Mark Zuckerberg zei tijdens een toespraak aan de Universiteit van Georgetown donderdag dat Facebook ‘zich aan de kant van de vrijheid van meningsuiting moet scharen’. De Washington Post publiceert de complete tekst. (WP-baas Donald Graham was zeven jaar commissaris van Facebook, dat terzijde).
‘Mensen moeten beslissen wat geloofwaardig is, geen techbedrijven’, aldus Zuckerberg. Dat is precies wat we eerder hebben betoogd in een debat in NRC over filtering door techbedrijven. Waarbij Bits of Freedom zich op het standpunt stelde dat Google en Facebook juist meer moeten ingrijpen bij desinformatie die via hun diensten tot het volk komt.
Het is in het debat over het beoordelen van uitingen goed om naar het verleden van internet te kijken en de wet zoals die in Europa is opgetuigd. Zo kan opa vertellen dat gewone internetters zich vóór de komst van zogenaamd sociale media konden uiten via zogenaamde homepages. Die kregen ze bij hun internet service provider zoals America Online of Planet Internet. Deze had over de daar geuite informatie niets te vertellen, behalve als de provider ter ore kwam dat er een wet werd overtreden.
De homepage werd een blog of een eigen hoek op Hyves, waar aan je eigen publicatie communicatie met derden werd toegevoegd. Of bedrijven en particulieren hadden een eigen www-domein, waarvoor eveneens geldt: binnen de wet blijven en bij een waarschuwing van wetsovertreding moet de hoster/provider het domein offline halen. Dat is het ‘notice and take down’ principe. Het is aan de politie en justitie om de wet te handhaven, wat grensoverschrijdend overigens nauwelijks te doen is. Over grensgevallen ontstaan nationale rechtszaken met jurisprudentie.
Daar we met z’n allen Google, Facebook, Amazon etc. zo machtig hebben gemaakt, ontstaat vanzelf de roep van politici dat de platforms ook de wet moeten handhaven, en het liefst de wet van hun land. In dictaturen als China zijn Facebook en Google niet welkom, in veel andere landen ontmoeten ze repressie of eisen censuur. Per land moeten ze nagaan of de staatsvoorwaarden aanvaardbaar zijn.
Uiteraard speelt in dit soort netkwesties een grote mate van hypocrisie. We vinden dat Google en Facebook weg moeten blijven uit dictatoriale landen, maar wij reizen er individueel vaak wel heen, en proberen dan manieren te vinden. Net als veel criticasters van Shell geen enkele moeite hebben om schaamteloos op de benzine en kerosine van dit vermaledijde bedrijf of andere verviuilende olieboeren te reizen.
Flinderdunne grenzen
Facebook en Google hebben eigen regels van wat wel en niet mag aan uitingen, waarmee ze binnen de lijntjes van nationale wetgevingen proberen te lopen. Maar krijgen ook meer en meer eisen voor het weren van desinformatie die fake news wordt genoemd. Dit is Duitsland al verplicht. Waar ligt de grens? Die tussen filteren/factchecken en censuur is flinterdun, zo blijkt ook in genoemd NRC-debatje.
Want de platforms hebben wel degelijk uitgebreide sluizen opgetuigd om haat, onzin, seks etc. te filteren. Dat Zuckerberg kiest voor de vrijheid van meningsuiting is ook praktisch, want handhaving kost hem veel geld en kopzorgen. Waar eindigt het filteren?
Als reden om politieke reclame niet te weren noemt Zuckerberg ook: dit zou gevestigde partijen en personen bevoordelen ten koste van kleinere, opkomende kandidaten die minder toegang hebben tot tv en kranten. Dit is geen waardevrije opvatting. In de praktijk komt het erop neer dat de meer extremere partijen meer baat hebben bij de dorpspomp met beschuldigingen en achterklap dan gematigde partijen die beter gedijen in de reguliere pers.
Man en paard, in de vorm van een vraag: gedijen Forum voor Democratie en SP en hun aanhang beter in sociale media en CDA en PvdA beter met reguliere pers? En dan nog de historische vraag naar oorzaak en gevolg van sociale media en aanhang van extremere politieke bewegingen.
