weer het nadeel van een schrijvende zakenman, die een compleet beeld van de koele gang van zaken van meer gewicht vindt dan de omgang tussen mensen die daaraan ten grondslag ligt.

*) Deopkomstvandesmartphone.nl

De mislukte verovering van de Europese smartphonemarkt door KPNDe mislukte verovering van de Europese smartphonemarkt door KPN

Gepubliceerd

18 feb 2025
Netkwesties
Netkwesties is een webuitgave over internet, ict, media en samenleving met achtergrondartikelen, beschouwingen, columns en commentaren van een panel van deskundigen.
Colofon Nieuwsbrief RSS Feed Twitter

Nieuwsbrief ontvangen?

De Netkwesties nieuwsbrief bevat boeiende achtergrondartikelen, beschouwingen, columns en commentaren van een panel van deskundigen o.g.v. internet, ict, media en samenleving.

De nieuwsbrief is gratis. We gaan zorgvuldig met je gegevens om, we sturen nooit spam.

Abonneren Preview bekijken?

Netkwesties © 1999/2025. Alle rechten voorbehouden. Privacyverklaring

1
0