Commerciële platforms voor de bezorging van maaltijden en boodschappen zijn hard gegroeid tijdens de Covid-periode. Onze steden worden gevuld met hun reclames en logo’s, op trams, veerponten en op allerlei plekken in ons straatbeeld.
De verschillende bedrijven concurreren met elkaar op basis van hun leveringssnelheid (minder dan tien minuten!). Hun koeriers rijden op volle snelheid met fietsen, e-bikes en scooters door de openbare ruimte. Daar komt bij dat hun distributiepunten, dark stores, vaak gevestigd worden in leegstaande panden in steden, ook in woonwijken. De dark stores zijn dichtgeplakt, maar je herkent ze aan de zwerm bakfietsen en e-bikes op de stoepen en de groepen wachtende koeriers.
Win-win of verlies-verlies?
Technologische diensten en commerciële digitale platforms worden vaak gezien als een ‘win-win’ bedrijfsmodel. De flitskoeriers en maaltijdbezorgers zijn hierop geen uitzondering. Hun (bak-)fietsen zijn duurzaam en het bedienen van de wens om ‘na een lange dag hard werken, vanaf je bank snel je maaltijd/boodschappen in huis te krijgen’ past in de standaardverhalen rondom de ‘sharing and gig economy’, die leunt op delen van schaarse goederen en korte opdrachten. Deze platforms bedienen de consumenten met een efficiënter gebruik van hun tijd. En dat willen mensen nu eenmaal. Wat kan daar nou mis mee zijn?
Terwijl deze nieuwe golf van technologische disruptie onze steden al overspoelt, blijft vaak onderbelicht wie de kleine groep winnaars en de grote groep verliezers zijn. Het is zaak beter in beeld te krijgen hoe dit soort innovaties van invloed is op andere belangrijke waarden zoals sociale cohesie, solidariteit, en het collectieve gebruik van de openbare ruimte.
Lekker fietsen?
Een interessant startpunt is de centrale positie van de fiets als symbool van duurzaamheid. De fiets is door de decennia heen wel vaker als sterk symbool gebruik. Bijvoorbeeld door de Provo’s tijdens de protesten in de jaren 60 en 70 in Amsterdam. Op een iconische foto uit die tijd zien we Yoko Ono en John Lennon met een witte herenfiets in bed in het Hilton.
Dat was niet omdat Provo de fiets als oplossing zagen voor het fileprobleem of om ons efficiënter van A naar B te verplaatsen. De ‘fiets was iets en bijna niets’; een cultureel symbool tegen het ‘brute kapitalisme’ en het idee dat onze steden en de samenleving vooral een goed geoliede machine moest zijn. De witte fiets representeerde een radicaal andere samenleving. Eén waarin we spullen met elkaar delen; een zorgzame, empathische levensstijl waarin de straten van de stad weer ruimtes konden worden waar de samenleving kon bloeien.
Als de Nederlandse fietscultuur aan deze waarden van de publieke ruimte gekoppeld is, dan ontwrichten de nieuwe platforms niet alleen de bestaande bedrijfsmodellen, maar ook onze publieke waarden. Ze zijn zo een Trojaans paard van het ‘brute kapitalisme’ waartegen de Provo’s vochten, verpakt in een duurzaamheidsausje. En met hun introductie komen waarden zoals rechtvaardigheid en toegankelijkheid onder druk te staan. En daarmee de publieke ruimte als plek waar onze maatschappij vorm krijgt.
Jumbo vergroot misbruik
Media hebben aandacht besteed aan de buurtoverlast van de dark stores, de slechte werkomstandigheden van de koeriers en werknemers en de wetten en regels die door de bedrijven worden overtreden. Maar de aankondiging van grootschalige samenwerking, tussen bijvoorbeeld flitsbezorger Gorillas, supermarkt Jumbo en wielerteam Jumbo-Visma, zou alarmbellen moeten laten afgaan over deze achterliggende dynamiek. Dat de waarden waar in Nederland zo lang en hard voor is gevochten, nu alsnog ten prooi lijken te vallen aan brutaal kapitalisme.
Een samenwerking tussen een van ’s werelds grootste wielerteams, een dominante supermarktketen en een flitskoerierbedrijf symboliseert hoe het bedrijfsmodel gericht is op de fiets, om via snelheid en kostenbesparing een naadloze winkelervaring aan de man te brengen.
We moeten een steviger gesprek voeren over de wenselijkheid van deze strijd over onze waarden op onze fietspaden, stoepen en pleinen. De op snelheid en haast gebaseerde logistiek vormt een directe bedreiging voor de huidige fietscultuur. Die is nu nog grotendeels veilig en toegankelijk voor iedereen, van jong tot oud, en van geoefend tot beginnende fietser. De nieuwe snelheden versterken daarnaast ook bestaande spanningen tussen verschillende gebruikers van de fietsinfrastructuur, zoals woon-werkfietsers, recreatieve fietsers en sportieve wielrenners.
Sociaal straatleven aangetast
Daarnaast maken wij ons zorgen over de verschuiving van ‘boodschappen doen’ van een activiteit in de sociale ruimte van een openbare winkel naar een voordeurervaring gericht op de individuele consument. Als dit op grote schaal plaatsvindt, zullen veel spontane micro-interacties tussen mensen – op straat en tijdens het winkelen – worden vervangen door een interactie tussen een klant en een koerier, die zich ook enkel nog van dark store naar voordeur haast en weer terug.
Sociale ongelijkheid zal hierdoor verder toenemen, omdat het ook vooral degenen bedient die het zich kunnen veroorloven om vanaf de bank te bestellen. En omdat het anderen verplicht om hun veiligheid op het spel zetten om op tijd te leveren en onder slechte arbeidsvoorwaarden te werken. Deze dynamiek zal uiteindelijk ook de sociale veiligheid op straat niet bevorderen.
Zak chips
Het originele idee achter de deeleconomie ging over zorgen voor elkaar, niet over elkaar uitbuiten. En Lennon en Ono lagen in bed met een fiets omdat die stond voor een sociaal en toegankelijke stad en samenleving, niet voor het gemakzuchtige individu die thuis op de bank snel een zak chips wil hebben.
Iedereen, maar met name overheden, zou moeten nadenken over welke technologische disrupties we de ruimte en kansen geven in onze steden. En over welke gevolgen deze ontwrichtingen kunnen hebben op het dagelijkse leven en onze waardevolle openbare ruimte.
Digitalisering is een onderdeel geworden van onze samenleving, maar we zouden kritisch moeten zijn op wat nieuwe technologie ons kan brengen, en welke waarden we er juist voor willen beschermen.
We moeten niet onze fietscultuur weggeven aan de techno-utopie van het denkbeeldig gemak van een luie consument, ten koste van de veiligheid en arbeidsomstandigheden van degenen die afhankelijk zijn geworden van de gig-economie.
Marco te Brömmelstroet is hoogleraar Urban Mobility Futures aan de UvA. Letizia Chiappini en Ying-Tzu Lin zijn promovendi aan de UvA. Een versie van dit artikel verscheen ook bij NRC op 18 mei 2022. Er is ook een boek, een vertaling van Het Recht van de Snelste van Thalia Verkade en Marco te Brömmelstroet