Osint opent de poorten naar ‘deelname’ aan oorlogen vanachter het scherm

De eerste TikTok-oorlogen: van Oekraïne tot Gaza

Door de opkomst van het internet, sociale media, smartphones en commercieel verkrijgbare satellietbeelden is dagelijks een eindeloze stroom van informatie over hedendaagse conflicten op onze beeldschermen te zien. Een kritische houding is nodig. Zijn ‘TikTok-oorlogen’ wel zo transparant als ze lijken?

Wilt u exact weten waar Israëlische militairen op dit moment in de Gazastrook vechten? Geen probleem. Dan biedt bijvoorbeeld de Amerikaanse denktank Institute for the Study of War (ISW) uitkomst. Op basis van open bronnen – met name satellietbeelden – analyseert ISW dagelijks de operaties van de Israëlische strijdkrachten tot op straatniveau. Hetzelfde doen andere denktanks, onderzoekscollectieven als Bellingcat en media voor de oorlog in Oekraïne en andere conflicten.

Snuffelen in open bronnen

Het vergaren van inlichtingen via open bronnen (open source intelligence; Osint) heeft in de afgelopen jaren een hoge vlucht genomen, maar is geen nieuw fenomeen. Zo snuffelde een Poolse inlichtingenofficier in Den Haag tijdens de Koude Oorlog kranten en tijdschriften door op zoek naar militair bruikbare informatie. Enigszins gefrustreerd meldde hij aan Warschau dat er weinig waardevols te ontdekken viel. Toen duikelde hij in een telefooncel een vergeten militaire identiteitskaart op, die de opgetogen officier onmiddellijk naar zijn bazen stuurde.

We spreken van open bronnen als deze – in tegenstelling tot geheime bronnen – vrij toegankelijk zijn voor een breder publiek. Te denken valt aan het internet, sociale media (zoals TikTok en X), commerciële satellieten, overheidsdocumenten, literatuur, wetenschappelijk onderzoek, jaarverslagen, enzovoort.

Open bronnen kunnen worden gebruikt voor open source intelligence (Osint), waarbij informatie uit deze bronnen wordt verzameld en geanalyseerd. Het gaat daarbij niet alleen om geschreven tekst, maar ook om (digitale) foto’s, video- en audiofragmenten.

Volgens sommige schattingen halen ook hedendaagse inlichtingendiensten nog steeds tot tachtig procent van hun informatie uit open bronnen. In de afgelopen jaren hebben vooral smartphones, internet, sociale media en commerciële satellieten de reikwijdte van Osint enorm vergroot.

Het is niet verrassend dat de Oekraïne-oorlog het label ‘de eerste TikTok-oorlog’ kreeg. Het publiek wordt immers gebombardeerd met beelden van TikTok, Facebook, YouTube, Telegram, VKontakte (Russische kloon van Facebook) en andere kanalen.

Misleiding en feiten checken

Overheden, organisaties als Hamas en burgers doen er alles aan om dat reservoir aan open bronnen dagelijks aan te vullen. De keerzijde is echter dat méér informatie ook méér wegen opent naar misleiding en propaganda.

Aan de andere kant bieden open bronnen ongekende mogelijkheden om vooral omstreden gebeurtenissen te analyseren. Laten we bijvoorbeeld teruggaan naar 17 oktober 2023. Toen vond een explosie plaats op de parkeerplaats van het al-Ahli Arab Ziekenhuis in Gazastad. De explosie doodde en verwondde vele burgers. Onmiddellijk beschuldigden Israël en Hamas elkaar.

Osint bleek een instrument om – zij het voorzichtige – conclusies te kunnen trekken. Zo analyseerden verschillende ngo’s (zoals Human Rights Watch) en mediaplatformen (zoals The New York Times en BBC) video’s en foto’s om tot de conclusie te komen dat de explosie waarschijnlijk werd veroorzaakt door een mislukte raketlancering door lokale strijders.

Daarnaast weerlegde CNN met behulp van satellietbeelden de Israëlische bewering dat de luchtmacht zeer gericht (‘chirurgisch’) bombardeerde om burgerslachtoffers te vermijden. CNN turfde op de beelden honderden inslagen van zogeheten 2,000-pound bombs. Deze bommen zijn zo zwaar dat ze tot op driehonderd meter afstand slachtoffers maken.

Digitale tovenaarsleerlingen

Vooral de Oekraïners hebben zich tot ware digitale tovenaarsleerlingen en Osint-gebruikers ontpopt. Voor de Russische invasie begin 2022 kende Oekraïne al een indrukwekkende IT-industrie. Betaaldienst PayPal, sociaal medium Snapchat, onlinebank Revolut en softwaredienst GitLab zijn mede door Oekraïners bedacht.

