Begin juli spande Bunq een kort geding aan tegen NRC. Directeur-eigenaar Ali Niknam nam advocaat Christiaan Alberdingk Thijm van bureau Brandeis in de arm om NRC te bestrijden. Dat begon met een brief met eisen, te weten:
Aan de eerste eis voldeed NRC, niet binnen de geëiste 24 uur, maar na drie dagen. Immers, er ligt een uitspraak van de Hoge Raad die de privacy van personen afweegt tegen het belang van publicatie van hun namen. Als ze onbelangrijk zijn heeft privacybescherming voorrang. Tijdens de zitting bood NRC excuses aan. NRC werd bijgestaan door advocaat Jens van den Brink van Kennedy van der Laan, die de zaak won.
Op het tweede punt heeft Alberdingk Thijm aan Ali Nikham niet duidelijk gemaakt dat er geen schijn van kans was op winst in het kort geding. Het gebruik van interne bronnen staat vrij, tenzij de wet overtreden is (inbraak) om ze in bezit te krijgen.
Ernstige feitelijke onjuistheden hebben Stijn Bronzwaer en Merijn Rengers niet gemaakt in het artikel “Bunq-werknemers keken stiekem in klantrekeningen: ‘Het was te verleidelijk’”, zo stelt de voorzieningenrechter in het vonnis:
Geen verbod op ‘sensatie’
Bunq verweet de journalisten van NRC met het artikel “sensatiebelust” te werk te zijn gegaan en dat daarvoor zaken uit hun verband zijn getrokken waardoor de lezer wordt misleid en geen genuanceerd beeld krijgt. Wellicht is dit zo, maar het blijft binnen aanvaardbare grenzen volgens de rechtbank.:
“Duidelijk is dat NRC met deze schrijfstijl en presentatie de aandacht van de lezer wil trekken en houden. Dat staat NRC in beginsel ook vrij. Zij mag tot op zekere hoogte overdrijven of provoceren en zelf de aangewezen wijze van berichtgeving kiezen.”
De voorzieningenrechter is Ward Messer in Amsterdam in het vonnis. Messer is overigens ook voorzitter van de Tuchtcommissie Banken. Indien daar klachten komen naar aanleiding van de onthulling van NRC over oneigenlijke inzage in klantgegevens, krijgt hij er daarmee te maken.
In een reactie op LinkedIn legt Ali Niknam de nadruk op het verwijderen van de namen van medewerkers uit het oorspronkelijke NRC-artikel en schrijft met droge ogen dat er met het vonnis in kort geding sprake is van een “grote overwinning”.
Drie toevoegingen op 24 juli 2024:
In een artikel in NRC zegt de hoofdredactie blij te zijn met het vonnis.
In een commentaar op LinkedIn wordt gesteld dat NRC bunq kapittelde voor privacyschending en zich daar vervolgens zelf aan schuldig maakte.
En er geldt conform de AVG inzagerecht voor bankklanten, schreef jurist Mark Jansen van Dirkzwager in juni 2023 naar aanleiding van een Europese procedure van een klant tegen een bank: wie hebben mijn gegevens ingezien? Dat zou eveneens moeten gelden voor klanten van bunq die slachtoffer zijn van rekening gluren.