Metcalfe kijkt mee

Een nieuw sociaal netwerk vanuit Nederlandse wetenschap?

Nederlandse wetenschappers Van Dijck en Jacobs kondigen aan Facebook te willen bestrijden. Netkwesties-expert Michiel Buitelaar geeft zijn zienswijze vanuit decennialange ervaringen met netwerken in de praktijk.

Afgelopen week las ik ‘Facebook is in feite een onveilige omgeving’ (NRC), een interview van Colin van Heezik met hoogleraren José van Dijck en Bart Jacobs, en op Netkwesties een aanvullend vraaggesprek en commentaren. Ik heb een lichte obsessie met voor de hand liggende kritiek op grote digitale platforms, en een nog grotere met ‘daar gaan we een alternatief voor maken/gebruiken’ of ‘we moeten platforms ophakken’. Vanuit dat perspectief enkele overpeinzingen, of waarschuwingen.

Over Facebook kan je van alles vinden. Ik vind het een fascinerend bedrijf, ik ben ingeschreven maar gebruik het nóóit. Het is omstreden vanwege het gebruik van persoonlijke gegevens, en hun koers die je ‘scherp aan de wind varen’ zou kunnen noemen.

Het vaak vertoonde patroon is: Facebook doet iets nieuws, gaat een stapje verder; klanten, politici of regelgevers reageren verbaasd, ongerust of woedend; Facebook biedt excuses aan, zegt iets te wijzigen in het product (dat wil zeggen: haalt een beetje bakzeil, of zegt dat te doen), en de publieke woede koelt af.

De honden blaffen, de karavaan trekt verder. Van afstand bezien doet Facebook meestal toch wat het wilde doen, met wat kleine haperingen onderweg. IJzerenheinig vervolgt het zijn processie van Echternach, langzaam maar zeker.

Hyves en MySpace; Telegram en Signal

De roep om alternatieven is er al jaren. Sterker nog, er waren alternatieven. Hyves was een prima product, maar de ondergang daarvan was voorspelbaar, voor wie de wet van Metcalfe kent. Die stokoude wet zegt iets als: hoe meer mensen of apparaten aangesloten zijn op een netwerk, des te groter is de waarde van dat netwerk voor wie het gebruikt. Deze wet wordt ook het netwerk-effect genoemd.

Zo was er recent – weer – heisa rondom Facebook en haar dochter WhatsApp, die woede en weerzin veroorzaakte in het segment ‘privacybewuste gebruikers’. Menigeen zei het zat te zijn en over te stappen, vooral naar Signal en Telegram, diensten die functioneel ongeveer gelijk zijn aan WhatsApp, waarschijnlijk zelfs beter. Ik was nieuwsgierig en schreef me bij beide in, lang geleden. Zodoende zag ik vele vrienden en kennissen toestromen. Ik zette me schrap voor allerhande communicatie met die mensen, via een ander-dan-WhatsApp platform. Die kwam niet. Nu maanden later: nog steeds niks.

Zelf doe ik ook niks, op die platformen. Zoals mensen lang geleden niks (meer) deden op Hyves, op Kermit (die rare telefoons, pre-GSM), op MySpace (een soort muziekgedomineerde international Hyves), of met een fax. Als minder anderen op zo’n netwerk zitten, krijgt het voor iedereen minder waarde, en haken steeds meer mensen af. Zo stort een netwerk-achtig platform snel in. De wet van Metcalfe.

Er is enige ruimte voor ‘speciale netwerken' zoals LinkedIn of Tinder. Die hebben een eigen, specifiek doel en doelgroep. Die zullen door Facebook niet snel opgevreten worden. Dus Facebook of WhatsApp, je kan er moeilijk omheen. Een alternatief er voor creëren kan maar is moeilijk, en de kans dat het lukt is miniem.

Irma en inloggen

Dat geldt in iets mindere mate voor een deelfunctie van zo’n platform, waar het interview met Van Dijck en Jacobs ook over gaat: Irma, een app voor digitale identiteit. Ik ken die app niet maar vraag me af of een aparte app voor bijvoorbeeld inloggen werkt.

Ik denk het niet maar heb de app niet gezien. Hoe meer handelingen een gebruiker moet verrichten, op verschillende devices, hoe sneller hij/zij afhaakt. Belangrijker lijkt mij – wederom – het netwerk effect: Irma heeft meer waarde voor gebruikers als meer platforms dat toestaan als inlogmethode, en meer waarde voor platforms als het meer gebruikers heeft. Ik vraag me ook af of open source handig is voor zo’n gevoelige functie als inloggen – fraude en misdaad liggen op de loer? We gaan het zien. Het lijkt mij ontzettend lastig om nog een plek te verwerven in het universum van inlogmethoden, wat voor de meeste mensen een gebruiksonvriendelijke hel was – totdat Google, Facebook en functionele cookies het leven makkelijker maakten.

De academia gaat dus een experimenteel sociaal netwerk bouwen, lees ik. Ik ben benieuwd en licht bezorgd. Het prototype laat meer dan een jaar op zich wachten. Dan stuit het op de muur van Metcalfe, en moet het functioneel ergens in de buurt komen van bestaande alternatieven, lijkt mij. Gebruikers maken uiteindelijk vrij luie, functionele keuzes, idealisme is in de praktijk geen hele grote driver (in dat kader: hoe veel mensen zijn er nou overgestapt van XS4all naar Freedom? Daar heb ik me op Netkwesties sceptisch over uitgelaten).

