Begrip van de technologische trends in netwerken ver te zoeken

De beurshype over AI en dip tonen de dominantie van hebzucht boven kennis

Als passieve topsporter weet ik dat ijshockeyers als cruciale aanwijzing meekrijgen niet naar de plek te schaatsen waar de puck is, maar waar de puck hoogstwaarschijnlijk naar toe gaat. Dit principe geldt voor vele sporten, maar ook voor de wereldwijd via computernetwerken gekoppelde aandelenmarkten.

Het dataverkeer op de internationale digitale netwerken bestaat voor een belangrijk deel uit transacties tussen financiële dienstverleners. Grote volumina met hoge eisen: een lage vertraging van de overdracht.

Het is al jaren bekend dat de beurskoersen zeer grillig op en neer gaan. En wel op bijkans elke tijdschaal: minuten, uren, dagen, maanden. Benoît Mandelbrot heeft hier een aantal - nagenoeg onleesbare - boeken over geschreven. Hij beschrijft de fluctuaties als ‘randomness in financial markets’.

Grof geld met fluctuaties

Echter, hij mag het fenomeen dan verklaren, helaas biedt hij weinig houvast voor voorspellingen. Trends afleiden en aanbevelingen aan beleggers doen is een ware industrie geworden. Net als natuurlijk het beleggen zelf door individuen en collectief via fondsen, zoals van banken, risico-investeerders en pensioenfondsen. Ze tuigen allerhande theorieën op, op grond van ervaringen

De financiële wereld verdient grof geld aan volatiliteit of sterk veranderlijke beurskoersen. Zekerheden bestaan niet. Zoals mijn oudere familieleden waarschuwend zeiden: “Beleggen is gokken. Doe dat met een beperkt deel van je vermogen, dat je kunt missen.” Maar die ooms van mij hadden dan ook hun vermogen zien verdampen, belegd in Russische spoorwegaandelen, door iedereen als heel safe beschouwd, tot de nationalisatie in 1917.

De AI-hype doorzien

Dat was een typisch geval van ‘boom and bust’: eerst een plotseling bonanza, een rage met een goudkoorts-karakter, ‘hype’ genoemd; aangeslingerd door aandacht trekkende media en kopers van de aandelen die anderen aanmoedigen, inspelend op een ‘fear of missing out’ om te kunnen meeprofiteren van stijgende koersen.

Zonder je in het onderwerp van de belegging te verdiepen: wat doet het bedrijf eigenlijk?. Steile groei van de aandelenkoersen is het gevolg, met geld voor de betreffende bedrijven om te investeren. Tot het tegendeel geschiedt; een waarschuwing, angst voor verlies en een kettingreactie van verkopen op de beurzen.

Dat laatste gebeurde op maandag 5 augustus 2024, toen eerst de openingskoersen van de Nikkei Index een historische duikeling maakten, gevolgd door andere beurzen, met een vrees voor een al lang voorspelde recessie.

Juist de recent hype-achtig gestegen aandelen van AI-bedrijven en concerns die van de AI-vraag zouden profiteren, zoals chipmakers ASML, TSMC en Nvidia, verloren fors. Analisten stelden vast: de AI-bel is leeggelopen. Consternatie bij slaafse volgers van trends, zoals influencers. Echter, dezelfde koersen schoten na een paar dagen weer omhoog. En wordt nu geruststellend geschreven dat de kans op een spoedige recessie in de VS niet groot is.

Gokken op een potje voetbal

Zie hier het terugkerende probleem: hypes of wereldwijde windvlagen in de financiële waardering van innoverende ondernemingen zijn nogal arbitrair, en gaan mank aan inhoudelijke diepgang. Beleggen daarin wijkt nauwelijks af van gokken op voetbalwedstrijden. Ik heb dit al ettelijke malen zien passeren in de ICT-markt.

Ik verloor er zelfs mijn baan as deeltijdshoogleraar aan de TU Delft door, waarin ik nieuwsgierige studenten de fundamentele patronen van groeiende netwerken leerde. Berichten van het front, zogezegd, met als gevolg mijn enigszins spottend bedoelde titel “de Internetprofessor”. In 2000 verlengde het TU-bestuur mijn aanstelling niet, met als motivatie: “Op Wall Street is de Internet-luchtballon leeggelopen”.

Die hype was dus in hun ogen voorbij. En dat vak hoefde dus niet langer onderwezen te worden. Hoe het dat internet en alles er omheen sindsdien verging, hoef ik niet uit te leggen. Dat de jonge ondernemers in de USA de investeerders en beleggers fopten met Excel-sheets met veel te florissante groeicijfers van hun eigen onlinediensten had niks te maken met de technisch-economische eigenschappen van Internet.

De crux van netwerken

Dat bleef als digitale infrastructuur onstuitbaar exponentieel doorgroeien, met zo’n 50 procent jaar op jaar.  Bestuurders, politici, beleggers en journalisten hadden destijds zelden enig benul wat internet aan potentie bracht. Ze misten de essentie. Hierbij een compacte definitie: “Een internet is een vrijwillige overeenkomst tussen netwerkbeheerders om verkeer uit te wisselen tot wederzijds voordeel.”

