Naoorlogse rechtspraak moet wel uitgebreid openbaar worden

Autoriteit persoonsgegevens fnuikt openheid van Nationaal Archief

Het nationaal Archief wil het CABR (Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging) met 425.000 dossiers in stappen openbaar maken vanaf begin 2025, in het project Oorlog voor de Rechter. De Autoriteit Persoonsgegevens ligt dwars, ofschoon overledenen geen privacy hebben, ook niet (via) nabestaanden.

Het genoemde oorlogsarchief behelst dossiers van personen die na de Tweede Wereldoorlog verdacht werden van collaboratie met de Nazi’s, bijvoorbeeld verraders van onderduikers en Nederlanders in Duitse dienst. Het gaat om 30 miljoen pagina’s met gevoelige inhoud. Een deel van de verdachten is veroordeeld, een groot deel niet. Het overgrote deel van de hen is dood.

De Archiefwet schrijft voor dat het in 2025 openbaar wordt. In de praktijk betekent dit: online en voorzien van contextinformatie, gebruikmakend van de infrastructuur van WO2NET. Voor de digitalisering is 18 miljoen euro subsidie verstrekt. Belangrijke organisaties, zoals het NIOD, zijn erbij betrokken.

AP niet transparant

De Telegraaf schrijft dat het Nationaal Archief kritische interne adviezen over privacy-risico’s rondom het openbaar worden en online toegankelijk worden van de rechtspraak van collaborateurs na de Tweede Wereldoorlog heeft genegeerd.

De privacywaakhond AP heeft volgens Trouw een waarschuwingsbrief gestuurd naar minister Eppo Bruins van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) met daarin zorgen over mogelijke privacyschending bij de digitalisering van het archief

In de interne adviezen van de NA worden, na overleg met de AP en andere betrokkenen, privacybeschermende maatregelen voorgesteld, zoals het beperkt afschermen van persoonsgegevens. Volgens De Telegraaf is maar één advies opgevolgd: het CABR niet doorzoekbaar maken via Google.

Dat het Nationaal Archief privacy-adviezen heeft genegeerd is volgens de woordvoerster van het NA onjuist. “De maatregelen zijn zorgvuldig afgewogen en eerder besproken en afgestemd met belangenverenigingen waarin zowel nabestaanden van slachtoffers en verdachten vertegenwoordigd zijn.”

Autoriteit Persoonsgegevens is niet transparant. Op de vraag welke vragen en adviezen zijn gesteld aan het Nationaal Archief, geeft de AP ons als antwoord: “Reactie van de AP met betrekking tot het NA is op dit moment bondig: de AP staat sinds een aantal maanden in contact met het Nationaal Archief, inhoudelijk kan de AP op dit moment geen mededelingen doen.”

Breed overleg

In een kritisch advies stelt hoogleraar archiefwetenschap Charles Jeurgens dat in de dossiers behalve de namen van verdachten vele andere namen voorkomen die bescherming kunnen genieten volgens de AVG, bijvoorbeeld van kinderen die lid waren van de Jeugdstorm en nog in leven zijn. Veelal betreft het ‘bijzondere persoonsgegevens’ die extra bescherming genieten inzake de AVG. Het NA zegt alleen van verdachten te kunnen nagaan wie er is overleden en dossiers van hen niet openbaar te zullen maken,

Het Nationaal archief heeft uitgebreide afwegingen gemaakt, en “gaat uit van de geest van de wetgeving en de mogelijkheid van belangenafweging die de AVG kent (Overweging 4) en van Overweging 158 van de AVG. Die laatste sluit aan bij de eerste Declaratie van Stockholm (2000) waar Nederland, samen met 45 landen, zich heeft verbonden om blijvend aandacht te geven aan het verhaal van de Holocaust en zo nieuwe vormen van antisemitisme en xenofobie te bestrijden. In de hernieuwde Declaratie van Stockholm van 2021 wordt gepleit voor de openheid.”

Privacy rond rechtszaken

In rechtszaken weegt de plicht om processtukken volledig te verstrekken zwaarder dan de privacyregels van de AVG. Bij de publicatie op Rechtspraak.nl heeft de Raad voor de Rechtspraak een aantal eigen regels geformuleerd. Het weglaten van namen geschiedt al snel, ook van bedrijven waarvoor dat in feite wettelijk niet nodig is.

Rechtspraak.nl houdt zich niet aan de eigen regels. Zo staat er: “De gegevens van natuurlijke personen in dienst van een rechtspersoon of overheidsorganisatie (bestuursorgaan) én handelend in de uitoefening van een specifieke functie worden niet gepseudonimiseerd.”

Dat wordt met grote regelmaat met voeten getreden. Ook staat er voor pseudonimisering: “*Onder natuurlijke personen worden tevens verstaan overleden personen. De gegevens van overleden personen worden gepseudonimiseerd.”

Dat gaat dus verder dan de wet. Ook worden namen van bedrijven met grote regelmaat weggelaten ook als die niet tot namen van natuurlijke personen te herleiden zijn. Tot slot worden veel vonnissen om onduidelijke redenen helemaal niet gepubliceerd op Rechtspraak.nl.

Recht op vergetelheid

Veroordeelden doen vaak een beroep op het recht op vergetelheid of vergeetrecht om gegevens te laten wissen bij de bron of in de index van Google. Veelal gaat het om persverslagen, en komen media en Google aan de verzoeken om verwijdering niet tegemoet.

Het is goed dat het nationaal Archief vasthoudt aan openbaarmaking. In de afweging tussen geschiedschrijving en privacy moet de nadruk op historisch belang liggen. We kunnen beter vergeven dan vergeten.

Gepubliceerd

29 nov 2024
Netkwesties
Netkwesties is een webuitgave over internet, ict, media en samenleving met achtergrondartikelen, beschouwingen, columns en commentaren van een panel van deskundigen.
Colofon Nieuwsbrief RSS Feed Twitter

Nieuwsbrief ontvangen?

De Netkwesties nieuwsbrief bevat boeiende achtergrondartikelen, beschouwingen, columns en commentaren van een panel van deskundigen o.g.v. internet, ict, media en samenleving.

De nieuwsbrief is gratis. We gaan zorgvuldig met je gegevens om, we sturen nooit spam.

Abonneren Preview bekijken?

Netkwesties © 1999/2024. Alle rechten voorbehouden. Privacyverklaring

1
0