Dat scholen en verenigingen eigen communities gaan opzetten in een alternatief, beginnend sociaal netwerk: lijkt mij een illusie, om de redenen die ik eerder noemde. Dat dat gaat werken in Nederland – quod non – en dan elders zou worden nagevolgd: is onwaarschijnlijk. Ik bedoel dit geenszins als “weg met ons” maar ik pleit voor realisme. Waarom druppelen op een gloeiende plaat, en daar goed geld aan besteden?

Wel zinnig: netwerken verbinden

Wat heel belangrijk zou kunnen zijn maar wellicht twee bruggen te ver is: interoperabiliteit. Daar hoor ik zelden iets over. Het is ook heel complex maar laat ik er toch even bij stil staan. Als vanuit regelgeving een interface gedefinieerd zou worden dat uitwisseling van – wellicht basale – berichten mogelijk maakt tussen WhatsApp, Signal, Facebook Messenger, Telegram, een nieuwe chat app van een Nederlandse universiteit, en nog zo wat – dan verandert de wereld. Dan is in één klap de muur van Metcalfe verlaagd (zij het dat er allerhande functionele compromissen volgen omdat die aps andere functionaliteit hebben).

Bij telefonie is dat ook gelukt, een eeuw geleden, daar heet het interconnectie: je kunt vanaf een KPN-nummer met een Vodafone-nummer bellen, ook die in andere landen. Dat is niet vanzelfsprekend. Dat is gereguleerd. Het is complex. Je kan je nummer zelfs mee nemen naar een andere aanbieder. Food for thought.

En dan nog dit. Het is gangbaar om Facebook als de Grote Boze Wolf af te schilderen. Daar zit wel enige logica achter maar: het bedrijf heeft circa 3 miljard klanten waarvan er circa 2 miljard dagelijks actief zijn. WhatsApp heeft ook circa 2 miljard actieve gebruikers, zegt mijn slordige research. Het gaat hier niet om exactheid. Het zijn kolossale aantallen, zeker als je

weet dat er grote landen zijn waar je Facebook niet kunt gebruiken. Je hoeft de klanttevredenheid van Facebook of WhatsApp niet te peilen om te zeggen: grote groepen mensen – waarvan een deel best slim is, en zich bewust van wat er met hun data gebeurt, of weet van de regelmatige, negatieve publiciteit rondom het bedrijf – gebruiken die platforms graag en veel.

Die schrijven zich misschien af en toe in bij een concurrent maar doen daar verder ongeveer niks mee, blijkt. Misschien omdat ze indolent zijn, maar vooral vanwege Metcalfe. En daar hebben politieke keuzes geen invloed op. Daar kunnen academici wat van vinden.

En privacy dan?

Nog een schepje scepsis er over heen, inzake privacy. Privacy, dat is iets waar mensen desgevraagd bezorgd over zijn. Sommige mensen – niet heel veel – zijn actief bezorgd, die hebben geen aansporing of incidenten nodig om zich zorgen te maken en daar wat mee te doen. Maar de meeste mensen doen – zelfs als ze het echt weten, en merken – nauwelijks moeite om hun privacy serieus te beschermen. De meeste mensen zitten in de segmenten ‘doet niks om te beschermen’ of ‘volgt passief wat min of meer automatisch wordt aan gezet’. Daar kan je wat van vinden – doe ik ook – maar je mag ook uit gaan van zelfstandig denkende en handelende mensen. Die het blijkbaar wel OK vinden wat Facebook doet.

Heeft men enige opvoeding nodig inzake privacy, bescherming van persoonsgegevens? Lijkt mij wel, het is een complex onderwerp waar niet iedereen de tijd of de kennis voor heeft. Langzaam groeit het bewustzijn, maar het is complex. Recente promoties (ik woonde er vorige week een bij, getiteld “Iedereen moet over eigen data kunnen beschikken”) onderstrepen dat: er zijn geen makkelijke oplossingen, de experts liggen met elkaar in de clinch over de weg voorwaarts.

Gebruikers die zelf actief hun identiteit gaan beheren zoals Irma vereist: die gaan weinig moeite doen hoor. Dat doen de meeste mensen niet. Ik zou willen oproepen om aan de slag te gaan met hands-on kennis van gedrag van online gedrag: er zijn veel dingen die op papier aardig ogen maar die mensen gewoon niet doen.

Dit initiatief van Van Dijck en Jacobs maakt me nieuwsgierig, en wakkert ook mijn scepsis aan. Zo te zien ligt de bal bij de NWO: die gaat bepalen voor hoe veel geld er wat gemaakt gaat worden. Ik hoop dat realisme zegeviert, en zelfs dan is het de vraag wat de impact van die paar miljoen euro is…

Een nieuw sociaal netwerk vanuit Nederlandse wetenschap?

Gepubliceerd

26 sep 2021
Netkwesties
Netkwesties is een webuitgave over internet, ict, media en samenleving met achtergrondartikelen, beschouwingen, columns en commentaren van een panel van deskundigen.
Colofon Nieuwsbrief RSS Feed Twitter

Nieuwsbrief ontvangen?

De Netkwesties nieuwsbrief bevat boeiende achtergrondartikelen, beschouwingen, columns en commentaren van een panel van deskundigen o.g.v. internet, ict, media en samenleving.

De nieuwsbrief is gratis. We gaan zorgvuldig met je gegevens om, we sturen nooit spam.

Abonneren Preview bekijken?

Netkwesties © 1999/2024. Alle rechten voorbehouden. Privacyverklaring

1
0