De online bijeenkomst ‘Digitale inmenging in verkiezingen’ van ECP afgelopen vrijdag had als ondertitel ‘probleem zonder oplossing’, niet met een vraagteken. Dit was wat curieus voor een debat dat, logischerwijs, tot doel had om toch iets van een oplossing aan te dragen voor de aanhoudende dreiging van aanvallen met desinformatie en hacken.
Onder leiding van de inhoudelijk en qua toon uitstekende moderator Dennis Broeders van de Universiteit Leiden (foto boven) gingen Marietje Schaake (Stanford University & Cyber Peace Institute), Carmen Gonsalves (Head International Cyber Policy, ministerie van Buitenlandse Zaken) en Ronald Prins (Kiesraad en Onderzoekraad voor de Veiligheid) in debat. [Foto's rechts, klikken voor vergroting]. Prins stond naast Broeders bij ECP in beeld, Schaake (modern interieur) en Gonsalves (klassiek interieur) deden op afstand mee. Publiek moest thuisblijven.
Toezichthouder op algoritmes?
Een debat wilde het (dus) helaas niet worden, temeer daar Broeders geen acht sloeg, of technisch kon slaan, op vragen van publiek thuis. Slechts één keer botsten er meningen, die van Prins en Schaake. De laatste opperde de noodzaak om toezichthouders te gaan instellen voor controle van de algoritmes (beslisregels om weergave van uitingen te selecteren) van de grote techbedrijven. Opdat we te weten komen hoe ze hun ‘clickbait’ organiseren en ook de giftige boodschappen snel viraal laten gaan. En ze vervolgens laten aanpassen. Die toets zou volgens Schaake niet openbaar kunnen zijn, omdat de algoritmes nu eenmaal het geheim van de smid zijn in Silicon Valley en omstreken. Het goud van de techbedrijven, net als voor Coca-Cola het recept van het verslavende suikerwater.
Prins: ‘Ik beluister dit als een staatscommissie die gaat bepalen wat de burgers wel en niet op sociale media te zien krijgen. Dat staat op gespannen voet met de vrijheid van meningsuiting.’ Schaake: ‘Dat is verkeerd begrepen.’
Consensus wellicht: zo’n toezichthouder zou de uitkomsten wel openbaar kunnen maken, zonder die algoritmes zelf openbaar te maken. Voor zowel de mening van Schaake als van Prins is wat te zeggen: je kunt er wel een toezichthouder op algoritmes neerzetten, maar elk besluit is vervolgens arbitrair en raakt aan de vrijheid van meningsuiting. Die bovendien per land verschilt en dictaturen weten wel raad met het instellen van zo’n toezichthouder.
En dan nog, degenen die proberen om de democratie met voeten te treden met desinformatie, weten wellicht spoedig andere wegen te vinden als zo’n toezichthouder na geruime tijd tot overeenstemming komt over een beperking of verbod op inzet van een bepaald algoritme.
Diplomatie of defensie?
Prins en Schaake samen kwamen al bij de aftrap van het debat tot het belangrijkste standpunt, en waren eensgezind: desinformatie gericht op verkiezingen kan een groot, mogelijk desastreus effect sorteren op het vertrouwen in de democratie. Prins eerst: ‘Ook al heeft de desinformatie geen direct gevolg voor de verkiezingsuitslagen, flink onrust zaaien kan al van grote invloed zijn op het vertrouwen in de democratie. Dan heeft het trucje voor Poetin al gewerkt.’
Schaake: ‘Het idee bij de burgers doen postvatten dat niets meer te vertrouwen is en niemand integer, is misschien de grootste schade die met verspreiding van desinformatie wordt aangericht. Ontwrichting van de democratie is dan het gevolg.’
Aan het eind van het debat kwam Prins in dit licht met een boeiende filosofische observatie in de vorm van zelfkritiek: ‘Als ik steeds beweer dat de beïnvloeding van de verkiezingen moeilijk te bedwingen is, dan wakker ik het vuurtje aan en geef ik de mensen een haakje voor verder wantrouwen. Dat is een heel moeilijk dilemma.’
Over de oplossingen waren de sprekers het niet helemaal eens. Carmen Gonsalves opperde de totstandkoming van eensgezinde internationale afspraken tussen democratieën om de ongewenste beïnvloeding in te dammen. Sancties zouden het antwoord moeten vormen op pogingen dot desinformatie. Van het publiek op afstand deelnemend aan deze sessie kwam al de sceptische opmerking dat Xi, Putin en Trump zich niets gelegen laten liggen aan internationaal ‘boe roepen’.
Prins gelooft wel dat de door Consalves geopperde internationale samenwerking noodzakelijk is, maar verwacht geen enorm heil van een poging tot diplomatieke oplossingen. Hij zet zijn kaarten liever op een goede cyberdefensie.
Ook politieke partijen beschermen?
Prins opperde ook de noodzaak om de politieke partijen zelf digitaal te beschermen tegen digitale aanvallen, niet alleen de TweedeKamer.nl en digitale staatsdomeinen. Prins: ‘De inlichtingendiensten zouden een rol kunnen spelen, maar willen partijen dat wel? Zeker als ze politiek tegen de bevoegdheden van de AIVD zijn.’
Daar kwam het debat dicht bij de olifant in deze virtuele kamer van ECP. Want je kunt ook denken aan een – niet bij name te noemen - Nederlandse partij die in de verkiezingscampagne van 2021 grootschalig gebruik gaat maken van desinformatie om vertrouwen in de democratie te schenden; al dan niet bij de verspreiding ervan (‘viraal gaan’) geholpen door een trollenleger te Moskou en omstreken. Moet dat ook worden bestreden, en door wie en hoe?
U kunt het debat beluisteren op SoundCloud (Het geluid is zwak in aanvang, maar is na 1 minuut luider)