De acteurs schreven elkaar brieven in de periode van het repeteren, Thomas, Sacha en Jos, over hun gevoelens. Thomas van Ouwerkerk en Sacha Muller vormden tien jaar een stel, Jos Nargy – ook een van de Poëzieboys – is een tevreden non-binair persoon. Zo’n expliciete identiteitsverklaring is even modern als (nog) ongebruikelijk onderdeel van de voorstelling.
M’n vergezellende tienerdochter vond die volkomen natuurlijk, leerzaam voor een oudere generatie. (Ik vroeg me wel af bij die verklaring, heel woke: is de term ‘vrouwtjes’ discriminerend en stigmatiserend?)
We konden daarna ongehinderd verder met verbeelding waar theater voor staat. Wat volgde was een prachtige reeks korte scènes van steeds twee bejaarde vrouwen in een andere vorm van samenleven in liefde, zo tegen het einde van levens. Dat vond ik bovenal poëtisch, geheel in de stijl van Toon Tellegen, wiens schitterende teksten een reeks voorstellingen van het trio voortbracht. (Twee oude vrouwtjes is hier te lezen.)
‘Niet met elkaar en niet meer zonder elkaar’ kennen we als teken van genegenheid voor stellen die meer en meer van elkaars aanwezigheid afhankelijk worden met het stijgen der jaren. Het is, vind ik, zo veel sympathieker, dan die ouwelui die zo nodig op hogere leeftijd nog moeten scheiden omdat er “nog zoveel meer in het leven is”.
Tederheid, daar kijken we een uur lang naar in een geweldige voorstelling van drie mensen in – als je dat nog zo mag duiden – vrouwenkleding, afwisselend op hun eigen gympen en damesschoeisel. De lesbische duo’s zijn beurtelings melancholisch, vrolijk, jaloers, verrassend, gelaten en vooral liefdevol. Maar zelden ‘klaar’ met het leven.
De eerste en laatste scène zijn mooi verknoopt, met de prachtige aanvangstekst van twee vrouwen op een bankje onder een boom.
“Wacht u op iemand?”
“Nee…of, nou ja, eigenlijk wel… Eigenlijk wacht ik altijd op iemand, maar meer in het algemeen.”
“Ja, ik ook.”
“O ja?”
“Ja.”
“Ik vind het altijd zo raar om te zeggen…Bovendien wacht ik toch altijd voor niets.”
“Ik ook.”
…….
“Weet u, zullen we zeggen dat we op elkaar wachten?”
“Ja, dat is goed, u wacht dus op mij en ik wacht op u.”
Waarop ze elkaar heftig hevig kussen, van moeilijke bejaardenseks blijven we verstoken. Ik droomde weg en dacht: hoe mooi was het zoenen tijdens de tienerjaren; en dat het de toon zet van liefde op late leeftijd, zonder dat vaak allengs plichtmatiger gedoe van seks.
Elkaar liefhebben tot de dood hen scheidt, maar hoe mooi is dat verbeeld! Zoals in de laatste scène waarin één van beiden vraagt om chipolatapudding als laatste maal en het geluid van een hommel achter de vitrage. De vriendin vervult de laatste wensen met evenveel toewijding als inspanning – met hommels bewaard in potjes, die aldoor het leven laten. Zelfs een plotseling tragisch einde wordt mooi, zoals we dat kennen uit de wereld van Toon Tellegen.
Drie mannen als oude vrouwtjes, je raakt snel vertrouwd met de ironie. Jos, Sacha en Thomas acteren niet alleen uitstekend, ook hun a capella zang is van een grote schoonheid.
*) Gezien: Twee oude vrouwtjes, Theater aan het Spui, 11 april 2024, nog te zien in Tilburg, Eindhoven, Nijmegen, Assen, Deventer, Rotterdam, Amsterdam en Den Haag.