Why the Past 10 Years of American Life Have Been Uniquely Stupid van Jonathan Heidt in The Atlantic wordt aangeprezen als een voortreffelijk stuk. Het biedt inzicht over een langere termijn door de waan van de dag heen: over de verbonden wereld die louter tot spraakverwarring (Babel) en fragmentatie leidde.
Echter, het artikel is ook een product van een wetenschapper achter een computer en geworteld is in de Amerikaanse samenleving. En sociale psychologie is een voortreffelijk vak voor maatschappelijke analyse, maar geschiedschrijving vraag om een bredere benadering met nog meer diepgang.
E-auto en bitcoin
Dat geldt ook voor de heftige kwesties in het digitale domein van vandaag, zoals over Elon Musk die Twitter wil bezitten. Politiek onderzoeker Marietje Schaake gaat ertegenin. Ze vindt eigendom van media door techmiljardairs verwerpelijk vanwege mogelijke beïnvloeding. Ofschoon Amazonbaas Jeff Bezos de Washington Post juist met rust liet.
Twitter blijft niet onberoerd, Trump mag van Musk terugkeren. Dat is juist, maar is het opprtunisme van Musk gevaarlijk? klimaat redden met elektrische auto (weliswaar een leugen) en ondertussen sterk vervuilend cryptogeld opzetten. (Dat hopelijk helemaal verdwijnt.)
Maar doet het er veel toe? We bevinden ons in een periode van neergaande koersen van crypto en aandelen, van hevige inflatie als aanloop tot economische crisis. Wat heeft dat te maken met de stimulering van de wapenindustrie en versterking van de VS met een oorlog in Oekraïne? Waartoe leidt de onontkoombare sociale strijd? Hoe verhouden zich tot de massa- en de sociale media zich tot deze krachtige tendensen? Meer vragen dan antwoorden.
Heidt neemt Facebook als historische leidraad. Dat is gepoogd met De Macht van Facebook, beschouwd vanuit menselijke deugden en ondeugden, veel meer een constante van alle tijden dan die periode van 20 jaar; maar (helaas) nog wel aan de hand van duizenden feiten; die natuurlijks allengs meer vervliegen.
Golven van Elliott
Dat draagt bij tot een existentiële vraag: kan Netkwesties nog een keer opbloeien tot de respectabele uitgave die het ooit was? Met een klein, trouw lezerspubliek dat liever online grasduint naar goede stukken en verder boeken leest in plaats van alle meuk van de waan van de dag?
Dat is ook persoonlijke. Wijzen vrienden de weg? Ze maakten allen, een grote stap in hun privé/werk leven. Eentje verruilde een kantoorloopbaan voor tuinenonderhoud, een tweede Amsterdam voor het platteland. Een derde, taalkunstenaar, stopte met werken schrijft brieven waarin de actualiteit geen rol speelt. Kunst, vogels en vaderschap, daar praten we over.
Een vierde is rentenier en verwoed Telegraaf-lezer, en in heftige debatten zijn we wel eensgezind over heersende hypocrisie. Een andere rentenier heeft niets aan ‘kwaliteitsmedia’, neigt naar de complothoek, maar voorspelde exact belangrijke gebeurtenissen zoals de cryptocrash.
Een goede kennis hobbyeert als belegger en vaart voor zijn besluiten op de golven van Elliott. Die aandelenhandel boeit me niet zo, maar wel de wisselwerking met politieke golven. Een neerlandicus en later IT’er, krijgt de ene aanval van kanker op de andere te verwerken, en leert me omgaan met het einde. Literatuur en kinderperspectieven zijn ons onderwerp.
De vriend die vanaf een Afrikaans strand studeert aan Oxford University, maakt me deelgenoot van Quillette en z’n verbazing over alsmaar heftiger #ophef in dit gave pokkenlandje. Tenslotte de langdurig werkloze, spijkerharde bergbeklimmer, die me al jaren aanvalt over kortzichtige en tendentieuze Nederlandse journalistiek. M’n verzet droogt op.
Dan ineens zit je aan tafel met Oekraïense families wier jongens vechten tegen het leger van Poetin, en dierbare vrienden verloren; die je de verhouding van hun volk tot Zelenski en Rusland uitleggen. Eén vrouw verhaalt van haar Russische en Oekraïense neef die letterlijk elkaar moeten bevechten.
Ik kende Oekraïne van bezoeken 25 jaar geleden als een door en door corrupte staat met (toen nog) veel armoede in weerwil van rijkdom aan grondstoffen en landbouw. En breng tegen hun terechte vijandigheid in dat de oorlog ook duizenden Russische jongens in lijkzakken thuisbrengt.
Kwaliteitskranten
Kortom, het leven bloeit. En zo was het na 35 jaar in dit huishouden ineens gedaan met de Volkskrant. Niets ten nadele van de noeste arbeid van honderden journalisten die regelmatig uitstekende stukken schrijven, vooral correspondenten en onderzoekers; maar het gehalte aan gratuite uitingen en het stilistisch aplomb gingen te zwaar wegen; een subjectief oordeel.
Een vriendin had hetzelfde, maar dan met NRC. Het gebrek aan zelfreflectie blijft er beperkt tot bijzaken. De bijdrage van media aan de teloorgang van de democratie die mediacratie werd en dientengevolge van sociale gevolgen, weigeren journalisten onder ogen te zien. Ze vormen merendeels ook elite – ook in onderlinge omgang met freelancers - met de prachtige uitzonderingen gelukkig.
Met recent een opvallende bekentenis: dat NRC in politieke verslaggeving even om de feiten heen wandelde. Echter, de grote vraag beleef achterwege: in hoeverre is politieke verslaggeving een zaak van incidenten, bijzaken en speculatie geworden? Welk deel ervan ging in de afgelopen tien jaar nog over de totstandkoming en uitwerking van wetgeving, de kern van democratie?
De antwoorden van ons journalisten met de waan van de dag brengen ons eerder verder van, dan dichter bij de antwoorden op de grote vragen. Columnisten en kletsshows, wat uitzonderingen daargelaten, berokkenen de meeste schade.
Maar ja, ook journalisten moeten dagelijks ‘publish or perish’. Onontkoombaar momenteel: cognitieve dissonantie. En toen? Om actuele journalistiek te produceren moet je die van anderen volgen. En snelle antwoorden voorzien in de grootste behoefte, de markt dicteert het. Collega Arjen van Veelen ging een poosje in de haven werken, maar dat hielp beperkt.
Wetenschap dan
Wetenschap dan? Weer vier jaar onderzoek leerde me minder egocentrisme en vooral prettiger omgang dan in de journalistiek. Maar journalistiek wint het weer qua brede benadering; wetenschappers zijn te sterk vakgericht.
Maar de hevige mededinging vormt grenzen en verkeerde prikkels. Stel, je wilt graag lang onderzoek doen naar het recht op vergetelheid of vergeetrecht in de praktijk. Daartoe is echter noodzakelijk dat je een plan schrijft dat wort getoetst voor financiering, competitie aangaat met honderden andere plannen.
Een alternatief is meer sociaal werk doen – met nog steeds een rechtse bril dat je hard moet selecteren - niet enkel voor vluchtelingen. Ik werd maar lid van een groep ‘inclusie en diversiteit’ van journalistenbond NVJ, waarvan elders op Netkwesties een verslag.
Zo leer je andere perspectieven, waardoor je in debatten met rechtse, sociale vrienden standpunten kunt inbrengen vanuit mensen die aan de verkeerde kant van de streep belandden; en dan minder gratuit dan vanuit journalistiek…
O ja, Netkwesties…een uitgever graag...