Hoogleraar en democratisch presidentskandidaat Elizabeth Warren noemt Facebook na de weigering van Zuckerberg om politiek onjuiste propaganda te filteren een 'desinformatie-voor-winstmachine'. Maar haar politieke bestel functioneert kennelijk met een president met ruim 13.000 onjuiste claims in duizend dagen presidentschap met vrijheid van meningsuiting.
Zuckerberg geeft toe dat degenen die zich zorgen maken over Facebooks macht geen kletspraat bezigen: ‘Ik begrijp dat mensen bezorgd zijn dat we zoveel controle hebben over hoe ze communiceren via onze diensten. En ik begrijp dat mensen bezorgd zijn over vooringenomenheid en het eerlijk omgaan met hun uitingen. Maar ik denk niet dat we zelf zoveel belangrijke beslissingen nemen over uitingen.’
Handig maakt Zuckerberg in de toespraak China tot de vijand gezien z’n digitale sociale controlesysteem om burgers te observeren en hun gedrag te sturen. Ook bekritiseerde hij het Chinese videoplatform TikTok (dat uiteraard politieke advertenties weigert) voor het censureren van protesten in Hongkong. En dat China haar wijze van omgang met internet zal exporteren naar landen die weinig op hebben met vrije meningsuiting.
Jokkebrok over eigen rol
Het ‘geestige’ is dat Zuckerberg in de toespraak van afgelopen week ook zegt dat hij zich als student zo bekommerde om de vrijheid van meningsuiting. Zouden meer mensen destijds hun zorgen over de Irak-oorlog van de Verenigde Staten hebben kunnen delen, dan was die wellicht tegen te houden geweest. En hij maakt daarmee een link naar Facebook, alsof hij zijn sociale netwerk opbouwde vanwege die maatschappelijk relevante vrijheid van meningsuiting.
We weten dat de oprichting van Facebook daar niets mee te maken had en Mark volkomen andere drijfveren had: studentes van Harvard fysiek vergelijken. Met een beetje ander toeval was in 2004 Facemash van Zuckerberg en Dustin Moskovitz, later ‘TheFacebook’ genoemd, wellicht een soort van Tinder geworden. Maar het platform als kampioen van vrijheid van meningsuiting en democratie, dat is geschiedvervalsing of fake news.
De Facebook-baas gebruikte het podium van Georgetown ook voor arrogante promotie. Tot twee keer toe noemde hij Martin Luther King. Diens dochter Bernice tweet als antwoord dat desinformatie door politieke tegenstanders van haar vader bijdroegen aan een atmosfeer die heeft geleid tot de moord. Fijnzinnig gaat het debat er al lang niet meer aan toe.
Gemaakt voor aandacht genereren
Zuckerberg mag echter propaganda bedrijven (jokken) en liegen, het is aan vooral journalisten om hem te ontmaskeren. Doet Tony Romm van Washington Post dat vervolgens ook in een interview met Zuckerberg? Niet wat betreft onjuist feiten over het begin van Facebook, noch met het koketteren met Martin Luther King. Want het vraaggesprek gaat vooral over de actualiteit. Zo erkent Zuckerberg dat Facebook veel te laks was met het verwijderen van een deepfake video van een dronken Nancy Pelosi.
Zuckerberg zal aanstaande week in een hoorzitting voor het Amerikaanse parlement de wind van voren krijgen als hij aangeeft waar de verantwoordelijkheid van Facebook ophoudt, in weerwil van oprukkende deepfake methoden om valse informatie te produceren en de verspreiding daarvan door Xi’s en Poetins digitale legers.
Maar de historische essentie van Facebook zal buiten beeld blijven, als platform voor onbegrensde propaganda van personen en bedrijven, gericht op winstmaximalisatie van individuen en organisaties, in de vorm van aandacht (personen, partijen) en geld (bedrijven). Die perfect parallel lopende commerciële en ‘sociale’ basis vormt de kern van de Macht van Facebook.