Ingezonden brief in de Volkskrant van zaterdag 30 december 2023:
“…Ik ben heel ziek geworden van de vaccinatie en heb nog restverschijnselen die me flink beperken. Tweeënhalf jaar lang durfde ik er nauwelijks over te praten…Neurologische schade door de vaccinatie. Voor hem [de neuroloog] niets nieuws, hij kende op dat moment zelf al 25 ‘gevallen’…Ik heb me er tweeënhalf jaar lang doorheen geslagen. Tot ik donderdagochtend vroeg Maarten Keulemans’ artikel ‘Trillend en tollend na coronavaccinatie: bestaat het postvaccinatiesyndroom toch?’ las en in janken uitbarstte. Eindelijk erkenning.
Wendy Dix, Den Haag”
De Volkskrant plaatst deze brief in een raamwerk (‘frame’) van een compliment. Echter, Wendy Dix zegt hier op nette wijze: waar waren jullie al die jaren, Volkskrant? Keulemans werd bij vaktitel Villamedia gekozen tot Journalist van het Jaar 2020 vanwege zijn coronaverslaggeving, en ontmoet felle kritiek waar hij niet van gediend is. Waarover later meer.
NOS, Nu.nl en NRC
Media reageerden aanvankelijk nauwelijks op kritiek op hun coronaverslaggeving na het uitbreken van de pandemie begin 2020 en in een later stadium vooral verdedigend. Fouten erkennen is geen gewoonte van journalisten. Externe kritiek dient bij voorkeur de interne discussie op redacties. Ombudsmannen worden door de media betaald en zijn veelal directe collega’s van degenen wier werk ze objectief zouden moeten beoordelen.
NPO-Ombudsvrouw Margo Smit was er snel bij met een onderzoek naar het eerste halfjaar coronaverslaggeving van de NOS. Ze stelt tasten in het duister vast in aanvang voor zowel (medische) wetenschap, beleidsmakers als journalistiek, gezien de uitzonderlijke pandemie en dreiging. Gaandeweg moest de kritische benadering terugkeren. Dat verliep te traag met als gevolg …dat redacteuren constateren dat ze toch wel (te) veel de bal volgden of zelf ook tijd nodig hadden om weer ‘aan’ te gaan in de journalistieke stand... Versterking van specialismen en meer ‘dwarsdenken’ kan hierbij mogelijk helpen.”
Hoofdredacteur Gert-Jaap Hoekman van NU.nl liet extern onderzoek doen. Hij publiceerde uitkomsten niet, wel zijn gevolgtrekkingen in oktober 2022. Nu.nl had de uitingen van RIVM, OMT en regering te voetstoots gevolgd. Conclusie: “We moeten simpelweg kritischer zijn richting de overheid.” Ook had Nu.nl te weinig aandacht voor nadelige gevolgen van maatregelen zoals door de lockdowns, in verpleeghuizen en onder jongeren (“stille ramp”).
In november 2022 volgde een debat tussen de hoofdredacteuren Giselle van Cann (NOS) en René Moerland (NRC). Trouw schreef erover, met als kop: “Was de journalistiek tijdens corona te veel op de hand van de overheid, vragen publiek én media zich af”.
Publiek stelde dat media kritiek te gemakkelijk in de ‘wappiehoek’ schoof. Van Cann vond dat haar NOS te zeer gefocust was op het beleid om ziekenhuizen en ic’s te ontzien: “Zeker in het begin hebben we door een rietje naar de ziekenhuizen en de zorg gekeken.” René Moerland gaat niet zo ver met een bekentenis.
Bommetje van SCP
De Onderzoeksraad voor Veiligheid brak de staf over het eenzijdige coronabeleid van de regering sinds maart 2020. De rol van de media blijft buiten schot, want volgens voorzitter Chris van Dam lag er geen opdracht om de pers te onderzoeken. Gezien de persvrijheid is dat heikel, eveneens voor de parlementaire enquête naar het coronabeleid die er in 2024, na veel geharrewar, toch komt.
In juni 2023 concludeerde het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in de rapporten het rapport Sceptische visies in het coronadebat en bijbehorende Coronascepsis in de media dat zowel de overheid als gezaghebbende media kritische benaderingen van coronabeleid niet serieus namen.
Personderzoek behelsde artikelen in AD, Telegraaf, Volkskrant en NRC. Het SCP zette een categorisering op en benoemde bezwaren van sceptici (vaccinscepsis, controlestaat, internationale controle) in een poging tot objectiveren.