Daarbij vroegen en kregen de Oekraïners veel hulp van buitenaf, zoals van Microsoft en Google. Deze sprongen in de bres met antivirussoftware en andere diensten. Elon Musk stelde – op dringend verzoek van Kyiv – zijn Starlink communicatiesysteem beschikbaar door een aantal satellieten naar de stratosfeer boven Oekraïne te verplaatsen én grondstations voor ontvangst te leveren. Zo bleven de Oekraïners verzekerd van internet.

Een veelzeggend voorbeeld van het Oekraïense aanpassingsvermogen is de manier waarop de regering in Kyiv de al bestaande overheidsapp Diia (‘de daad’) aanpaste en uitbouwde tot een rijke bron van Osint. Diia fungeerde sinds 2020 als de digitale poort tussen burgers en overheid, bijvoorbeeld om belastingaangifte te doen, identiteitspapieren aan te vragen of coronaprikken te registeren.

De Oekraïense regering zag de oorlogspotentie van Diia direct in. Aan de app werden nieuwe functies toegevoegd, zoals e-Voroh (‘e-vijand’). Via deze functie konden Oekraïense burgers Osint (foto’s en video’s) van Russische eenheden en materieel uploaden en voorzien van aanvullende details en locatie. Hierdoor konden de inlichtingendiensten in Kyiv nauwkeurig Russische troepenbewegingen volgen.

Het is overigens opvallend hoezeer vooral Russische militairen vaak ‘meewerkten’ door ‘even’ te bellen of berichten te posten op sociale media. Zo gaven ze – publiekelijk toegankelijke – inlichtingen weg over hun sterkte en locaties.

Eigenlijk vormen smartphones met sociale media in een oorlogsgebied inmiddels de moderne variant van het achteloos opsteken van een sigaret in het donker langs de frontlinie. Allebei verboden, maar o zo lastig af te leren.

Open satellietbeelden

Naast de smartphone valt tegenwoordig een ander Osint-instrument op: commerciële waarnemingssatellieten. Momenteel hebben deze satellieten een resolutie tien à vijftien centimeter, wat voldoende is om bijvoorbeeld verschillende soorten voertuigen en schuttersputjes te onderscheiden. Militaire satellieten halen waarschijnlijk nog hogere resoluties.

In de zomer van 2019 lichtte president Donald Trump – waarschijnlijk onbedoeld – hierover een tipje van de sluier op. Hij plaatste een tweet met een satellietbeeld van een Iraans lanceerplatform waarop kort daarvoor een raket was geëxplodeerd. Osint-speurders concludeerden al snel – onder andere op basis van schaduwwerking en beeldhoek – dat het beeld afkomstig was van de militaire satelliet USA-224, met een resolutie van minder dan tien centimeter. Indrukwekkend, hoewel nog niet scherp genoeg voor gezichtsherkenning.

Het satellietbeeld van een Iraanse lanceerinstallatie uit de tweet van @realDonaldTrump op 30 augustus 2019

Ook publiekelijk beschikbare satellietbeelden zijn soms op een onverwachte manier bruikbaar als Osint-bron. Bijvoorbeeld Nasa werkt met de FIRMS-satelliet (Fire Information for Resource Management System), oorspronkelijk ontworpen om bosbranden met infraroodscamera’s vast te leggen. Deze blijkt deze geschikt om vuurhaarden langs het front – en daarmee de frontlijn en actieve gevechten – in kaart te brengen.

Daarnaast leveren commerciële SAR-satellieten (Synthetic Aperture Radar) enorm veel informatie op. De SAR-technologie maakt gebruik van radiostralen om twee- of driedimensionale beelden te creëren, zelfs bij bewolkt weer en gedurende de nacht. Hierdoor is het bijvoorbeeld mogelijk om omgewoelde aarde te ontdekken, wat een teken kan zijn dat militaire voertuigen zich verplaatsen.

Maskirovka en sock puppets

De enorm gevarieerde beschikbaarheid van dergelijke open bronnen heeft inmiddels een wijdvertakte en gemêleerde gemeenschap van Osint-onderzoekers voortgebracht. Deze gemeenschap varieert van de spreekwoordelijke nerds die – met energiedrankjes en chips bij de hand – elk vrij moment besteden aan het uitpluizen van satellietbeelden en video’s op sociale media tot uitgesproken professionals die binnen strak georganiseerde instituten en bedrijven werken.

