Als AIVD naar buiten treedt, is het voor een hoger belang

Nederland ontbeert cultuur van begrip voor ‘intelligence’

De informatie die de veiligheidsdienst in de Haga-zaak openbaar maakte, past binnen een operatie. Kritiek daarop getuigt van te weinig kennis van werk en betekenis van inlichtingendiensten.

Heeft de leiding van het Amsterdamse Cornelius Haga Lyceum zich schuldig gemaakt aan strafbare handelingen, vraagt het hoofdredactioneel commentaar van NRC. ‘Zo ja, waarom treedt het Openbaar Ministerie dan niet op? Zo nee, op basis van welke feiten en omstandigheden maken autoriteiten dan voor de school mogelijk belastende informatie bekend?’ En hoe, aldus het kritisch commentaar, heeft de AIVD via openbaarmaking van inlichtingen de gang van zaken rond het Haga trachten te beïnvloeden?

Het grijpt daarvoor terug op een discussie op de Universiteit Leiden met AIVD-hoofd Dick Schoof, naar aanleiding van het eenjarig bestaan van de nieuwe inlichtingenwet Wiv. Kern van mijn inbreng was dat een veiligheidsdienst nooit zomaar informatie naar buiten brengt, maar dit altijd doet in het belang van de nationale veiligheid en op een manier, een moment of een plaats waarmee dit belang het best gediend is.

Ik verwees daarbij naar de persconferentie van de MIVD over het betrappen van de Russen bij het OPCW-gebouw in Den Haag, in oktober 2018. Deze presentatie, compleet met lichtbeelden, was een weloverwogen actie met achterliggende operationele doelen. Niet om te laten zien hoe goed die dienst wel niet was, of om de media ten dienste te zijn.

Weerstand vergroten

Het zijn simpelweg andere manieren om de weerstand tegen bepaalde dreigingen te vergroten, bepaalde risicopersonen of -groepen af te schrikken of anderszins signalen af te geven die de werkelijkheid ten gunste van de nationale veiligheid kunnen veranderen. Diensten beïnvloeden zo de werkelijkheid ten behoeve van een hoger belang. In inlichtingentermen wordt een dergelijke actie doorgaans aangeduid als ‘operationeel verstoren’.

Ook de actuele Haga-casus kwam in Leiden ter sprake. Ik heb uiteengezet dat de AIVD daarbij twee wegen heeft bewandeld om dreiging te signaleren en zo de werkelijkheid te beïnvloeden, een indirecte en een directe. Doel daarbij is altijd de gesignaleerde veiligheidsrisico’s (helpen) weg te nemen. Enerzijds is dat het informeren van partijen die in de positie zijn om handelend op te treden door deze via een ambtsbericht op de hoogte te stellen van wat er is waargenomen, in dit geval de gemeente Amsterdam en het ministerie van Onderwijs.

Denken en handelen

Maar de AIVD weet ook dat zo’n ambtsbericht in principe openbaar is, en de dienst zal hebben ingecalculeerd dat de verstrekte inlichtingen op enig moment ook naar buiten zouden komen. Dan gaat die informatie ook direct invloed uitoefenen op het denken en handelen van betrokkenen in en rond de school, en op het maatschappelijk debat.

Belangrijk daarbij is het besef dat het verstrekte inlichtingenbericht niet zomaar losse mededelingen bevat, maar gebaseerd is op gedegen bronnenonderzoek. En ook dat de dienst bij dit onderzoek nauwlettend op de vingers gekeken wordt door de verschillende toezichtsorganen, te weten de TIB, de CTIVD en de ‘commissie-stiekem’ van de Tweede Kamer, die officieel CIVD heet.

Angelsaksische landen bezitten een inlichtingencultuur, waarbij een breed begrip voor en kennis van de waarde en betekenis van ‘intelligence’ bestaat. In Nederland blijkt het nog steeds bijzonder moeilijk om voor het voetlicht te krijgen dat inlichtingen die zijn ingewonnen onder de Wiv iets heel anders zijn dan strafrechtelijk bewijs, zoals bedoeld in het Wetboek van Strafrecht. Ook het NRC-commentaar is op dit vlak niet scherp genoeg.

Klassiek probleem

Natuurlijk komt hierbij het klassieke probleem rond inlichtingen aan de oppervlakte: het is vaak summiere informatie die niet of moeilijk te verifiëren is voor de buitenwacht, dus ook voor de ontvanger of de journalist. Juist als het gaat om zo’n gevoelig thema als het Haga, kan dit probleem alleen verkleind worden als de dienst meer context en achtergrond wil geven, uiteraard met inachtneming van de geheimhoudingseisen.

Bij deze beoordeling van inlichtingen is het in elk geval belangrijk te weten dat veiligheidsdiensten de opdracht hebben informatie in te winnen over intenties, plannen en ontwikkelingen die op termijn een gevaar kunnen vormen voor onze nationale veiligheid, niet om strafrechtelijk bewijs te verzamelen voor reeds gepleegde misdrijven. Daar is de politie voor.

Tijdig waarschuwen voor risico’s en deze op verschillende manieren proberen weg te nemen of te reduceren, dat is de taak van een veiligheidsdienst. Dat kan dus ook door openbaarmaking van inlichtingen, zoals ambtsberichten, jaarverslagen, open rapporten, of interviews van het hoofd. De krant betoogt dat „de AIVD zich beter niet als actieve speler tussen bestuur en samenleving kan positioneren”. Maar dat zou de veiligheid van Nederland niet ten goede komen: simpelweg omdat bestuur en samenleving niet over de middelen beschikken om tijdig voor gevaren te waarschuwen die voor anderen (nog) onzichtbaar zijn.

*) Paul Abels is werkzaam bij de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) en bijzonder hoogleraar Governance of Intelligence and Security Services aan Universiteit Leiden. Een versie van dit artikel verscheen ook in NRC Handelsblad van 26 juni 2019

 

 

Nederland ontbeert cultuur van begrip voor ‘intelligence’

Gepubliceerd

10 sep 2019
Netkwesties
Netkwesties is een webuitgave over internet, ict, media en samenleving met achtergrondartikelen, beschouwingen, columns en commentaren van een panel van deskundigen.
Colofon Nieuwsbrief RSS Feed Twitter

Nieuwsbrief ontvangen?

De Netkwesties nieuwsbrief bevat boeiende achtergrondartikelen, beschouwingen, columns en commentaren van een panel van deskundigen o.g.v. internet, ict, media en samenleving.

De nieuwsbrief is gratis. We gaan zorgvuldig met je gegevens om, we sturen nooit spam.

Abonneren Preview bekijken?

Netkwesties © 1999/2024. Alle rechten voorbehouden. Privacyverklaring

1
0