Op grond daarvan stelt het SCP: “Over het algemeen valt op dat er meestal positief of aanvallend over de coronasceptische onderwerpen werd bericht en slechts weinig op een neutrale of weersprekende manier. Vooral in opiniërende artikelen zien we een oververtegenwoordiging van de aanvallende segmenten…
In alle vier de onderzochte kranten zijn het vaker de auteurs die de negatieve lading geven aan corona-sceptische onderwerpen, en de positieve lading komt vaker van andere bronnen, coronasceptische mensen die worden geciteerd of geparafraseerd.”
Het SCP vindt dat journalisten te veel leunden op ‘‘eigen ethiek” en adviseert journalisten om “binnen de idealen van pluriformiteit en feitelijkheid” op zoek te gaan naar achterliggende zorgen van corona-sceptische Nederlanders “en hen op een respectvolle manier te weerspreken als uit journalistiek onderzoek blijkt dat ze ongelijk hebben”.
Harde kritiek op SCP
Media en journalistiek vonden het onderzoek (dus) de resultaten niet valide Keulemans van de Volkskrant schrijft op X: “Uiteindelijk komt SCP uit op idioot kleine sample, van maar 243 artikelen uit vier kranten. Uit mijn eigen krant: 66 (!) artikelen. Waarvan meer dan de helft (!) opinies, columns, ingezonden stukken.”
Ombudsman Sjoerd de Jong van NRC nam de kritiek op coronaberichtgeving serieus, maar wimpelde die hoofdzakelijk af, ook die van het SCP-rapport. In zijn laatste overweging passeren eerdere stukken, met als impliciete conclusie dat NRC breed bericht heeft over de crisis.
Edwin Kreulen, Ombudsman van Trouw, weersprak de SCP-kritiek aanvankelijk eveneens: “Bedenk wel dat de coronascepsis in het eerste jaar het luidst werd vertolkt door mensen die echt onzin verkochten…Het is je journalistieke taak om die onzin te weerspreken.” Dat het SCP van gelijkwaardige ‘voor- en tegenstanders’ spreekt vindt hij onjuist, want het waren de waarheden over virus en vaccins versus de ontkenning van die werkelijkheid.
Er zijn inderdaad vraagtekens te plaatsen bij de methode van onderzoek van het SCP. Zo maakt het, ondermeer door alsmaar de term ‘coronasceptisch’ te hanteren onvoldoende onderscheid gemaakt tussen complotdenken en gerede kritiek op coronabeleid en verslaglegging.
Debat blijft weer uit
Wetenschapscriticus Pepijn van Erp maakt gehakt (ook op X) van het onderzoek, de methoden en (dus) de inhoud en conclusies. “Dan deugt de methodiek gewoon niet. Het losknippen van segmenten en coderen zonder de context van artikel en de relatie van de journalist met zijn lezerspubliek mee te nemen, lijkt me hier tot absurde oordelen te leiden.”
Het SCP wil niet ingaan op deze kritiek en de vraag naar de mate van zelfreflectie van de journalistiek. Volgens de woordvoerster is het SCP enkele keren gevraagd voor een interne discussie, onder meer door hoofdredacteuren van regionale omroepen.
In een mooie beschouwing met grote twijfels komt Kreulen terug op zijn aanvankelijke verdediging tegen (SCP-)kritiek: “Hoe sterk hebben we ons gericht op de dagkoersen van besmettingen, opnames en sterfgevallen… Ikzelf in ieder geval volop, met mijn rekensommen…Dat ging ten koste van een van de kerntaken van de journalistiek, en zeker van Trouw: even een stapje achteruit zetten en nadenken over de vragen achter het nieuws.”
Ook hij stelt dat journalisten moeite hadden met het onderscheid tussen de extreme reacties zoals van complotdenkers een objectieve benadering van rede. Dat noemde hierboven NOS en NRC eveneens als redenen om vooral de lijn van wetenschap en beleid te volgen. Ze vonden het moeilijk om extremisme te onderscheiden van gerede kritiek.
Lief vakblad
Onder de noemer ‘lessen’ analyseerde vaktitel Villamedia eind 2023 coronaverslaggeving. Dat is rijkelijk laat, ruim drie jaar werd hoofdzakelijk gezwegen over kritische geluiden. De journalistieke vaktitel onderscheidt zich niet van een gemiddeld vakblad dat vooral aardig is voor de eigen achterban die immers ook lidmaatschapsgeld betaalt; in dit geval de Nederlandse Vereniging van Journalisten, waar de vorige hoofdredacteur van Villamedia notabene lid van het managementteam van de NVJ was en medeverantwoordelijk voor ledenbehoud van de NVJ. Die constructie is wijselijk teruggedraaid.
