Immers, ik ben historicus, bij toeval in de technologie beland via het schrijven over EDI, een rare voorloper van internet, en Planet Internet in 1995. Ze kwamen samen in een geschiedenisboek over internet.
Misschien vervelend en pedant, maar nog een keer de bottom line van Facebook: de totstandkoming van internet hebben we te danken aan technische wetenschappers. De drijfveer was, zo gaat de hardnekkige mare, dat het Pentagon in de Verenigde Staten een decentraal opgezet communicatiesysteem wensten dat, ingeval van een Russische aanval met lange afstand rakketten op één draaischijf, zou blijven functioneren. De werkelijke drijfveer was technologisch en economisch: computerkracht kunnen delen: vanaf 1969 kon dit, vanaf 1974 met de TCP/IP standaard van het huidige internet.
Geld als rem
Berichtenverkeer, dus e-mail, kwam vrij vlot op gang, maar het delen van informatie was moeilijker. De uitvinding van hypertext, met als gevolg het world wide web vanaf 1992, slechtte een drempel naar gemakkelijke deling van informatie, de basis voor publiek internet vanaf 1994.
Bij Planet Internet begonnen we, bijvoorbeeld, in 1995 met aanbod van toegang voor 5 gulden per uur, plus ongeveer 10 cent per minuut voor de telefoonverbinding. Surfen was duur. Mail tikken deed je offline en maakte verbinding om het te versturen. Nieuwsgroepen, waarmee je op interessegebieden informatie uitwisselde en discussieerde, haalde je binnen, sloot de verbinding, schreef je bijdragen en maakte weer verbinding om die te versturen.
De drijfveren van de abonnees, nieuwsgierigheid en drang tot communiceren, werden in de 20e eeuw begrensd door geld. Die grens viel begin 21e eeuw langzamerhand weg met de verbreiding van breedband internet via ADSL en de tv-kabel. Voor velen was een bedrag per maand nog te duur, dus tot zeker 2005 was prijs een begrenzing voor het internetten.
Een onverwacht wonder vormde de komst van wifi voor draadloos internet, maar in het openbaar schoot dit tekort. Mobiel internet moest eerst een aantal keren mislukken, en lange tijd duur blijven, alvorens ook mobiele dataverbindingen goedkoop werden. Prijs van de verbinding werd minder een probleem, geld verschoof steeds meer naar telefoons.
Breedband internet, later ook mobiel, effende de weg voor het gemak van webwinkelen en sociale netten. Van die laatste bleek Facebook het best. Tegenstanders refereren graag aan de valsheid van Mark Zuckerberg bij aanvang van Facebook op Harvard, maar de macht van Facebook was te danken aan subliem programmeren: perfect coderen van ons gedrag.
Ruilhandel met data
Aan de vraagkant werd behalve de steeds lagere prijs voor het (mobiel) internetten gemakzucht de belangrijkste drijfveer. Deze combinatie dreef miljarden mensen in de armen van Facebook, geholpen door het netwerkeffect.
Ze betaalden Facebook met persoonsgegevens, oftewel data: de persoonlijke informatie die ze vrijelijk publiceren in het openbaar, voor vrienden of in besloten groepen. Voor Facebook is dit allemaal beschikbaar voor profilering van haar deelnemers. Ten tweede beschikt Facebook over veel surfdata, ook van sites waarop Facebook-functionaliteit (likes oftewel ‘leukjes’) worden aangeboden.
Dus de economische kern van Facebook is het gratis verkrijgen van gemak en plezier door deelnemers tegen dubbele betaling met persoonsgegevens; oftewel exploitatie van heb- en gemakzucht, de ijdelheid om te publiceren met wellicht nog wat lust (‘onkuisheid’) en gulzigheid als stimulansen.
Technisch is Facebook een besloten laag over het vrije internet om gemakkelijker en veiliger te communiceren. Deelnemers hechten meer aan gemak en veiligheid dan aan vrijheid. Dat is een mondiaal maatschappelijk verschijnsel. Uiteraard speelt big tech hierin een belangrijke rol, maar bij alle kritiek op de aanbodzijde, op Facebook, Uber etc. wordt de vraagzijde miskend; een wereld waarin mensen steeds meer willen met steeds minder inspanning.
Niet het gebrek aan zelfbeheersing van het volk staat aan kritiek bloot, maar de datazucht van Facebook. Dat is makkelijker: je geeft Shell de schuld, niet dat wij te lui zijn om te fietsen en treinen. Het verwende volk treft zelden zelf blaam. Dus Facebook ziet allerwegen de druk toenemen om minder data te graaien. Mensen weten ook zoetjesaan hun privacy-instellingen beter te hanteren, mede onder druk van - op zich tekortschietende – nieuwe Europese privacyregelgeving.