Genoemd IWS publiceert bijvoorbeeld dagelijks updates over Oekraïne en Gaza, volledig gebaseerd op open bronnen, inclusief berichten van Russische militaire bloggers (milbloggers). Terwijl de Nederlandse onderzoekswebsite Oryx zich richt op het achterhalen van uitgeschakeld militair materieel vanuit open bronnen.

Befaamd is Bellingcat dat zich vooral richt – samen met andere Osint-onderzoekers en mensenrechtenorganisaties – op het documenteren van oorlogsmisdaden. Iconisch is het onderzoek van onder meer Bellingcat naar Russische oorlogsmisdaden in het Oekraïense dorpje Boetsja. Kort na de inval werden honderden burgers gedood. De Russen beweerden dat deze slachtoffers het gevolg waren van Oekraïense oorlogshandelingen en dat Russische troepen het gebied eerder al hadden verlaten. Osint-onderzoekers stelden onomstotelijk vast – vooral met satellietbeelden – dat er al lijken op de straten van Boetsja lagen onder Russische bezetting.

De Russische regering deed vervolgens nog een ultieme poging tot ‘maskirovka’, ofwel het verdraaien van de werkelijkheid: ze beweerde dat op Oekraïense videobeelden van de lijken te zien was dat één van de slachtoffers een arm optilde. Een enscenering dus, riepen de Russen. Ook hier gaf Osint-onderzoek snel opheldering: de ‘bewegende arm’ bleek niets meer dan een regendruppel te zijn die wegrolde van de voorruit van de auto waarin de cameraman meereed.

Osint-speurwerk vraagt om veel geduld en doorzettingsvermogen. Bellingcat-oprichter Eliot Higgins schetste het Osint-persoonlijkheidstype als volgt: “Toen ik de Arabische Lente volgde, deed ik dat op een bezeten, mateloze manier. Tijdens mijn werk kon ik alleen maar denken aan thuiskomen en weer filmpjes kijken, weten wat daar speelt, graven, spitten, analyseren.”

Tegenwoordig zijn op het internet honderden instructievideo’s en handleidingen te vinden over openbronnenonderzoek. Er is veel aandacht voor persoonlijke veiligheid, zoals het gebruik van een zogeheten sock puppet-account (een ‘digitale handpop’) om een gekloonde identiteit te creëren en incognito onderzoek te doen.
Bezwaren van Osint

Osint kent echter ook nadelen. Wie Osint gebruikt, maakt zich bewust of onbewust afhankelijk(er) van techbedrijven, die al te graag een graantje meepikken van de Osint-hausse. Neem bijvoorbeeld Elon Musk. Het Oekraïense leger maakte dankbaar gebruik van Starlink voor communicatie en het lokaliseren en uitschakelen van militaire doelen. Dat laatste was echter – zo beweerde Musk na enkele maanden – niet de bedoeling; Starlink was alleen bedoeld voor civiele doeleinden. Musk dreigde de dienst stop te zetten, wat uiteraard tegen het zere been van de Oekraïners was. Met name de Oekraïense ambassadeur in Duitsland reageerde behoorlijk geprikkeld: “Rot op is mijn zeer diplomatieke antwoord aan jou [Musk]. Het enige resultaat is dat geen enkele Oekraïner OOIT nog jouw kl*ten Tesla bagger zal kopen. Het ga je goed!”

Hoewel inlichtingenfunctionarissen zich goed realiseren dat Osint niet meer weg te denken is, benadrukken ze dat geheime inlichtingenvergaring altijd nodig zal blijven naast het gebruik van open bronnen. De tegenpartij probeert immers altijd zijn diepste intenties verborgen te houden. Aanhangers van de klassieke taakopvatting voor inlichtingendiensten stellen dat geheimen – in lijn met Winston Churchills ‘truth should always be attended by a bodyguard of lies’-adagium – te belangrijk om onbewaakt te laten. Spionage blijft een bittere noodzaak.

Wanneer zal Noord-Korea daadwerkelijk kernwapens inzetten? Is China daadwerkelijk van plan Taiwan aan te vallen? “Dit zijn geen mysteries die moeten worden opgelost, maar geheimen om te stelen”, stelt oud-CIA-agent Gregory Sims. “En dat is nu eenmaal het basale bestaansrecht van geheime inlichtingendiensten als de CIA.”