Villamedia vroeg Jop de Vrieze voor de lessen, terwijl hij ‘slagers’ Nieuwsuur en De Groene moest bevragen die hij zelf als ‘coronaverslaggever’ van vlees had voorzien. (Netkwesties publiceerde over angst van de integere onderzoeker De Vrieze om onderzoek naar bijwerkingen van coronavaccins te publiceren.)
In deel 1 in het Villamedia-tweeluik komen ‘mediadeskundigen’ aan het woord, zoals hoogleraar Mark Deuze. Hij opteert voor de theorie dat nieuwsmedia zich doorgaans opstellen als decorbouwers van de publieke zaak; ze bepalen met selectie, interpretatie en ‘framing’ de ruimte voor standpunten, belangen en debatten van politici en burgers.
Dit leidt volgens Deuze tot een gebrek aan een fundamenteel kritische opstelling door reguliere media. De journalistiek beschermt de indeling van het podium in ‘expertsystemen’, zoals de overheid, politiek en journalistiek zelf, “vanuit de veronderstelling dat dat nodig is om de samenleving draaiende te houden”, aldus Deuze.
Zoiets staat in een rapport van RMO uit 2003 over media-aanbod en consumptie, dat De Vrieze citeert: “De medialogica houdt journalisten en politici gevangen in een prisoner’s dilemma: omdat iedereen eraan meedoet, kan niemand zich eraan onttrekken.”
Echter, RMO had geen aandacht voor ‘sociale media’ die, denk ik, ook inhoud sturen. Ze voeden de spiraal van verdenkingen en het publieke wantrouwen van autoriteiten, die makkelijk ontaardt in complottheorieën, zoals over het World Economic Forum.
Hoofdredacteuren over coronaverslaggeving
Dit fnuikt serieus debat, omdat journalisten moeite hebben om grenzen te trekken tussen complotsferen waarin ze zelf onheus worden bejegend en de serieuze kritiek op beleid en verslaggeving. Juist in deel 2 van De Vrieze komt deze valkuil goed aan bod.
Hij benadert hoofdredacteuren met de vraag: wat zouden ze nu anders doen? Pieter Klok staat achter de gezagsgetrouwe benadering door de Volkskrant, vooral in het onzekere begin van de corona-aanpak, vanwege de ‘wantrouwensamenleving’: “Voor de stabiliteit in het land is het beter als we er allemaal hetzelfde over denken.”
Klok vindt de sterke polarisatie geen uitdaging voor de redactie, maar een hinderpaal: “Je kunt het hierover als samenleving nooit eens worden…We hadden team IC en team café. Dat waren twee kampen.” Maar hij erkent deels het journalistieke falen: “Als ik iets geleerd heb dan is het dat je tijdens een crisis niet op instituten als het RIVM kunt varen.”
Moerland (NRC) wilde “de radicale stemmen niet te veel laten domineren”. Achteraf gezien heeft de nadruk volgens hem te veel gelegen op de volksgezondheid die dominant was ten opzichte van de kritische sociale en juridische geluiden.
Marcel Gelauff wilde met de NOS de kritiek op het coronabeleid binnen de ‘bandbreedte’ van inzichten van wetenschappers en bestuurders houden. De vijandigheid en agressie van de sceptici jegens de ‘staatsomroep’ hielp wat meer gebalanceerde brave coronaverslaggeving door de NOS bepaald niet.
Rennie Rijpma (AD) is het meest helder over deze houding: “Het lastige was dat het tegengeluid zo snel neigde naar het extreme, waarmee je in de hoek komt van complotdenkers. Dat wil je niet aanwakkeren. Ik denk dat daardoor wel iets is ontstaan van: daar wil je bij wegblijven… Ik denk dat de journalistiek overwegend in de groep zat die grotendeels achter het overheidsbeleid stond.”
Dit bewustzijn leidde bij het AD tot meer aandacht voor de kritische ‘flanken’ in het coronabeleid: Red Team dat strengere maatregelen wilde en aan de andere kant Herstel NL die juist versoepeling voorstond. Critici De Hond en Willem Engel werden ondervraagd. Volgens Rijpma ontbrak niettemin de distantie tot de dominante trend van de dagelijkse crisisverslaggeving. Ze zou interne tegenspraak nu beter organiseren.
Zelfonderzoek van ‘schoothondje’
Tijs van den Brink onderzocht eind 2023 zijn eigen verslaggeving van de pandemie – voornamelijk aan de kletstafels van Op1 - en die van media in het algemeen in ‘De coronakloof’; twee afleveringen van EO-serie Dit is de Kwestie op NPO2. Voor zijn moedige initiatief interviewt hij criticasters zoals De Hond, Zwagerman en Ronald Meester.