Dus tot op heden kent Facebook ruilhandel als basis voor de 2,4 miljard deelnemers: wij betalen met data de diensten, via adverteerders wordt deze betaling omgezet in hard geld. Aan de ene kant kan de datamacht van Facebook nog enorm groeien met toepassing van big data analyse.
Echter, het zou kunnen dat de rek eruit raakt met datagraaien. Te beginnen in Europa en de VS, de werelddelen die Facebook per deelnemer het meest opleveren. Facebook heeft een alternatief: meer handel genereren en daarvan een percentage innen. En Facebook meent daartoe een eigen munteenheid te moeten opzetten. Paypal kopen was een optie geweest, maar dit zouden de Amerikaanse en Europese overheid momenteel niet toestaan.
Centrale banken bang
Dat lijkt me logisch, evenzeer de keuze voor cryptovaluta. Ofschoon Facebook het principe daarvan beperkt, want de munteenheid zal wel op een blockchain draaien maar is – uiteraard – centraal geleid. Dat blijkt uit het witboek, het indrukwekkende overzicht van het plan op Libra.org gepubliceerd, met de – heel beknopte – publieke uitleg evenals de beheersstructuur en het partnernetwerk met partijen als Visa, Mastercard, Vodafone en het beetje Nederlandse Booking Holdings.
Het zijn partijen die Facebook graag machtiger helpen maken als ze zelf een graantje kunnen meepikken. Ze hopen mee te mogen doen aan het testnetwerk en in 2020 begint het spel in het echt. Om te beginnen zouden partners 10 miljoen dollar in het project mogen investeren, wat op zich al de macht van Facebook etaleert.
Facebook zegt dat het vooral de 1,7 miljard wereldburgers zonder bankrekening zal helpen. Hoe ze zonder bankrekening hun Libra’s kopen is nog even ongewis. Facebook hoopt wellicht dat de Libra-rekening bij andere valuta en landen uitwisseling afdwingt.
En daar komen de centrale bankiers in het geding. De stap van Facebook zal een buitengewoon boeiende krachtmeting teweeg brengen. De Franse minister van Financiën ging direct dwarsliggen en Frankrijk tuigt een G7 op met centrale bankiers en ministers van de VS, Japan, Duitsland, Engeland, Italië en Canada. Ze konden het vermaledijde bitcoin tegenhouden noch reguleren. Kan dat met de Libra wel?
De digitale Libra-portemonnees van Facebookers vallen waarschijnlijk onder de lokale regulering in elk land. De Fransen hoeven voor onderhandelingen niet ver te reizen, want Libra wordt beheerd met een zogenaamde non-profitorganisatie, Calibra, die in Zwitserland is gehuisvest. Die moet de stabiliteit en neutraliteit van de munteenheid gaan waarborgen. Maar de grote vraag is wat Facebook precies denkt in te brengen tegen een waarschijnlijke stortvloed aan bezwaren van bankiers, die Financial Times opsomt. Alleen al: hoe denkt Facebook in alle landen te gaan voldoen aan regels om witwassen te traceren? Even ING bellen?
Van betaaldata afblijven?
Libra wordt gekoppeld aan Messenger en WhatsApp, van waaruit je iedereen met een Libra-app kunt betalen, maar bovenal Facebook en partners op het platform zelf. Libra wordt gecodeerd met een nieuwe programmeertaal genaamd Move, op zich al een bijzondere stap. Kan Facebook daarmee de grote problemen van schaalbaarheid van blockchains, die bijvoorbeeld Ethereum treffen, helpen opheffen?
Uiteraard is de grote vraag: gaat Facebook ook betaaldata exploiteren? Chef David Marcus belooft geen gerichte advertenties te verkopen op basis van Libra-data en portemonnee en profiel te gaan scheiden. Maar is Facebook nog te vertrouwen? En blijven partners ook van de betaaldata af? Of komt er uiteindelijk bij je profiel toch een stempel van betrouwbaarheid gericht tegen wanbetalers als winkels en individuen van ‘goede wil’ dat graag willen?
In het stuk staat: ‘De uitdaging is dat we vandaag de dag niet kunnen geloven dat er een bewezen oplossing is die de schaal, stabiliteit en veiligheid kan bieden die nodig is om miljarden mensen en transacties over de hele wereld te ondersteunen via een netwerk zonder rechten.’
Dat is hoe dan ook een uitdaging. Maar kan Facebook het aan om een neutraal platform te blijven? Het zit niet echt in het DNA, en dat vormt de basis voor scepsis en cynisme. Het bontst maakt Ben Mezrich het, auteur van The Accidental Billionaires in 2009, basis voor de filmhit The Social Network. Hij grijpt in Daily Mail terug op de kwade bedoeling van van Zuckerberg in zijn begintijd op Harvard in 2003 en de bonje met de tweeling Winklevoss die hij een schadevergoeding wegen intellectuele diefstal moest betalen en die recent rijk werden met bitcoin.