Andere serieuze problemen met Osint raken het oorlogsrecht. Wanneer een burger bijvoorbeeld met een smartphone beelden schiet van de vijand, neemt diegene dan niet actief deel aan militaire operaties? Als het antwoord bevestigend is, zou het smartphonegebruik die persoon in principe kunnen maken tot een combattant en daarmee tot een legitiem militair doelwit. Verschillende keren doodden Russische militairen Oekraïense burgers die militair materieel hadden gefotografeerd.

Een ander bezwaar hangt samen met een bekend fenomeen in de digitale wereld: stop er troep in, en er komt troep uit. De explosie aan open bronnen biedt een haast oneindig aantal mogelijkheden tot manipulatie, bedrog en nepnieuws.

Een enkel voorbeeld volstaat. Een Canadese nepsoldaat presenteerde zich op Twitter/X als @CanadianUkrain1: een zogenaamde oorlogsvrijwilliger die met spectaculaire verhalen kwam. Zo zou hij een Russische artillerist hebben omgebracht met een tomahawk en ’s nachts naar bezet Kherson zijn gefietst om een ondergrondse strijder te ontmoeten. Het aantal volgers van @CanadianUkrain1 steeg razendsnel, maar al spoedig viel hij door de mand.

Soms lijkt het alsof we nu álles zien en horen. Alsof de ‘TikTok-oorlogen’ daadwerkelijk transparante(re) oorlogen zijn. En alsof Osint van nature neutrale(re) nieuwsgaring oplevert. Ik betwijfel of dat zo is.

Intussen is de hoeveelheid nep-Osint zo groot dat een legertje goed ingevoerde factcheckers nodig is om de troep op te ruimen. Zo achterhaalde een sceptische Osint-speurder het IP-adres van het account in… Toronto. Aric Toler van Bellingcat zette Googles reverse search aan het werk en ontdekte dat @CanadianUkrain1’s foto van een kogelwerend vest vol inslagen enkele weken eerder al door iemand anders op internet was geplaatst. “Die gast produceerde een berg gefantaseerde flauwekul”, aldus Osint-onderzoeker Calibre Obscura. “Typisch zo’n gevalletje waarbij het internet voor leuke filmverhaaltjes valt.” Begin juli 2022 sloot @CanadianUkrain1 zijn Twitteraccount.

Maar het meest fundamentele bezwaar is toch wel dit: soms lijkt het alsof we nu álles zien en horen. Alsof de ‘TikTok-oorlogen’ daadwerkelijk transparante(re) oorlogen zijn. En alsof Osint van nature neutrale(re) nieuwsgaring oplevert. Ik betwijfel of dat zo is. Al helemaal waar het om de grote vragen gaat.

Toen Oekraïne in de loop van 2022 nieuwe offensieven plande, vroeg de regering in Kyiv de Osint-gemeenschap (die grotendeels op de hand van Oekraïne is) om een tijdje stil te blijven. Dat deden de Osint’ers zonder veel morren. Oekraïne was in hun ogen immers overduidelijk de underdog. Neutraal is de Osint-wereld lang niet altijd.

Het blijft ook interessant om Russische open bronnen te volgen (zoals die van de Russische zogenoemde milbloggers), maar onthullen die wérkelijk iets over Poetins intenties, de publieke opinie of de vraag hoe lang het Russische leger nog kan doorvechten? Evenmin weten we nu met grotere zekerheid wat de Israëlische eindstrategie in Gaza zal zijn.

Kortom: Osint schijnt felle lichtstralen in de donkere kamer van de oorlog, maar de luiken blijven gesloten en de plafondlampen gedoofd.

*) Dit artikel verscheen eerder bij de Clingendael Spectator

**) Boek: De eerste TikTok-oorlog? Smartphone, drone, satelliet en de Oekraïne-oorlog

Christ Klep, uitgegeven in eigen beheer via Pumbo.nl, 130 pagina’s

De eerste TikTok-oorlogen: van Oekraïne tot GazaDe eerste TikTok-oorlogen: van Oekraïne tot Gaza

Gepubliceerd

8 feb 2024
Netkwesties
Netkwesties is een webuitgave over internet, ict, media en samenleving met achtergrondartikelen, beschouwingen, columns en commentaren van een panel van deskundigen.
Colofon Nieuwsbrief RSS Feed Twitter

Nieuwsbrief ontvangen?

De Netkwesties nieuwsbrief bevat boeiende achtergrondartikelen, beschouwingen, columns en commentaren van een panel van deskundigen o.g.v. internet, ict, media en samenleving.

De nieuwsbrief is gratis. We gaan zorgvuldig met je gegevens om, we sturen nooit spam.

Abonneren Preview bekijken?

Netkwesties © 1999/2024. Alle rechten voorbehouden. Privacyverklaring

1
0