In de eerste uitzending van 29 november 2023 noemt Van den Brinkzijn zoektocht naar antwoorden op de vraag of hij het verkeerd heeft aangepakt “soul searching”, met als doel de “ontstane coronakloof misschien een klein beetje te overbruggen”.
De Hond noemt hij een ‘goeroe’ voor criticasters van het OMT en RIVM, maar wilde De Hond niet interviewen op televisie over diens twijfel aan de 1,5 meter afstand. “Ik wil geen onzin verspreiden die slachtoffers tot gevolg kan hebben.”
De Hond: “Jullie waren niet de waakhond, maar het schoothondje van de democratie. Het effect is dat de tweedeling in de samenleving groter is geworden. Ik praat niet over de extremen maar over een groep van 20-25 redelijke criticasters.”
Van den Brink oppert wèl critici, zoals Ira Helsloot, op tv te hebben gebracht, maar “uitermate beperkt” geeft hij toe. De Hond stelt dat wetenschappers zoals Marion Koopmans nauwelijks kritisch zijn bevraagd door journalisten, bijvoorbeeld over de avondklok en de tweede lockdown. Maatregelen die volgens hem onzinnig waren en veel psychische nood onder jongeren tot gevolg hadden. Media drongen juist eerder aan op zwaardere dan lichtere maatregelen.
Een onbekende vrouw, die vreselijk leed onder de ‘wappie’ beschuldigingen, komt aan het woord. “Jij [Van den Brink] hebt als journalist bijgedragen aan polarisatie die gezinnen en vriendschappen heeft geschaad of zelfs kapotgemaakt. Media waren één van de schuldigen… Luister je echt naar de andere kant en ben je steeds kritisch?”
Tijs sputtert tegen, maar stelt tenslotte: “Ik was te eenzijdig en niet kritisch genoeg… Hebben wij in een journalistieke tunnel gezeten?” Dat wordt bevestigd door collega Jort Kelder: “Mensen die tegen de maatregelen ingingen, zoals De Hond, werden snel in de hoek van wappies geplaatst. Als dit de beeldvorming is bij veel kijkers heb je toch iets niet goed gedaan.”
Kelder vindt dat de balans zoek was. Criticasters kwamen schaars aan bod en viroloog Ab Osterhaus bij Op1 (Ab1) veel te veel. Deze stond aan de strenge kant van opvattingen en bepaalde goeddeels het debat in wat - volgens Kelder - het “propagandakanaal van het OMT” heette bij criticasters.
‘Hartstikke stom’
De tweede aflevering van ‘De coronakloof’ begint met cynische reacties aan het adres van Van den Brink over de eerste uitzending: “slager die zijn eigen vlees keurt” en “slachtoffer van je eigen indoctrinatie” en “je bent gewoon je straatje aan het schoonvegen, op zoek naar vergeving”.
Hij interviewt Ronald Meester, hoogleraar Waarschijnlijkheidsrekening (statistiek) aan de Vrije Universiteit, op zijn vakgebied fel criticaster van het coronabeleid (wiens theorie over corona deels wetenschappelijk geen stand hield). Meester vond de media “te eenzijdig, elke week dezelfde mensen uitgenodigd”. Hij toont een fragment van Osterhaus die suggereert om ongevaccineerden op een eiland te zetten. Tegenspraak kreeg dit soort uitingen nauwelijks, waardoor de NPO volgens Meester bijdroeg aan het marginaliseren en demoniseren van de redelijke criticasters.
Opiniemaker Marianne Zwagerman gaat er vol in tegenover Van den Brink: “Media hebben van harte meegeholpen aan creëren van een sfeer…Waarom weer Osterhaus? Waarom steeds dezelfde experts, totaal uit verhouding…Ik vind dat je je verschuilt achter je rol van journalist. Je bent waakhond van de democratie.” Net als De Hond vindt ze dat media, inclusief Van den Brink, verantwoordelijk zijn voor de “vertrouwenskloof”.
Maarten Keulemans van de Volkskrant weerspreekt in de uitzending deze kritiek. Hij had dingen anders kunnen doen, maar “als ik terugkijk is het niet zo dat ik me kapot schaam omdat ik het helemaal verkeerd gedaan heb of dat ik het helemaal anders had moeten doen… We hebben wel altijd de juiste kritische vragen gesteld en onderbouwing met studies.”
Kritiek op zijn coronaverslaggeving komt vanuit beeldvorming, vindt hij: “Ik denk dat veel kritiek achteraf is gekomen door een soort perceptie. Er zijn altijd mensen tijdens zo’n crisis die buiten de boot vallen, die het moeilijk hebben. Als reactie ontstaan complottheorieën dat media allemaal met elkaar onder één hoedje spelen en met het OMT.”