Bankiers verdeeld
Wim Boonstra van Rabobank schrijft een voortreffelijke analyse en is gematigd positief: ‘De meeste cryptovaluta’s hebben geen enkele dekking…De hieruit volgende enorme volatiliteit van de prijs maakt een cryptomunt als de Bitcoin in hoge mate ongeschikt als regulier geld. De Libra wordt daarentegen volledig worden gedekt door hoogwaardige financiële activa, zoals kortlopende staatsobligaties van hoge kwaliteit en liquiditeit. Als mensen massaal Libra’s inleveren zal dit weliswaar leiden tot een afname van de omvang van het Libra-systeem, maar het zal door de liquiditeit van de dekking een relatief beperkt effect op de koers hebben.’
Boonstra ziet het vooral als concurrent voor bestaande cryptovaluta en verwacht dat het een goede aanvulling kan vormen op het traditionele geldstelsel: ‘Kortom, als dit project echt van de grond komt krijgt de wereld krijgt er een cryptovaluta bij. En deze keer gaat het om een cryptomunt die in potentie daadwerkelijk zijn impact in niet alleen de financiële, maar ook de reële wereld kan laten voelen.’
Monetair econoom en voormalig directeur van De Nederlandsche Bank Lex Hoogduin zegt tegen NRC: ‘Het kan een aanvulling zijn, of een totale disruptie. Ik sta open voor de potentiële mogelijkheden, maar ook voor de risico’s die kunnen optreden als dit proces zonder begeleiding door toezichthouders plaatsvindt. Zij moeten dus snel bepalen wat de Libra nu precies is. een valuta, een belegging of iets anders wat we nog niet kennen…
De hamvraag moet zijn: is een private wereldomspannende digitale munt te verkiezen boven een publieke variant? Daar weet ik het antwoord wel op.’ Kortom, Facebook krijgt te maken met nationale toezichthouders die eigenlijk zelf verzuimen om een mondiale digitale munt op de markt te brengen en zich nu afgestraft zien en over die concurrent moeten oordelen.
Isabella Koninska waarschuwt in Financial Times dat de problemen met internationale betalingen vooral politiek van aard zijn en niet technisch. Daar loopt een bancair uitwisselingssysteem als Swift tegenaan. Of Facebook dit nu wel of niet begrijpt, er ontstaat een probleem:
“Het eerste is dat Facebook - ondanks alle toegang tot kapitaal en talent - het basisprobleem mogelijk niet begrijpt dat het probeert op te lossen. Als dat het geval is, suggereert dat dat het geen bedrijf is dat de moeite waard is om in te investeren.
Het tweede - mogelijk nog alarmerender - punt is dat Facebook dit wel begrijpt, maar het maakt niet uit. En dat komt omdat het objectief is om geen gedecentraliseerd open systeem te bouwen, maar om de wereld als geheel aan boord te krijgen en in zijn holistische en autocratische systeem te vangen, politiek en financieel.’
Kan Facebook de last aan?
Scherp over de Libra is, ook nu weer, Evgeny Morozov in The Guardian. Hij ziet Facebook evolueren van een bedrijf dat steunt op reclame-inkomsten naar een onderneming die diensten verkoopt, van zichzelf en van derden. Daarmee zou het afstand nemen van de steeds groter dreiging van haar datamodel voor democratie en samenleving.
Dat sluit aan op de hierboven vertelde evolutie van het internet, sociaal netwerken en de ruilhandel van data versus gemak. Ik vrees alleen dat Morozov te veel de kant van het aanbod bekijkt en onderschat dat het volk verslaafd is aan ‘gratis’ diensten, en dataruilhandel op de koop toeneemt. Als Facebook beweert 1,7 miljard mensen aan een betaalrekening te kunnen helpen, valt te betwijfelen of juist deze arme mensen voor diensten gaan betalen.
Het zou mooi zijn als de datahandel flink teruggedrongen wordt, en ook het ‘gratis’ idee van het volk. Dat ook de verslaving afneemt als de betaaldrempel terugkomt. Maar dat is geen probleem dat Facebook gaat oplossen want er komen altijd nieuwe diensten met nog verslavender foefjes.
Bovenal rijzen grote vragen:
Hoe verhoudt Libra, mochten centrale banken het tolereren, zich tot China?
Hoe gaat Calibra om met misbruik, misdaad en misdaadbestrijding?
En vooral:
Is Facebook in staat om de wijsheid te ontwikkelen om Calibra te laten groeien tot een onafhankelijke organisatie met een zelfstandig systeem dat de wellicht groeiende monetaire en dus economische en politieke last op z’n schouders kan torsen?