Dat is alles, een overeenkomst, niet eens een ding van hard- en software. Het resultaat van die onderlinge interconnectie- en data doorgeef-overeenkomsten is een netwerk van privé én publieke netwerken, ook wel beschreven als de wereldwijde ‘digitale infrastructuur’.

Nationale overheden hebben hier geen jurisdictie over. Dienstverlening en andere complexiteiten worden niet in, maar buiten op Internet aangesloten. Dat is de beroemde regel van de internetarchitecten: alleen een “stupid network” kan groeien. En het blijft dankzij de onderlinge regelgeving van ingenieurs in de Internet Society zeer gezond doorgroeien en blokkades omzeilen.

Geklets en gezwets over AI

De onlangs paniekerig verkondigde AI-luchtbel vertoont hetzelfde riedeltje van onzinpraat. Kunstmatige intelligentie maakt, als ICT-gereedschap, op vele terreinen een belangrijke start. Dat heeft de nodige snelle bombarie tot gevolg. Vaak bedoeld om geld binnen te harken voor investeringen, en het hype-product als rood vlees aan hongerige gebruikers te voeden; zoals scholieren, journalisten, marketeers en nu zelfs kantonrechters.

Terwijl de AI-resultaten nog verre van perfect zijn en privacy schenden, uiten doemdenkers tal van terechte en onterechte angsten. Bijvoorbeeld dat AI ‘de mens’ spoedig zal overvleugelen, steevast met valse voorbeelden van robots die hersenwerk zullen overnemen. Met haastige regelgeving tot gevolg.

Maar wat is AI?. Professor Melanie Mitchell (zie: interview met NRC) legt het in Artificial Intelligence: A guide for thinking humans verrassend eenvoudig uit. Hierbij mijn versie: AI  of Deep Thinking is een set computergereedschappen voor beeldbewerking om 2D of 3D patronen uit een hele grote verzameling waarnemingen van sensoren te trekken en die vervolgens te proberen te correleren met opgeslagen 2D of 3D modellen van de werkelijkheid.

Krachtige netwerken nodig

Dit is dus wat anders dan de ICT die we tot voor kort kenden, waarbij reeksen getallen en cijfers worden bewerkt via algoritmen (logische stappen) in een sequentie of gedachtegang.

In het menselijke zenuwstelsel inclusief hersenen is slechts een deel actief voor auditieve waarnemingsverwerking - vanuit oren en stem - en het overgrote deel voor beeldverwerking en matching vanuit de ogen.

Dit is in de evolutie gegroeid, omdat goede perceptie van bedreiging om ons heen de kans om te overleven in de wildernis vergroot. In de natuur ontdekken we nu vele vormen van perceptie in (groepen van) dieren en planten, waar we voor AI van kunnen leren.

We staan nog maar aan het begin van deze ontdekkingsreis met AI-=systemen als hulpmiddelen. Consequentie is wel dat er zeer krachtige computersystemen en zeer snelle verbindingen voor AI nodig zijn.

Hebzucht heerst

En dan, na alle juichverhalen voor investeerders, slaat opeens de euforie om door bevindingen over de slechte resultaten van bijvoorbeeld ChatGPT; of bijvoorbeeld gezichtsherkenning waar overheden dol op blijken te zijn. De hoeveelheid ‘false positives’ is nog veel te groot. Moet je je voorstellen wat er op de luchthaven gebeurt als je opeens lijkt op een gezochte terrorist. Toch wordt het in China ongeremd toegepast voor sociale controle en blijven de camera’s nu, na de Olympische Spelen, hangen in Parijs.

 De beurshype over AI toont wederom dat beleggers meer gedreven zijn door hebzucht dan door kennis van zaken, of begrip van de trends. Die AI-bel is dus maar een bedenksel. Wordt er dan geen geld mee verdiend? Ja, op de eerste plaats met super krachtige chips, dankzij ASML, en software gereedschappen plus de benodigde hardware voor decentrale serverparken en netwerken.

Dat zal ongetwijfeld slachtoffers vergen van bedrijven die niet snel genoeg vernieuwen. Het is bijvoorbeeld maar de vraag of Apple en Intel zullen moeten afhaken in de race. Zoals eerder Kodak en Nokia mochten ervaren.

Daar zagen ze niet op tijd waar de puck heen zou gaan...

*) Beeld: Vrouw, en profil voor de zonnebloemen van Van Gogh, van Isaac Israëls

De beurshype over AI en dip tonen de dominantie van hebzucht boven kennis

Gepubliceerd

14 aug 2024
Netkwesties
Netkwesties is een webuitgave over internet, ict, media en samenleving met achtergrondartikelen, beschouwingen, columns en commentaren van een panel van deskundigen.
Colofon Nieuwsbrief RSS Feed Twitter

Nieuwsbrief ontvangen?

De Netkwesties nieuwsbrief bevat boeiende achtergrondartikelen, beschouwingen, columns en commentaren van een panel van deskundigen o.g.v. internet, ict, media en samenleving.

De nieuwsbrief is gratis. We gaan zorgvuldig met je gegevens om, we sturen nooit spam.

Abonneren Preview bekijken?

Netkwesties © 1999/2024. Alle rechten voorbehouden. Privacyverklaring

1
0