De uitzending laat dan een burger aan het woord, geen criticaster van beleid maar een vrouw die haar broer verloor, die complotdenker werd en zich niet liet inenten. De zus oordeelt: “Kutwappie, had je laten vaccineren”.
Waarna Van den Brink melding maakt van journalist Willem Groeneveld die een aanslag met een Molotovcocktail op zijn huis moest doorstaan na een artikel over corona. Deze uitstapjes naar het wappiedom doen de uitzending geen goed, maar tonen dat Van den Brink – net als de hoofdredacteuren – de grens tussen complotdenken en redelijke kritiek niet scherp stelt.
Concluderend stelt hij niettemin: “Ik heb goed kunnen luisteren naar mensen die echt pissig op me waren. Dan ben je in gesprek. Als er weer een pandemie komt, ga ik weer virologen uitnodigen. Je moet experts uitnodigen. Maar ik moet beter luisteren naar stemmen eromheen, niet mensen die onzin uitkramen, maar mensen die goed nadenken vanuit een ander perspectief. Want het is hartstikke stom dat er zulke kloven zijn ontstaan.”
Ontevreden over Tijs en EO
De hoop van Tijs van den Brink dat het tweeluik Coronakloof de geesten rijper maakte voor dialoog wordt gesmoord door harde kritiek van De Hond, Zwagerman en tenslotte ook Ronald Meester achteraf.
Zwagerman publiceerde een kritische dialoog met De Hond over de uitzendingen: Van den Brink was vooral met zichzelf bezig, en zijn interviews over zijn programma waren eenzijdig en zelfgenoegzaam. Hun gesprekken met hem hebben niets veranderd aan zijn opvatting en houding, vinden ze. Bovendien: er keken maar 100.000 mensen (“Het boeit Nederland niet”).
Zwagerman heeft het hele interview van Van den Brink voor de tv-uitzending opgenomen en online geplaatst, alsmede fragmenten die haar frustraties kleuren over het knippen van de harde, meest fundamentele kritiek op media die de tv-uitzendingen niet gehaald hebben.
Zo kritiseert huisarts Lieneke van de Griend van Artsen Covid Collectief, in Op1 tegen sommige coronamaatregelen, Van den Brink die haar opvattingen als “gevaarlijk” betitelde. Zwagerman vindt Van den Brink “…hypocriet. Jullie zijn volledig meegegaan in die blauwe boskaboutertjes” (de tunnel van virologen). “Ik ben geen onderzoeksjournalist”, riposteert Van den Brink. Zwagerman vermoedt dat ze is ‘gecanceld’ door Op1, Van den Brink bekent: “We hebben je een tijdje niet uitgenodigd.”
Heeft hij in zijn programma afdoende weergegeven dat de (mainstream) journalistiek onjuist heeft geopereerd? De Hond: “Het antwoord is nee. Want het ging mij niet primair om het weinig aan het woord laten van criticasters, maar vooral dat de journalistiek de deskundigen kritiekloos benaderde. Dat doet de journalistiek bij andere onderwerpen niet. Juist uit de integrale opname van Zwagerman blijkt hoezeer Van den Brink geen enkele twijfel liet doorklinken over dat optreden van de deskundigen.”
Ook Meester vindt dat de EO hem geen recht heeft aangedaan: “Een extreem beperkt deel van het vraaggesprek, en dan nog oppervlakkig, haalde de uitzending. Mijn boodschap dat de media schromelijk gefundeerde kritiek op het beleid genegeerd hebben is niet goed getoond. Van den Brink is van begin af aan heel verdedigend en staat te weinig open voor kritiek of twijfel over de eigen verslaggeving van de pandemie.”
Meester zegt een ‘vetorecht’ met de makers te hebben afgesproken. Hij kon zijn bijdrage in de uiteindelijke uitzending geheel laten schrappen, een toezegging die in de journalistiek bepaald ongebruikelijk is. Hij liet het maar zo, want de kritiek kwam toch ter sprake.
De Hond, Keulemans en de Tweede Wereldoorlog
Keulemans is gevraagd om wederhoor op een eerdere versie van dit artikel. Hij vindt het een “beroerd stuk” met “aantoonbaar gelul” en maant me: “Doe je fucking werk.” Dat is zijn toon. Inhoudelijk, over de kritiek van De Hond en Zwagerman: “Ik krijg een sik van de constante, feitenvrije verwijtenstroom. Ik was gvd de eerste die Ira Helsloot belde om z’n visie te vragen. Ik was de enige die schreef dat het sluiten van basisscholen geen hout sneed. Ik was de enige die erop wees dat mondkapjes in de buitenlucht weinig zin hebben.
