Er was de afgelopen week volop aandacht voor deze uitspraak van de rechtbank Amsterdam over een liegend Tweede Kamerlid van Denk. Farid Azarkan sprak op de fractiekamer met parlementaire journalisten van BNNVARA over de niet uitgevoerde plannen een nepnieuwscampagne onder de naam van de PVV op sociale media te verspreiden als een aanval op de PVV.
Voor gesprekken op fractiekamers geldt de regel uit het reglement van de Kamer dat deze vertrouwelijk zijn. Bovendien was door Azarkan vooraf bedongen dat er geen geluidsopnames zouden worden gemaakt. De journalisten deden dit stiekem toch. Toen het Kamerlid later ontkende dat hij bepaalde zaken zou hebben gezegd, werd de opname gebruikt om aan te tonen wat was gezegd.
Off the record?
De rechter concludeert dat de journalisten in hun recht stonden om de opname te gebruiken. Ze konden zo onder meer de beschuldigingen van het Kamerlid weerleggen. De rechter liet zich bij zijn argumenten onder meer leiden door uitspraken van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens en de Nederlandse rechter dat het maken van heimelijke opnamen toestaat wanneer daar mee een groot maatschappelijk belang is gediend en dit de enige manier is om aan informatie te komen. Dat ligt echter anders als er afspraken of regels over vertrouwelijkheid gelden. De rechter gaat daar in dit geval aan voorbij.
Dit heeft ons inziens twee verderstrekkende consequenties. In de eerste plaats is er het adagium ‘een afspraak is een afspraak’. Niet dus: ook al spreekt een journalist af dat hij geen opnames maakt of bepaalde informatie vertrouwelijk (‘off the record’) zal gebruiken, kan hij eenzijdig op basis van het belang en de aard van de informatie zich van die afspraak niets aan trekken. De bron kan daar dus niet op rekenen. Politici, maar ook anderen, moeten er rekening mee houden dat journalisten niet te vertrouwen zijn wanneer zij zeggen dat er niets wordt opgenomen.
Ze kunnen dat alleen maar zeker weten als ze eerst de journalist fouilleren, zijn telefoon laten afgeven en zich ervan vergewissen dat elektronische apparatuur niet aanstaat – of nog beter – de batterijen zijn verwijderd. Daarmee is de ‘off the record’-regel waarop dikwijls door de geïnterviewde een beroep wordt gedaan van tafel, althans behoorlijk beschadigd.
Vertrouwen is essentieel
Het tweede punt is de schending van de vertrouwelijkheidsregels die het reglement van de Kamer kennen. Die schrijven in de eerste plaats voor dat het maken van opnames alleen kan wanneer Kamerleden of bewindspersonen daarmee hebben ingestemd. Ook is bepaald dat het maken van opnames in de ruimtes van het parlement – zoals fractiekamers – alleen kan wanneer daarvoor expliciete toestemming is gegeven.
De rechtbank Amsterdam wuift dit weg door te zeggen dat het gesprek ook ergens anders gevoerd had kunnen worden dan in de fractiekamer van Denk en dat het nieuwsbelang groot was. Maar als de regel niet geldt vanwege het onderwerp of de beoordeling van het nieuwsbelang door de journalist, dan geldt zij niet meer.
Deze vertrouwensregel over wat wel of niet mag in de gebouwen van het parlement, kan dus ook bij het oud vuil worden gezet. De bedoeling van de regel is om bewindspersonen en Kamerleden, die toch al iedere seconde van de dag door media worden gevolgd, een veilige werksfeer te bieden. Het is een essentiële voorwaarde voor de werking van de parlementaire democratie.
Iedereen is een potentiële tegenstander
Zo is ook bij wet bepaald dat wat Kamerleden in het parlement zeggen nooit tegen ze kan worden gebruikt. Voor wat ze zeggen buiten het parlement geldt deze bescherming niet. Kamerleden en bewindspersonen kunnen dus in het parlement vrij spreken zonder het risico te lopen dat ze in de gevangenis belanden.
Anderzijds is de regel ook voor journalisten van belang omdat zij op deze manier (voor) kennis hebben van ‘wat er speelt’ en daar hun zoekgedrag op af kunnen stemmen. Raken zij die regel kwijt dan staan zij net zo buiten de deur als het algemene publiek hetgeen de parlementaire journalistiek niet ten goede komt.
De uitspraak van de rechtbank heeft ook een ruimere impact op de parlementaire journalistiek en het politieke klimaat: iedereen is elkaars potentiële tegenstander geworden, niemand is meer te vertrouwen. Het heeft ons verbaasd hoe gemakkelijk het Presidium van de Tweede Kamer en de parlementaire journalistiek in hun commentaar op deze uitspraak over deze aspecten zijn heen gestapt.
*) Dit artikel verscheen vandaag eerst in de Volkskrant