Dat brengt ons bij de vraag wat er moet gebeuren om de steeds maar uitdijende macht van grote techbedrijven als Facebook, Apple, Microsoft, Amazon en Google (The Frightful Five) in toom te houden, voordat zij de grens van de onaantastbaarheid overschrijden. Voor het voeren van een daadwerkelijk antimonopolistisch beleid zie ik vijf opties:
Optie 1: Zelfregulering
Decennialang verschuilden bestuurders zich achter deze optie, maar de concerns zelf zien dat het indruist tegen hun eigen belangen en dat het bovendien niet werkt met hun huidige marktmacht. De Amerikaanse Nobelprijswinnaar voor de Economie Joseph Stiglitz zei onomwonden: ‘Zelfregulering is een oxymoron’; een combinatie van tegengestelde begrippen.YouTube verwijderde 160.000 video’s en beëindigde 30.000 kanalen met een extremistische en/of gewelddadige inhoud en Twitter 1,1 miljoen terreuraccounts. Dat verdient lof, maar concerns reageren voornamelijk ad hoc op maatschappelijke druk.
Lange tijd beschouwden ze zich als neutraal platform en investeerden niet in kennis en middelen om de inhoud te filteren Het gevaar dat kwaadwillenden daarmee een tecnische voorsprong hebben genomen en zo achter de feiten aan wordt gelopen is dus inmiddels levensgroot.
Optie 2: Opsplitsen
Standard Oil had in 1911 op allerlei manieren de Sherman Act overtreden, variërend van geheime afspraken tot regelrechte bedreigingen en fraude. Het bedrijf werd opgesplitst in zo’n 35 oliemaatschappijen die met elkaar moesten concurreren en waaruit uiteindelijk nieuwe oliereuzen als Exxon, Mobil en Chevron ontstonden. In 1982 werd het Bell-System in de VS gesplitst in regionale telecombedrijven. Het Amerikaanse Hooggerechtshof dat deze maatregel goedkeurde voegde bovendien een rule of reason toe: onder bepaalde voorwaarden zijn monopolies wel te billijken.
Bij deze “traditionele” monopolies ging het echter om fysieke bedrijfsmiddelen, die relatief makkelijk zijn te splitsen. Bij de techreuzen zijn de diensten vluchtig en dynamisch en vormen een virtuele eenheid, hetgeen de zaak aanzienlijk lastiger maakt. Bovendien leert het verleden dat de resulterende bedrijfsonderdelen kunnen uitgroeien tot machtsconcentraties, hetgeen met de regionale Bell-bedrijven gebeurde. Ten derde zijn dergelijke procedures zeer tijdrovend, gezien het te verwachten verzet. Tegenstanders van splitsing vrezen dat de Amerikaanse concerns na splitsing zullen verliezen van hun Aziatische tegenpolen. Aangezien het bij bedrijven als Google en Facebook gaat om het aanbieden van gratis diensten, met weinig hinder van prijsopdrijving voor consumenten, zal de politieke animo om drastisch in te grijpen beperkt zijn. En daarbij, zelfs als splitsing lukt, zullen de kleinere bedrijven doorgaan met datagraaien.
Europees opgelegde splitsing
De Europese Commissie kan proberen om Facebook op grond van belemmering van marktwerking te dwingen Instagram en Whatsapp af te stoten en Google om YouTube te verzelfstandigen. Is dit juridisch en politiek haalbaar? De vijf techreuzen vormen immers een belangrijke Amerikaanse macht, waar Facebook herhaaldelijk op inspeelt. Onder de nationalistische Trump is de kans op splitsing klein, maar Democratische presidentskandidaten als Elisabeth Warren en Bernie Sanders hebben zich in 2019 uitgesproken voor splitsing van de techreuzen.
Optie 3: Regulering.
Techconcerns konden monopoliemacht bouwen dankzij de neoliberale afkeer van marktplaatsregulering. Maar het tij lijkt enigszins te keren. Het positieve imago van de vlotte jongens op gympen met progressieve ideeën maakt plaats voor het beeld van in leugens verstrikte, arrogante geldwolven die pretenderen de wijsheid in pacht te hebben. De Amerikaanse toezichthouder FTC en het ministerie van Justitie zinnen op maatregelen. Maar regulering stuit deels op dezelfde problemen als splitsing. Hoe moeilijk was het niet om de macht van Microsoft in te dammen. Daar kan Neelie Kroes alles over vertellen. De techmolochs beschikken over ‘multiple fronts on which antitrust battles could be waged’ en beschikken over miljarden voor lobbies en juristen.
Sinds 1 januari 2018 kent Duitsland een Netzwerkdurchsetzungsgesetz met een maximale boete van 50 miljoen euro voor platforms als ze haatzaaiende of tot geweld aanzettende berichten niet binnen 24 uur verwijderen. Maar is dit niet een soort privatisering van de rechtspraak? Hoe gaan ze ermee om in de praktijk? Het veiligst is veel verwijderen waardoor de vrijheid van meningsuiting in gevaar komt. Deze wordt daarmee een onderdeel van commercieel bedrijfsbeleid in plaats van een door de samenleving gedragen en gehandhaafde ethische normstelling. Bovendien leiden vele nationale maatregelen tot een zogenaamde balkanisering van het internet (splinternet).
Optie 4: Nutsbedrijven maken
De Canadese econoom Nick Srnicek vindt splitsing eerder een bevestiging van de neoliberale markt met haar grenzeloze streven naar winstmaximalisatie, en bepleit een omvorming in nutsbedrijven Bijvoorbeeld middels een Public Utilities Regulatory Policies Act zoals die enige jaren na de energiecrisis van 1973 in de VS tot stand kwam. Schaalgrootte en maatschappelijk belang rechtvaardigen dit. We winnen zo de controle over de digitale infrastructuur terug. Dat moet gepaard gaan met wetgeving tegen overnames en verticale integratie, bescherming van consumenten zeggenschap over, en financiële vergoeding voor hun data.
Optie 5: datamacht omvormen
Dat laatste is sowieso een interessante optie met als uitgangspunt een andere machtsverhouding tussen de platformbeheerder en de gebruikers. Ook een expertgroep wijst hierop in een rapport van april 2019 voor de Europese Commissie: digitaal eigendom over data als kapitaal moet worden herverdeeld als een product van daadwerkelijke arbeid of als intellectueel eigendom. Je kunt zelfs denken aan zogenaamde ‘datalicenties’ in een ‘nieuw sociaal contract’.
De regelgever zou de techbedrijven ook kunnen verplichten om gebruikersdata te delen met nieuwkomers op de markt, met toestemming van gebruikers. De vraag is echter of deze, gezien hun grote kennisachterstand effectief kunnen concurreren.
Fundamentele vragen
Wat je ook kiest, er moet eerst antwoord komen op een aantal wezenlijke vragen: hoe open willen we dat onze samenleving is? Hoe ver kan een open samenleving gaan om zichzelf tegen allerlei soorten van informatiemisbruik te beschermen? Waar eindigt onze vrijheid en begint de politiestaat?
Kortom, de vragen die al enkele decennia spelen in de informatie- en telecommarkten en steeds vragen om nieuwe evenwichten tussen markt en regulering.
*) Dit is een bewerkt en verkort deel van het boek ‘Dansen of de maat van het algoritme’ van Willem Gooijer