Ik had de primeurs dat de avondklok niet werkte en QR-codes het virus niet buiten houden. Al voor de vaccins schreef ik dat de vaccins niet dé oplossing waren. De Volkskrant had op de voorpagina dat testen voor toegang niet werkt… We hadden paginagrote interviews met critici als Ira Helsloot, Marli Huijer, Erwin Kompanje. Ik onderzocht de beweringen van Theo Schetters, we schreven over Herstel.NL, we gingen langs bij de organisator van de museumplein-demonstraties.”
Volgens De Hond was het niettemin ‘too little, too late’. “Al in juli 2020 schreef ik over de onzin van de 1,5 meter afstand buiten op grond van wetenschappelijk bewijs dat Keulemans niet goed zag. En vervolgens een dag later het artikel over aerosolen, eveneens op grond van wetenschappelijk bewijs dat later algemeen is aangenomen. Keulemans zat er weer naast en beschuldigde mij van het uiten van een “natte scheet”. En maakte me zelfs begin 2021 nog belachelijk rondom aerosolen toen mijn conclusies al breed werden onderschreven.”.
Zwagerman en Keulemans gaan flink tekeer tegen elkaar. Zwagerman noemde hem een “jakhals”. Hij antwoordde op X in mei 2022: “Marianne, steek die microfoon maar in je reet. Je bent een achterbakse rat die me afzeikt als ik je bel om te praten.”
Met als motivatie voor zijn woede: “Meelezers, ik opperde zelfs om samen een podcast te maken, Ik ben zeer voor dialoog, nu meer dan ooit. Maar jij zoekt geen gesprek maar een decorstuk voor je Haatcast.”
Nog een tandje erbij zet de wetenschapsjournalist als reactie op wat hij een hetze door De Hond noemde. Deze valt Keulemans aan in het openbaar en met mails aan diens collega-journalisten van de Volkskrant, met het in twijfel trekken van zijn integriteit.
Keulemans stelt: “Hij kwam zelfs bij hoofdredacteur Pieter Klok op gesprek…Het voelde extreem ongemakkelijk dat Maurice de Hond in een ruimte verderop in het Volkskrant-gebouw voor mijn ontslag aan het pleiten was.”
Klok opperde volgens De Hond tevergeefs een dialoog met Keulemans. De laatste weigerde. De bonje tussen De Hond en Keulemans haalde de Volkskrant niet, maar wel de site van De Hond die uitvoerig over zijn verschillen van inzicht met de Volkskrant (en NRC) publiceerde.
De Volkskrant durfde het debat met De Hond in de krant niet aan te gaan, maar op X ging Keulemans er wel vol in. Nog begin 2024 jegens De Hond: “Wat een wereld. Ik word weer eens verrot gescholden door haatzaaier @mauricedehond. Aanleiding: een onderzoek dat de Grote Maurice gelijk zou geven.” Maurice schold nimmer op Maarten.
De tragische ‘climax’ van de oplopende vete is al eerder bereikt. Na een artikel in NRC over het verdienmodel van De Hond stond op Twitter van ‘Victor de Wit: “Wat een jodenstreek!!” Keulemans reageert met een lachebekje en “Dat vind ik niet heel woke Victor”. (Toevoeging op verzoek: spoedig verwijderde de instemming met de antisemitische uiting, met excuses.)
De Hond laat zich niet onbetuigd. Onder de kop Trots en Verbijstering schrijft hij in één adem over de bewondering voor zijn vader als verzetsstrijder in de Tweede Wereldoorlog en overlevende van de Holocaust genocide, versus de lafheid van Keulemans.
Dit noemen we ‘een Godwin’, zowel op Keulemans als De Hond van toepassing. De Wet van Godwin is gestoeld op veel te harde debatten die het gevolg waren van de opkomst van internet 30 jaar geleden: mensen die elkaar naar het leven staan achter hun toetsenbord. En dat mondt in het ergste geval uit in vergelijkingen met goed en kwaad met de Tweede Wereldoorlog, Nazisme en Holocaust; einde discussie.
Persoonlijke conclusie
Hoofdredacteur Pieter Klok van de Volkskrant schreef in april 2020, net na het uitbreken van de pandemie: “Als de media al te kritisch zijn over de lockdownmaatregelen, zou dat ertoe kunnen leiden dat de Nederlandse bevolking zich ook niet meer geroepen voelt zich eraan te houden, met mogelijk desastreuze gevolgen voor de volksgezondheid.”
