Meta begon in november 2023 zijn gebruikers een maandelijkse vergoeding te vragen, als ze geen gepersonaliseerde reclame wilden zien op grond van hun persoonsgegevens. Dat werd ‘pay-or-ok’ gedoopt: geld betalen of akkoord gaan met verzameling van persoonsgegevens.
Veel te hoge prijs
Meta vraagt 13 euro per maand voor de Facebook- of Instagram-app en 10 euro voor louter Facebook en Instagram via een browser zonder persoonlijke reclame. Die 156 euro per jaar is ruim het dubbele van wat Meta met reclame per Europese gebruiker verdient, stelde Netkwesties vast. Dus is die prijs exorbitant hoog.
Dat staat ook in een protest van 39 Europarlementariërs, verstuurd naar de chef-lobbyist van Facebook, de Britse ex-premier Nick Clegg, verzameld door bekende privacy-activist Patrick Breyer, met een tweeledige kern: "Privacy mag geen luxe worden. (...) De kosten van het abonnement lijken zowel onrechtvaardig als ongepast, omdat de winstderving bij onpersoonlijke reclame veel geringer is dan de vraagprijs. Wij zijn van mening dat een dergelijk potentieel verlies hooguit marginaal zou zijn - een minieme fractie van het bedrag dat u in rekening brengt.”
De experts van Netkwesties zijn (dus) kritisch. Jetse Sprey vindt de abonnementsprijs van Meta sowieso te hoog. Michiel Buitelaar wist direct dat meta nauwelijks abonnementen zou gaan verkopen. Jitty van Doodewaerd stelt echter vast dat het ‘betalen-of-volgen’ model een logisch antwoord is op de even logische wettelijke inperking van het volgen van surfgedrag door Facebook en Instagram.
Principieel onjuiste keuze
De keuze om geld te betalen of met je persoonsgegevens te betalen vindt Christiaan Alberdingk Thijm geen daadwerkelijke keuze. Die opvatting beheerst ook het advies van de club van de nationale privacytoezichthouders van de EU, de EDPB. Haar advies na de vergadering van 17 april 2024 luidt negatief: “Online platforms zouden gebruikers een echte keuze moeten geven bij het gebruik van 'toestemming of betalen'-modellen…de meeste gebruikers stemmen in met de verwerking om gebruik te kunnen maken van een dienst en begrijpen niet wat de volledige implicaties van hun keuzes zijn.”
We schreven er uiteraard over, omdat er wel wat te zeggen is voor de keuze die Facebook zou kunnen bieden: er is niet zoiets als een gratis lunch. Gebruikers zouden sowieso bewust worden dat ze met persoonsgegevens betalen en dat hun data geld waard zijn op de reclamemarkt.
Dat de privacywaakhonden tegen de keuze zouden zijn, was te verwachten. Ze proberen de AVG op zo streng mogelijke wijze te handhaven. Spannender zou het oordeel zijn van toezichthouders op de concurrentie, want die kijken met een meer economische blik.
Gisteren, 22 juli 2024, verscheen er een negatief oordeel van het Consumer Protection Cooperation Network (CPC) waarin de Nederlandse concurrentiewaakhond ACM deelneemt. De belangrijkste bezwaren zoals geformuleerd door de ACM:
Verweer op veel fronten
Meta krijgt tot 1 september 2024 (vijf weken) de tijd om te reageren op de brief van het Europese CPC-netwerk. De EU begon ondertussen een aantal onderzoeken, onder meer op grond van de nieuwe wetten, inzake de DMA (concurrentie) en de DSA (plichten). Dit is weer een goudmijn voor advocaten.
Privacyjurist Menno Weij schrijft dat hij de keuze tussen betalen met geld of met persoonsgegevens principieel juist vindt: “Dan blijft alleen nog de vraag over of de prijs zelf eerlijk is. Maar volgens mij is dat geen kwestie van handhaving van de AVG.”
*) Foto: Peter Olsthoorn, zonsondergang 20 juli 2024