Politici en opiniemakers worden steeds bedrevener in het manipuleren van nieuwsmedia. Ze verwoorden politieke boodschappen zo radicaal dat deze ‘nieuwswaardigheid’ creëren. Deze techniek heet attention hacking. Politici verleiden nieuwsmedia om hun woorden een-op-een over te nemen en zo mee te werken aan de verspreiding ervan.
Juist nieuwsorganisaties die journalistieke mores als onpartijdigheid en hoor en wederhoor hoog willen houden, zijn gevoelig voor deze vorm van mediamanipulatie. Maar bij attention hacking gaat het niet om het bieden van een weloverwogen mening over een serieuze kwestie. Voor politici als Netanyahu en Wilders, deze dagen in Israël, lijkt het werkelijke doel om aandacht te genereren die juist afleidt van het echte probleem.
Door extreme, dus ‘nieuwswaardige’ uitspraken te doen, maken politici strategisch gebruik van sociale media, memes en bots, en manipuleren ze journalisten om die extreme opvattingen te verspreiden. In onze aandachtseconomie, waarin nieuwsorganisaties afhankelijk zijn van sociale media, sensatiezucht en clickbait, leidt dit tot het prioriteren van nieuwigheid boven nieuwswaarde. Politici als Wilders en Netanyahu maken daar handig gebruik van.
Grote woorden als afleiding
Ze doen dit door bewust gebruik te maken van grote woorden als pogroms, antisemitisme en Jodenhaat en deze neer te zetten als het ‘werkelijke’ probleem. Wanneer nieuwsorganisaties meegaan in dit geraffineerde gebruik van attention hacking wordt de aandacht afgeleid van het geweld in Gaza, Libanon en de Westelijke Jordaanoever. En dat past perfect in de pr-strategie van Netanyahu.
Nieuwsmedia die niet in deze val willen trappen, en dus terughoudend willen berichten wanneer extreemrechts grote woorden keer op keer herhaalt, voelen al op voorhand het verwijt van censuur, vooringenomenheid, eenzijdige berichtgeving of zelfs nepnieuws.
Wij vragen ons af of journalisten die hun vak serieus nemen niet op een andere manier moeten omgaan met politici voor wie waarheidsvinding een detail is en de veroorzaakte ophef het hoofddoel.
Regelmatig wordt door rechtse politici het verwijt van partijdigheid en vooringenomenheid in stelling gebracht als hun perspectief geen platform krijgt. Dat is een drogreden. Wat wel of niet wordt uitgelicht en op welke manier, is een journalistieke keuze waarop je als nieuwsmedium aanspreekbaar bent en moet zijn. Iemand geen of minder aandacht geven, is niet hetzelfde als iemands spreekrecht ontnemen.
Moed tonen
Het is eigen aan onafhankelijke journalistiek dat zij zelf – en niet de politiek, de commercie of het publiek – bepaalt of iets belangrijk is, aandacht verdient en hoe. Attention hacking dwingt nieuwsorganisaties tot bezinning op de betekenis van begrippen als nieuwswaardigheid en onpartijdigheid.
Wat houdt onpartijdigheid over het conflict in het Midden-Oosten praktisch in als de Israëlische regering buitenlandse journalisten niet toelaat tot de Gazastrook en Palestijnse journalisten vermoordt? En neemt de onvolledige en eenzijdige berichtgeving niet toe nu de Israëlische regering de persvrijheid ook in eigen land aanzienlijk beknot? Deze inperking van de persvrijheid door de Israëlische regering blijft tot nu toe zonder consequenties.
Wij stellen voor dat nieuwsorganisaties onmiddellijk ophouden met het doorgeven van het eenzijdige Israëlische perspectief. Dat vergt moed, maar onbevooroordeelde, onpartijdige en onafhankelijke verslaggeving is onmogelijk zolang Israël de internationale pers niet toelaat in Gaza en doorgaat met het uitmoorden van Palestijnse journalisten.
Deze dagen brengt Geert Wilders zijn veelbesproken bezoek aan Israël. Dit wordt de lakmoesproef voor het weerstaan van attention hacking. Gaat de journalistiek mee in Wilders’ manipulatiestrategie en komt de reis uitvoerig en onbekommerd in beeld? Of realiseren nieuwsorganisaties zich dat de reis bedoeld is om aandacht te genereren voor hemzelf en voor de pr-strategie van Israël?
*) Irene Costera Meijer is emeritus hoogleraar Journalistiekwetenschap, Hettie Lubberding is voormalig Midden-Oosten-correspondent en Bernadette van Dijck is voormalig opleider bij de Wereldomroep. Een versie van dit artikel verscheen eerder bij Trouw