Dit werd een beruchte kniebuiging van journalistiek. Terugkijkend stelt Klok dat het beleid te slaafs de wetenschap (RIVM) volgde, maar niet dat zijn krant dat eveneens deed. Hij schetst de dilemma’s. Dat doen bovenstaand de journalisten die schoorvoetend hun soms te eenzijdige insteek van de coronacrisis en – maatregelen bekennen, zoals van Nu.nl, NOS en Trouw.
Bij lezers/kijkers staan eveneens twee meningen tegenover elkaar, zo blijkt bijvoorbeeld uit een verzameling reacties bij Trouw. Instemmend: “Mijn conclusie is dat iedereen deed wat hij/zij naar eer en geweten kon doen. Dat was in de coronatijd, meer dan anders, een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Van iedereen, de ministers, de artsen en onderzoekers, de journalisten en de werkers in het veld en de gewone mens in de straat.”
Tegenover: “Hoe verrassend, het artikel van Edwin Kreulen. Een kritische blik met, naar mijn mening, terechte vragen. Ik miste die nogal, vooral in Trouw, verzetskrant van weleer. Waarom geen aandacht voor de groep artsen die goede alternatieven boden, meedachten en handelden in lastige situaties (Artsen Collectief). Waarom steeds maar één visie en daarmee andersdenkenden wegzetten en veroordelen. Omgekeerd helaas ook.”
Rennie Rijpma zal een volgende keer meer tegenspraak regelen. Wellicht is dat de crux. Bij de Volkskrant was corona voornamelijk in handen van koning-keizer-Keulemans, en ontbrak een team redacteuren, dat naast zijn hoofdzakelijk voortreffelijke werk meer invalshoeken had kunnen bieden.
En De Hond enkele malen kritisch had moeten interviewen. De machtspositie van, en persoonlijke aversie van Keulemans stonden dit in de weg. Het was laf om de eenzame onderzoeker te boycotten. De NOS Ombudsman stelde al in 2020 dat er (te) laat aandacht was voor “Maurice de Hond en de aerosolen”. Rosanne Herzberger stelde zulks in een column: “Meer mensen die wetenschappers kritisch volgen, hun werk nauwkeurig bestuderen en gepubliceerde resultaten tegen het licht houden. Dat is alleen maar winst. Robuuste wetenschappelijke bevindingen blijven overeind.”
Van den Brink heeft in ‘Coronakloof’ de felste kritiek op journalistiek en hemzelf weliswaar niet uitgezonden, maar zijn boodschap kwam wel degelijk goed over: dat media ongebalanceerd en met te weinig kritiek (aanvankelijk) de coronamaatregelen hebben behandeld.
Zwagerman eist op haar gebruikelijk bijna-schreeuw-toon “een oprecht mea culpa van de media”. Dat is van de doorgaans mank aan zelfkritiek gaande journalistiek niet te verwachten, nog afgezien van de vraag welke vorm dit dan zou moeten hebben. In dit artikel blijkt dat het overgrote deel van de journalistiek erkent eenzijdig te hebben bericht, maar zich niet ‘schuldig’ voelt.
Volgens mij treedt er een mechanisme op dat De Hond en Zwagerman over het hoofd zien en dat ze mede veroorzaken: ongekende polarisatie vanwege een te felle, eenzijdige toonzetting die leidt tot spelen op de man (m/v).
Ze verwijten media dat ze andersdenkenden niet aan het woord laten, maar verdwalen in hun eigen tunnel. De Hond luistert nog wel naar andersdenkenden maar verkiest een eigen selectie van (wetenschappelijke) informatie te publiceren.
Zwagerman neemt zelden of nooit in ogenschouw dat ze wellicht niet voor 100 procent gelijk heeft. Treffend is een vraaggesprek met wetenschapper Eline van den Broek waarin Zwagerman louter uit is op het zo dik mogelijk aanzetten van kritiek op Volkskrant en Keulemans.
Van den Broek stelt dat de Volkskrant onjuist omging met een persbericht over oversterfte (artikel Ellen de Visser) en dat Keulemans haar vervolgens vals weergaf, en laster en ‘karaktermoord’ pleegde. Waarop Keulemans reageert dat Zwagerman op hem karaktermoord pleegde, onder meer door vertrouwelijk WhatsApp-verkeer te citeren.
We zien met deze escalerende ruzies een mechanisme dat zo veel kwesties in media en samenleving teistert, in de VS nog erger dan hier: meningsverschillen worden op de spits gedreven en leiden spoedig tot extreme stellingnames en persoonlijke beschuldigingen.
