Na ruim twee jaar covid-19 lijkt de pandemie nu beter onder controle, maar er blijven zorgen. Om tijdig te kunnen anticiperen is vooral veel actuele informatie nodig. Die kan het best worden verkregen via de gegevens van de patiënten zelf. Die gegevens zijn ruimschoots beschikbaar in de elektronische systemen van ziekenhuizen. Toch is het opvallend lastig deze gegevens verzameld te krijgen voor wetenschappelijk onderzoek.
Sinds mei 2018 geldt de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Deze AVG blijkt een remmende werking te hebben op de informatiewinning bij covid-19. Als medische onderzoekers en artsen, samen met de Patiëntenfederatie Nederland, vinden we deze negatieve invloed onwenselijk bij de grootste gezondheidscrisis van de moderne tijd.
Uitdrukkelijke toestemming
Door de invoering van de AVG is het complexer geworden om patiëntgegevens te gebruiken voor medisch wetenschappelijk onderzoek. Voorheen gold een principe van passieve toestemming onder bepaalde voorwaarden. De AVG voegde daar de eis aan toe dat de ‘consument’ ook actieve toestemming geeft voor het ‘hergebruik’ van persoonsgegevens voor secundaire doeleinden. Dat heeft bij veel beroepen gevolgen gehad, maar bij medisch wetenschappelijk onderzoek is deze invloed onevenredig groot.
Bij medisch wetenschappelijk onderzoek hoort uitgebreide informatie over het onderzoek die zowel mondeling als schriftelijk moet worden verstrekt; actieve toestemming moet schriftelijk worden bevestigd na een vastgestelde bedenktijd. Dit is in een normale setting in het ziekenhuis al lastig, maar het werd tijdens de coronacrisis nog moeilijker vanwege de ernstige ziekte van de patiënten, de isolatiemaatregelen en de extreme druk op de zorg. In de praktijk, zeker toen alle handen aan het bed nodig waren, bleek het voor veel ziekenhuizen dan ook vrijwel onmogelijk om deze actieve toestemming voor elkaar te krijgen.
Noodoplossing
Gelukkig was er destijds een noodoplossing: er kon een beroep worden gedaan op een ‘Geen-Bezwaar’ regeling, waarbij patiënten informatie kregen dat hun data werden hergebruikt, tenzij ze bezwaar hadden. Bijna niemand had bezwaar en dat hielp de wetenschap toen goed vooruit. Bovendien was er hierdoor nauwelijks ‘wetenschappelijke selectie’, waarbij bepaalde patiëntengroepen meer dan andere konden afzien van deelname en dan voor de wetenschap buiten beeld zouden zijn gebleven.
Al toen de AVG werd ingevoerd, was er veel aandacht voor mogelijke negatieve gevolgen voor medisch wetenschappelijk onderzoek. In de tekst van de wet staan ook bepalingen om deze gevolgen te beperken. Toch is dat helaas niet voldoende gebleken, omdat een van de grootste problemen is dat de juridische interpretatie van de wet aan het werkveld werd overgelaten.
Juridische touwtrekkerij
De minister van Volksgezondheid bepaalde dat ieder ziekenhuis zelf de wet mocht interpreteren. Dit leidde op veel plekken tot juridische touwtrekkerij waarbij soepele en strenge interpretaties tegenover elkaar stonden. De ‘Geen-Bezwaar’-regeling was bijvoorbeeld mogelijk door een uitzondering, waarbij actieve toestemming van de patiënt niet hoefde ‘als dat redelijkerwijs niet mogelijk was’. Zo kon het dus gebeuren dat er in het begin van de pandemie veel ziekenhuizen kozen voor het ‘Geen-Bezwaar’-systeem.
Vanaf 2021, toen vaccinaties beschikbaar kwamen, overheerste optimisme over de pandemie. Het ministerie veranderde toen van koers door actieve toestemming te propageren. In de ziekenhuizen, waar het onverminderd druk bleef, werd hier wisselend gehoor aan gegeven. Er ontstond een wirwar van beleid, met onmiskenbaar negatieve invloed op medisch wetenschappelijk onderzoek.
Geworstel
Veel samenwerkingsverbanden worstelen met de verschillende juridische grondslagen waarop patiëntgegevens zijn verzameld. Het afstemmen leidt bij veel onderzoeksgroepen tot aanzienlijke vertragingen en dientengevolge tot verkwisting van subsidiegelden.
