Een jaar geleden was de Nacht van de Poëzie op zaterdagavond 7 oktober en het bloedbad dat Hamas die dag had aangericht om een nieuwe oorlog te entameren wilde maar niet tot ons doordringen. Presentatrice Ester Naomi Perquin introduceerde de Nacht met “zullen wij confetti van onszelf maken en gaan dwarrelen, feestelijk en ongericht”.
Weer is het morgen 7 oktober, we tellen inmiddels ruim veertigduizend doden, een veelvoud aan achterblijvende radeloze dierbaren en honderdduizenden gewonden. De vermoorde onschuldige Israëlische slachtoffers, de schuldige Palestijnse terreurleiders en regering-Netanyahu hebben een naam, tienduizenden Palestijnse en Libanese mensen van de ‘collatoral damage’ blijven naamloos. “Zij zijn slechts nummers”, weende woedende Ramsey Nasr.
Met het droge “lange leve Palestina” leek hij vannacht de emotie voorbij, maar niet in zijn juist afgesloten voordracht. Begonnen met felle Mijn nieuwe vaderland, gemaakt als Dichter des Vaderland bij het aantreden van kabinet Rutte-I in 2010, met de strofe: “Dood nu wat afwijkt van uw bloed, en van uw onderbuik.”
Gevolgd door het buitengewoon humoristisch gedeclameerde ‘Allegretto’ over het culturele prijzenfestival onder Stalin, voor Dmitri Sjostakovisch (op een Nederlands festival waar dichters worden aangeprezen met de prijzen en nominaties voor de talloze literatuurprijzen.) En besloot indrukwekkend met De dag kan komen, over verzet, dat uitgeverij De Bezige Bij verbond met De achttien doden van Jan Campert (voorgelezen door Remco Campert en Ramsey Nasr).
We waren onder de indruk vannacht, maar de nacht maakt je juist los van waan van de dag. Politiek speelt geen moment. Het even onberekenbare als onbetrouwbare brein associeert meer met de pijn van de Israëli’s, Palestijnen en Libanezen, en woede over hun beestachtige leiders, als met de toneelrol van Nasr als de sympathiek, twijfelende vader in Oogappels. En vraag hem bij het signeren of de emotie en pijn draaglijk zijn. Alle verliezen wegen zwaar, van ieder mens, los van het etiketje van de identiteit.
Vredelievendheid en enthousiasme kenmerken de Nacht van de Poëzie, en de waan van de dag van media, strijd of ongenoegen, nu de 41e editie. Weldadige woordenstromen domineren, mooie taal heerst.
Elke dichter krijgt zeven (tot tien) minuten voor een paar verzen, incasseert het gejuich van het kortelings geraakt, enthousiast publiek, al stil hun gang naar de coulissen makend; Ted van Lieshout, Anna Enquist, Daan Doesborgh, Simone Atangana Bekono, Rozalie Hirs, Mahat Arab, Peter Verhelst, Lies Van Gasse, Astrid Haerens, Yentl van Stokkum, Bibi Dumon Tak, Kees 't Hart, Tomas Lieske, Roan Kasanmonadi, Maarten Inghels, Bernard Wesseling, Lena Plantinga, Benzokarim en Ramsey Nasr,. Ingetogen (Enquist) tot uitbundig (Daan Doesborgh), en piepjong en verrassend (Plantinga) tot stokoud en traditioneel (Kees ’t Hart)
Afgewisseld voor muzikale en theatrale ‘entr'actes’ zoals dit jaar enerverende optredens van dans- en muziekgroep Faith afgewisseld met de serene klanken van Arvo Pärt door Cello Octet Amsterdam, Vlaamse rapper Brihang, muzikaal collectief Parra.Dice, Meral Polat Trio en kunstenaar Steef de Jong die opera’s nabootste met decors van kartonnen dozen.