Dit is, denk ik, het werkelijke probleem onder de coronakloof, het groeiende onvermogen om het eigen gelijk ter discussie te stellen en de mogelijkheid open te houden voor ongelijk. Dit beperkt zich niet tot de ‘coronakloof’, maar treedt op met zo veel kwesties.
Het principe van een goed debat is allereerst de wil van deelnemers om te leren van andere standpunten die je wijzer kunnen maken; of wellicht juist betere argumenten brengen voor iets van eigen gelijk. Tijs van den Brink heeft tenminste de handschoen durven oppakken met het ter discussie stellen van de juistheid van zijn werk. (Ik heb inmiddels het domein ‘ongelijkbekennen.nl’ geregistreerd en op die website kan iedereen straks komen vertellen dat ie er wel eens naast zit.)
Nog een euvel waarover we het moeten hebben: media die pogen het midden te vinden, worden naar de linkerzijde van het spectrum gedrongen. Dat lot treft in de VS bijvoorbeeld CNN en The New York Times en hier vooral de NPO, Volkskrant en NRC. Zowel kritiek op als door deze media worden onderdeel van kolkende meningsvorming en het nastreven van ‘objectiviteit’ wordt een zware opgave.
Hoe krijg je een sfeer van rustig vaarwater, waarin luisteren en ongelijk bekennen de boventoon gaan voeren? In elk geval niet door giftige reacties op X van Keulemans, die de hoofdredactie en collega’s van de Volkskrant soms zorgen baren, ondanks diens disclaimer “op persoonlijke titel”.
Wat corona betreft: deze analyse is verre van uitputtend onderzoek, al geeft het weer dat de journalistiek grotendeels erkent te eenzijdig te hebben bericht en dat een volgende keer te willen verbeteren. Er is een gigantische hoeveelheid berichtgeving verschenen. De NRC Ombudsman moest bij behandeling van kritiek erkennen dat dat het onmogelijk is om alle artikelen van alleen al NRC te volgen, laat staan te onthouden.
Kreulen van Trouw stelt, volgens mij terecht: “Waarom wordt de grootste nieuwsgebeurtenis van deze eeuw niet grondig nabeschouwd, om te kijken of we er lessen uit kunnen trekken?” Mee eens; ik denk dat er diepgaand onderzoek had/zou er moeten komen met bijvoorbeeld een team media- en medische wetenschappers. Al zal de uitkomst wellicht niet veel afwijken van de teneur en conclusies van deze, veel energie vergende analyse…
IJzersterk punt in de conclusie: “Dit is, denk ik, het werkelijke probleem onder de coronakloof, het groeiende onvermogen om het eigen gelijk ter discussie te stellen en de mogelijkheid open te houden voor ongelijk. Dit beperkt zich niet tot de ‘coronakloof’, maar treedt op met zo veel kwesties.”
En je ziet toch dat die medialogica de institutionele spelers – journalistiek, ziekenhuizen, politiek, politie – in de houdgreep houdt, en dat het debat zich verplaatst naar onder meer sociale media; en daar snel escaleert, deels vanwege de manier waarop de algoritmen van de tech industrie #ophef op persoonlijke titel in de hand werken.
En hoe moeilijk het is voor journalisten om, te midden van een crisis, kritisch-reflectief te blijven en te werken zonder zelf ook buitenspel gezet te worden (sowieso als freelancer, voor tijdens de coronacrisis massaal de deur op slot ging) op de redactie.
Dat bleek ook in Amerika in de reflecties op de rol van de journalistiek rondom 9/11 en de ‘war on terror’. Maar goed, tijdens een nationale crisis is het begrijpelijk dat de meeste mensen in de kramp schieten en het institutionele vertoog reproduceren, hoe graag we dat ook anders zouden willen.
Ik heb het hele artikel net geboeid gelezen, wat een kluif. Deze materie gaat me aan het hart, want ik heb ervaren dat de medische sector de samenleving gekaapt heeft en er daardoor onnodige materiële en immateriële schade aangericht is. En dat media soms niet zo veel zinnigs deden.
Maar dit artikel gaat verder, het overzicht van wat de stemmen zeiden is goed, grondig. Al lezende vroeg ik me af: waar gaat dit naar toe? Nou dat bleek.
De laatste alinea is erg goed, mede omdat ie een aantal van mijn gevoelens/gedachten adresseert. Polarisatie, in politiek, media en op straat, is een Kwaad, en vernielt van alles. De Hond en met name Zwagerman zijn ongemakkelijke voorbeelden: in polemiek gaat de inhoud verloren en wordt de man, niet de bal, gespeeld.