De oplossing zou moeten liggen in een soepeler interpretatie van de AVG en het opzetten van een actuele nationale database van patiënten met covid-19. Het ministerie heeft met een miljoenenbudget wel een poging gedaan tot zo’n database (uwgegevensreddenlevens.nl), maar actieve toestemming is hier een vereiste en dit project verloopt op zijn zachtst gezegd stroef.
De succesvolste databases tot nog toe zijn vooral spontaan geboren samenwerkingsverbanden die zijn terug te vinden op databronnencovid19.nl, maar die kampen met een toenemend gebrek aan ondersteuning.
Motie-Omtzigt
Ook is het zo dat vervolgonderzoek naar bijvoorbeeld oversterfte door het CBS en het RIVM wordt gehinderd door het niet toegankelijk zijn van de beschikbare data om privacyredenen. Hierdoor kan het onafhankelijke onderzoek, waarover in december 2021 in de Tweede Kamer een motie is ingediend door Pieter Omtzigt, niet gedegen worden uitgevoerd.
Al met al hebben we de afgelopen jaren te maken gehad met twee relatief nieuwe situaties die op gespannen voet met elkaar staan: de invoering van de AVG en een wereldwijde pandemie. Wij vinden dat de interpretatie en misschien ook de wettekst zelf van de AVG aan revisie toe zijn, zodat de medische wetenschap niet wordt tegengewerkt maar gefaciliteerd.
Wij pleiten ervoor dat in crisistijd de eis tot actieve toestemming bij medisch wetenschappelijk onderzoek met patiëntgegevens wordt geïnterpreteerd zoals de wetgever het heeft bedoeld: om goed zicht te houden op de medische werkelijkheid van het moment. Aan deze juridische nuance gaat niemand dood, aan covid-19 wel.
*) Namens artsen en onderzoekers van het vrijwilligers collectief Covidpredict – voor het voor het centraal verzamelen van data over Covid-19 patiënten - werd dit opinieverhaal geschreven door: Martijn de Kruif, longarts, Zuyderland Medisch Centrum, Heerlen en Martijn Beudel, neuroloog, Amsterdam UMC; in samenwerking met Ildiko Vajda en Marcel Heldoorn namens Patiëntenfederatie Nederland
Een versie van dit opinieverhaal verscheen eerder in de Volkskrant. Daarop reageerde in de Volkskrant Ton van Rietbergen, economisch geograaf aan de Universiteit Utrecht:
Nederland handhaaft privacywetgeving veel strikter dan de EU beoogt
Bovenstaande bijdrage doet me denken aan een lezing van een hoge Europese ambtenaar die me vier jaar geleden hoofdschuddend uitlegde dat het EU-privacybeleid vooral was gericht tegen de techgiganten van deze wereld. Tot zijn verbijstering zag de ambtenaar dat juist in Nederland de interpretatie veel strikter was dan beoogd. Dit leidde ertoe dat wetenschappelijk onderzoek en ook allerhande maatschappelijke organisaties en sportclubs worden gehinderd door de te strenge toepassing van privacyregels.
Een mooi voorbeeld komt uit de sportwereld. De app voetbal.nl kreeg na de lancering in 2017 grote belangstelling. Het was geweldig dat je met één klik de uitslagen en opstellingen en wedstrijdverloop van alle amateurclubs kon volgen. Nog mooier was het toen VoetbalTV de lucht inging en we in staat waren de omhaal van de kleinzoon of de neef te bekijken. Inmiddels bestaat VoetbalTV niet meer. Onze privacywaakhond Autoriteit Persoonsgegevens (AP) legde het bedrijf in 2019 een boete van 575.000 euro op. Omdat deze samenwerking tussen KNVB en Talpa toch al niet veel geld opleverde, vroeg het bedrijf faillissement aan. Exit VoetbalTV.
Inmiddels heeft de Raad van State door dat de maatregel te rigoureus was, want zij komt nu tot de conclusie dat de boete onterecht was. Het geld moet worden teruggestort. Voor VoetbalTV komt het geld te laat, maar de gang van zaken is wel een reden om een grondige discussie te voeren over privacyregels. Het bewijst ook dat we die discussie niet alleen aan juristen moeten overlaten.
Al tijden erger ik me eraan dat bij elke maatschappelijke vraag inmiddels wordt gesteld: ‘maar kan het juridisch?’ Niet langer overheerst de vraag of iets rechtvaardig is of tot een groter welzijn leidt, maar vooral of het juridisch kan en mag. Het doet me denken aan de anekdote over wat een jurist moet doen om aan werk te komen en te blijven: Zo snel mogelijk zorgen voor een concurrent.