Toen Steven van Weyenberg (D66) op 6 december 2023 Gunay Uslu opvolgde als staatssecretaris van Cultuur , zal hij een lijvig dossier over de omroep Ongehoord Nederland (ON!) hebben aangetroffen.
De rechtse omroepvereniging kreeg op 1 januari 2022 toegang tot het publieke bestel, al betwijfelden toen al velen of ON! bereid zou zijn zich te houden aan journalistieke beroepsregels. De voorlopige erkenning van ON!, die in principe geldt tot 1 januari 2027, werd pas verleend nadat de vereniging beloofde zich te zullen houden aan alle bestaande codes en afspraken binnen de publieke omroep.
Beloven en uitvoeren zijn echter verschillende dingen. Al in het eerste jaar werd de Ombudsman voor de publieke omroepen geconfronteerd met tal van klachten over het televisieprogramma Ongehoord Nieuws.
Racisme en desinformatie
Geklaagd werd over het louter uitnodigen van rechtse politici, het achterwege blijven van kritische vragen, het verspreiden van onjuiste informatie, racistische beweringen en het ontbreken van rectificaties. Dat zijn allemaal overtredingen van de Journalistieke Code NPO, vastgesteld door de gezamenlijke omroepen.
Voor de eerste keer in de geschiedenis zag de raad van bestuur van NPO zich genoodzaakt een financiële sanctie op te leggen wegens het „onvoldoende uitvoering geven aan de bereidheid tot samenwerking”. Na drie keer een sanctie te hebben opgelegd, nam de raad van bestuur in april 2023 de laatste stap: een verzoek aan staatssecretaris Uslu van OCW de erkenning van ON! in te trekken.
De staatssecretaris nam de tijd. Zij koos voor een procedure die sterk lijkt op de ‘uniforme openbare voorbereidingsprocedure’ uit de Algemene wet bestuursrecht: veel inspraak voor alle belanghebbenden, waarna het bestuur een concept-besluit neemt waarop belanghebbenden weer mogen reageren.
Op 27 november 2023 wees zij, per concept-besluit, het verzoek van de raad van bestuur NPO af. Haar opvolger Van Weyenberg zag in de reacties geen aanleiding van dat voornemen af te wijken.
Regelgeving is een brij
Twee vragen staan nu centraal:
1. Is de raad van bestuur NPO wettelijk bevoegd uit het stelselmatig overtreden van de Journalistieke Code af te leiden dat een omroepvereniging onvoldoende samenwerkt?
2. Is de maatregel van het verwijderen van ON! uit het publieke bestel een schending van de vrijheid van meningsuiting?
Bij het beantwoorden van de eerste vraag valt op dat de Mediawet moeilijk leesbaar is omdat tal van artikelen naar elkaar verwijzen. Het is bovendien een brij waar veel koks tegelijk aan hebben gewerkt. De interpretatie van de geldende regels is namelijk verdeeld over tenminste vijf instanties: de Ombudsman voor de publieke omroepen, de raad van bestuur NPO, het Commissariaat voor de Media, de staatssecretaris van OCW en de Evaluatiecommissie voor de publieke mediaopdracht. Daarnaast hebben we nog de rechter: ON! heeft beroep ingesteld bij de bestuursrechter tegen de financiële sancties van de raad van bestuur.
Toen het Commissariaat voor de Media gevraagd werd een oordeel uit te spreken over het vermeend racistische karakter van een uitzending, oordeelde het dat deze kwestie bij de strafrechter thuishoort. Bij het schenden van afspraken, zoals de Journalistieke Code, lijkt ten slotte een gang naar de burgerlijke rechter niet uitgesloten.
Staatssecretaris Van Weyenberg kwam op 19 december tot de conclusie dat de raad van bestuur helemaal niet bevoegd was geweest tot het opleggen van sancties. In ieder geval had NPO uit overtredingen van de Journalistieke Code niet mogen afleiden dat ON! onvoldoende samenwerkt met de overige omroepen. Die code hangt namelijk zo zeer samen met de uitvoering van de publieke mediaopdracht, dat de handhaving ervan aan het Commissariaat voor de Media zou zijn opgedragen.
De raad van bestuur zou zich überhaupt niet met de inhoud van programma’s mogen bemoeien. Heel opmerkelijk, want in 2016 heeft de wetgever nu juist besloten de bevoegdheden van de NPO op dit terrein te versterken. De voorheen ‘coördinerende’ taak werd toen opgewaardeerd tot een ‘sturende’ taak. Minstens zo opmerkelijk is dat de staatssecretaris een voorschot neemt op uitspraken van de bestuursrechter. Als de bestuursrechter binnenkort beslist dat de raad van bestuur wel bevoegd was, moet het besluit van 19 december 2023 worden vernietigd wegens een motiveringsgebrek.
Vrijheid van meningsuiting
Aan de tweede vraag, over de vrijheid van meningsuiting, kwam de staatssecretaris nauwelijks meer toe. Die vraag zal terugkomen als blijkt dat de NPO wel degelijk een sanctiebevoegdheid had.
In veel opzichten is een parallel te trekken met het ontslag van een werknemer die zich door controversiële uitingen onmogelijk heeft gemaakt bij zijn collega’s. Natuurlijk speelt de vrijheid van meningsuiting een rol, maar het feit dat iemand een arbeidscontract heeft gesloten en salaris ontvangt brengt extra verplichtingen met zich mee.
Een uitkomst is vaak de arbeidsovereenkomst te ontbinden, omdat samenwerking feitelijk onmogelijk is geworden, maar de werknemer tegelijk een zak geld mee te geven. Misschien is dat ook een goede oplossing in deze zaak: ON! laten vertrekken met wellicht een eenmalige afkoopsom door OCW. Dat kost geld, maar langdurig procederen met hulp van de landsadvocaat ook.
Een bestaan buiten de publieke omroep, via een eigen YouTube-kanaal of zendtijd op één van de zenders van Talpa zoals SBS6, heeft ook voor ON! namelijk allerlei voordelen. Met de Journalistieke Code NPO, de Ombudsman voor de publieke omroepen en de raad van bestuur NPO heeft zij dan niets meer te maken.
*) Wouter Hins is emeritus hoogleraar Mediarecht aan de Universiteit Leiden. Een versie van dit artikel stond op 9 januari 2024 in NRC.