Dit is de meest vergaande en belangrijkste bewering in het boek De data-economie van Viktor Mayer-Schönberger, bekendste datawetenschapper en werkzaam voor het Oxford Internet Institute en Economist-journalist Thomas Ramge.
Echter, dit ‘radicaal nieuw inzicht’ dat geld als meest erkende ruilmiddel wordt vervangen door op data gebaseerde prijsbepaling overtuigt het minst in dit boek. Immers, geld is het meest aanvaarde ruil- en rekenmiddel, met een objectieve, toetsbare waarde. Data zijn complex.
Geld als digitaal signaal
Geld en het ontstaan ervan zijn niet eens zo eenvoudig te duiden. Het begon met munten, later in edelmetalen, weer later in waardepapier, gevolgd door giraal geld dat in onze tijd is gedigitaliseerd. Geld is niet meer dan een digitaal signaal, en op zich al een wonder dat zich nimmer een ramp voltrekt met verdwijning van de bits en daarmee geld, Of dat stiekem saldi worden verhoogd.
Of men moet het Quantitative Easing (QE) programma van de Europese Bank als digitaal ongeluk bestempelen: met digitale signalen 700 miljard euro scheppen in 2015 en 2016. Het was een poging de inflatie van 0,2 naar 2 procent te tillen, wat (op korte termijn) mislukte.
In onzekere tijdens waren er altijd andere ruilmiddelen met een objectieve waardering, van aardappelen in de oorlog tot goud in crisistijden. Er liggen voor de kust vaak tankers te wachten met varende voorraad vanwege fluctuerende olieprijzen.
We betalen al veel 'gratis' diensten in data, van Facebook tot Google, terwijl beurswaarden van Spotify en Uber grotendeels op hun datawaarde gebaseerd zijn. Maar daarmee zijn data nog geen algemeen aanvaard ruilmiddel. Sterker nog, er is geen verband tussen de kwantiteit van de data die Spotify bezit van onze muziekvoorkeuren en de waardering van dit bezit op de beurs. Laat staan dat ze op de balans kunnen staan.
Nog iets: geld en het vertrouwen erin zijn gebaseerd op de eenvoud van informatie over waardering. Dat wil niet zeggen dat die waardering objectief is. ‘Wat de gek ervoor geeft’ geldt: dus woningen zijn momenteel absurd duur, maar de inboedel daarvan op Marktplaats juist spotgoedkoop.
Moeilijke taal
Mayer-Schönberger en Ramge leggen omstandig uit dat die eenvoud van geld niet langer voordelig of zelfs hanteerbaar is, als je voor prijsbepaling enorme hoeveelheden, vaak complexe informatie moet verwerken. Ze beschouwen prijsvorming met geld in toenemende mate als ontoereikend voor waarderingen en dus om keuzes te kunnen maken.
Of, de kern in hun eigen woorden (p.75 vertaling): ‘Geld en prijs zijn dan misschien een informatiekeurslijf, maar daaraan ontkomen vergt niet alleen heel andere manieren om informatie door te geven, het noopt ook tot een doorbraak in het vertalen van informatie naar beslissingen. Daarvoor hebben we niet alleen heel veel data nodig, we moeten ook de juiste methodes en hulpmiddelen hebben om met die data te kunnen werken. Juist omdat dergelijke methodes nu niet voorhanden zijn, bestaan op geld gebaseeerde markten in de eerste tientallen jaren van het digitale tijdperk nog steeds.
Maar dat is nu aan het veranderen. Recente technologische vooruitgang op het gebied van datahandling maakt het ons eindelijk mogelijk de beperkingen van geld en prijs achter ons te laten en datarijkheid in markten te omarmen.’
Vervolgens beweren ze dat deze ‘herconfiguratie van de markt’ stoelt op drie nieuwe technologieën:
1. om vergelijkbare soorten informatie te onderkennen in een standaardtaal;
2. om voorkeuren in meerdere dimensies tegen elkaar af te zetten om optimale transactiepartners te kiezen;
3. om een effectieve manier te bedenken om onze voorkeuren breed te kunnen definiëren.
Deze technologieën faciliteren volgens de auteurs het vertalen van rijke data naar effectieve transactiebeslissingen. Ze verbeteren ons vermogen tot keuzes op basis van data. Dat is de fundering voor de ‘economische revolutie’ die ze zich zien voltrekken.
En de praktijk?
Deze theorie vind ik moeilijk te doorgronden, maar ook niet bijster overtuigend. Je mag dan technologie krijgen die vergelijkingen en waardebepaling met data zullen vereenvoudigen, daarmee worden ‘data’ op zich nog geen algemeen aanvaard en eenvoudig te hanteren ruilmiddel.
Een link naar de praktijk van de auteurs: ‘De brandstof voor betere matches is dat we een efficiënte manier hebben om informatie te labelen en categoriseren.’ Dat dit nodig is, bewijzen ze wel. En wij ondergaan ook het steeds gecompliceerder online keuzeproces als we een jurk willen kopen of een reis boeken. Er moet meer geobjectiveerd worden om keuzes met data te kunnen vereenvoudigen. Dat kan met een ontologie of logische en begrijpelijke datastructuur, met labels en categorieën.
Rijke data dragen dus bij aan betere matching op alle markten. Je moet de voorkeuren dan ook wel goed onder woorden kunnen brengen, aldus de auteurs, en daartoe hulpmiddelen ontwikkelen. Dit is nodig om de ‘twee fundamentele uitdagingen’ van de markt bij de horens te vatten: toegang krijgen tot een rijke, multidimensionale informatiestroom tegen lage kosten en die informatie vertalen naar beslissingen.
Filosofisch gebrekkig
Vervolgens betogen ze dat een groot aantal economische facetten - zoals kapitaal, bedrijven, controle en werk - door toepassing van data principieel zullen veranderen. Dat klinkt allemaal redelijk plausibel, met overtuigende voorbeelden. Maar zolang je er geen tijdspad aan koppelt en de overgang goed beschrijft, is het voorspellen van de toekomst met het etiket ‘revolutie’ volgens mij niet zo waardevol.
Tot slot komen Mayer-Schönberger en Ramge tot filosofische beschouwingen, bijvoorbeeld dat voor ons Westerse rijken tijd steeds belangrijker wordt ten opzichte van geld, en ervaringen ons meer bieden dan bezit. Dat mag allemaal zo zijn en is niet nieuw, maar dit verzwakt ook eerder alle voorafgaande theorie in het boek dan dat deze wordt versterkt.
Niet alleen is er geen enkele overtuiging dat geld, dat juist vanwege z’n eenvoud waardebepaling domineert, door data wordt vervangen. Essentiële vragen worden in dit boek niet beantwoord: hoe zit het met marktmacht? Met de rol van overheden en regulering? Wat zijn politieke implicaties?
Al die vragen zullen in volgende boeken van de eminente geleerde Mayer-Schönberger wel aan bod komen, maar vooralsnog faalt hij in het bieden van een coherent beeld van de datarevolutie die zich volgens hem aan het voltrekken is.