Kortom: zou het gaan over inhoud, of over gedoe?
Het gedoe won natuurlijk - al zit er wel een verontrustend patroon achter die smsjes en Rutte’s houding. Het gedoe wint bijna altijd de slag om de aandacht, begeleid door een kakofonie van valse muziek op de sociale media, van krant via Journaals naar de talkshows trekkend waar de polonaise van de dag wordt gelopen.
Zo gaat dat. Maar als dat zo gaat, is het erg? Verergert dat het beeld en de werkelijkheid van het Haagse complex van politici en bestuurders, waar geprobeerd wordt een nieuwe bestuurscultuur tot stand te brengen?
Af en toe worden de media bekritiseerd door de politieke hoofdrolspelers. Dan krijgen ze als snel hun trekken thuis. Het overkwam D66-leider Sigrid Kaag tijdens de persconferentie over het schandelijke intimiderende gedrag van prominent partijlid Van Drimmelen tegenover een vrouw die voor D66 werkte. Toen Kaag iets kritisch zei over de media , kreeg ze meer hoon dan aandacht.
Had Kaag, zelfbenoemd drager van cultuurverandering, het verkeerde moment en de verkeerde context gekozen? Of kan de Haagse journalistiek slecht tegen kritiek?
Focus op de korte termijn
Vorig weekend circuleerde er op Twitter een filmpje van een hossende menigte in Turijn. Het bleken de Eurovisie Songfestival-verslaggevers in actie. Weinig kritische distantie, volop onderdompeling in de plaatselijke opwinding en vrolijkheid. Zo zit de Haagse journalistiek niet in elkaar, maar toch zijn er parallellen: een vergelijkbare focus op de korte termijn en op sommige personen en gebeurtenissen maar vooral: het aanvaarden van de ter plekke geldende afspraken en frames (allemaal constructies) zonder van een ruimere afstand te kijken en af en toe eens ‘ja maar’ te zeggen.
Misschien is het geen populaire opvatting in mijn vak, maar ik zie een zekere hardnekkigheid bij het aanpakken van Kaag en een zekere lankmoedigheid bij het omgaan met Wilders en Baudet. Dat het, zoals Kaag beweerde, de media in de Van Drimmelen-affaire vooral om de ophef ging en niet om de inhoud is weliswaar niet juist, maar helemaal zonder gretigheid, leedvermaak en ‘kijk haar nou eens’ waren de verhalen niet.
Tegelijkertijd zijn journalisten overgevoelig voor kritiek. Onder het motto ‘het is nieuws’ en ‘wij gaan over de keuzes’ is veel toegestaan. Kritiek en een ‘aanval op persvrijheid’ worden soms verward. De eis transparant te zijn wordt aan iedereen gesteld, maar in de journalistiek nauwelijks gerealiseerd.
In die zin is er ook een mediacultuur die verandering behoeft, waarbij de keuzes niet per se worden gemaakt vanuit de puur-Haagse werkelijkheid maar vaker de vraag wordt gesteld: ‘We hebben kijkers, we hebben lezers, we hebben volgers. Hebben die wat aan deze verhalen?’
Ik zeg bewust ‘vaker’. Het is niet het een of het ander; het is een betere mix. Maatvoering.
Grotere thema's
Juist in dit decennium is alles in beweging: afbrokkelend vertrouwen in de democratie en het functioneren van het politiek-bestuurlijke systeem; de wereldorde die in drie blokken uiteenvalt; energietransitie en klimaatverandering; samen-leven versus een fragmentariserende maatschappij.
Ik generaliseer natuurlijk, maar de journalistiek, zeker de Haagse journalistiek, mag daar wel eens intensiever mee aan de slag. Meer distantie. Grotere thema’s. Geduld in plaats van haast.
En een sterke eigen agenda: niet politiek-ideologisch, maar gebaseerd op een heldere kijk op de grote, noodzakelijke verhalen van deze tijd. Haagse journalisten zijn er niet om een nieuwe bestuurscultuur te helpen bloeien, maar de eigen cultuur vergt stevige reflectie en verandering.
Een jaar of vijftien geleden, op bezoek bij het Pew Researchcentrum in de VS, hoorde ik een zin die me altijd is bijgebleven, juist omdat ik als journalist leef in een vak en een wereld waar overrompelend geluid overal is. ‘Je moet beter naar de stilte durven luisteren, en niet alleen naar de herrie’.
Gelukkig zijn er in dat opzicht ook interessante ontwikkelingen. Neem de relatieve new kids on the block van de onderzoeksjournalistiek: Follow The Money, Investico (disclaimer: ik zit daar in het bestuur). Zij onttrekken zich aan de herrie en omdat ze van een afstandje durven te kijken zien ze verborgen bewegingen en langere termijntrends. Ze maken belangrijke verhalen die veel onthullen over wat Nederland is in plaats van wat het pretendeert te zijn.
Het zou meer journalisten, ook en zeker in Den Haag, mogen inspireren: in de stilte liggen veel verborgen verhalen. Je moet alleen iets meer moeite voor ze doen, en soms de opwinding laten voor wat-ie is: herrie.
*) Hans Laroes is adviseur en bestuurder van mediaorganisaties. Deze opinie verscheen eerder bij Trouw