Dat staat in het tussenrapport van de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) van november waarover NRC eerder berichtte. Over de rapportage is een aantal Kamervragen gesteld door Kathalijne Buitenweg van GroenLinks.
De AIVD en MIVD beschouwen e werkwijze van de TIB als gevolg van de eisen van de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdienst (Wiv2017) degelijk maar ook minutieus. Die nauwgezetheid kost de diensten veel tijd. Die houding van “op alle slakken zout leggen”, ergert de diensten.
Hoewel er geen sprake is van opzettelijke misleiding van de ministers, moeten AIVD-juristen, de centrale staf en de directeur zich de kritieken van de toetsingscommissie wel degelijk aantrekken. Er is immers sprake van incompetentie.
De AIVD voert de complexiteit van de nieuwe wet aan als verzachtende omstandigheid voor de extra werkdruk, maar had die eenvoudig kunnen incalculeren omdat de eigen juristen die wet hebben opgesteld.
Die werkdruk van de diensten wordt door de nieuwe wettelijke vereisten steeds hoger. Zo moeten versneld wegingsnotities worden opgesteld zodat de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) kan beoordelen met welke landen de diensten informatie mogen delen. Ook hier hadden de diensten op moeten anticiperen; een gestroomlijnde inlichtingendienst moet gegevens over andere diensten in andere landen standaard paraat hebben en bijhouden.
Bureaucratie ten koste van werkplezier
Na de invoering van de WIV2017 worden zoveel meer gegevens binnengehaald dat analisten het werk niet meer aankunnen. Jonge medewerkers krijgen te weinig aandacht en hebben gebrek aan vaardigheden, onmisbaar voor het uitvoeren van het inlichtingenwerk.
Voeg daarbij de enorm toegenomen last van administratieve handelingen die nu zelfs door academici moeten worden uitgevoerd, dan moet worden gevreesd voor ontevreden mopperende medewerkers die de werksfeer om zeep helpen of naar elders vertrekken.
Worden zij versneld en tijdig opgeleid, dan wordt vervolgens pijnlijk duidelijk dat op hun beurt het middenkader eveneens in kennis achter loopt en te kort schiet. Onaanvaardbare managementproblemen. Dat maakt interne reflectie en herstructurering noodzakelijk.
AIVD-code: ‘gewetensvol’
Het hoger management van de AIVD erkent dat de organisatie achterloopt bij de nieuwe eisen die worden gesteld. Zij komt zelf met een ‘AIVD-code’, waarin een opsomming van vier kernkwaliteiten die dienstmedewerkers nodig hebben om toekomstige ambities waar te maken. Deze ‘AIVD-code’ kom je overal tegen op posters in de gangen van het hoofdkwartier in Zoetermeer.
Die kernkwaliteiten zijn ‘wendbaar’, ‘gewetensvol’, ‘verbindend’ en ‘moedig’. Het doel is het bevorderen van de cohesie en de coherentie binnen de dienst, waaraan het tot nu bij tussenpozen mankeerde.
Willen deze kernkwaliteiten realiteit worden, dan moet de AIVD zich in versneld tempo aanpassen aan de gewijzigde omstandigheden, adequaat uitvoering geven aan de wet en zorgvuldiger met personeel en opleidingen omgaan.
Schoof moet reorganiseren
Deze week treedt Dick Schoof aan als nieuwe directeur van de AIVD. Hij krijgt het direct voor de kiezen en is gedwongen veel op de interne organisatie te sturen.
De nieuwe AIVD-baas moet meer aandacht geven aan de interne werksfeer, zodat niet alleen aansprekende prestaties daar in positieve zin aan bijdragen, maar zodat plezier in het werk een meer permanent karakter krijgt.
Aanpakken van de groeistuipen en afrekenen met achterstallig onderhoud. Eerst dan kunnen behaalde successen ook in de toekomst worden gecontinueerd.